DNB: vlot economisch herstel verwacht na coronacrisis

Na de historische krimp van het bruto binnenlands product (bbp) in 2020 zal onzeeconomie vanaf het tweede kwartaal van 2021 krachtig en vlot herstellen. Dat leidt naar verwachting tot een bbp-groei van 3,0% in 2021. Het herstel zet volgend jaar sterk door met een groei van 3,7%, waarna de groei in 2023 normaliseert tot 1,9%. Dit blijkt uit de nieuwe halfjaarlijkse ramingen van De Nederlandsche Bank (DNB).

Uitgangspunt van de raming is dat de contactbeperkende maatregelen vanaf mei 2021 geleidelijk worden versoepeld en dat dergelijke maatregelen vanaf begin 2022 niet meer nodig zijn, vanwege grootschalige vaccinatie. In lijn met de versoepelingen trekt het economische herstel naar verwachting sterk aan vanaf het tweede kwartaal van 2021, vooral gedreven door de particuliere consumptie. Vergeleken met een half jaar terug zijn de vooruitzichten duidelijk gunstiger geworden, ondanks dat de pandemie en de contactbeperkende maatregelen zich ongunstiger hebben ontwikkeld dan in december jl. verwacht. In het vierde kwartaal van 2021 overtreft het bbp naar verwachting zijn niveau van kort voor de pandemie. Het voorziene herstel verloopt daarmee vlotter dan na de financiële crisis van 2008.

Werkloosheid komt niet boven 4,5%

Als de overheidssteun na het derde kwartaal van dit jaar wordt afgebouwd, zal de werkgelegenheid eerst licht afnemen, waarna deze in de loop van 2022 flink aantrekt. Doordat banen dan makkelijker te vinden zijn, zullen meer mensen zich melden op de arbeidsmarkt, wat tijdelijk leidt tot een hogere groei van het arbeidsaanbod. Hierdoor zal het werkloosheidspercentage stijgen van 3,6% dit jaar tot 4,5% volgend jaar. Door het verdere economische herstel daalt de werkloosheid daarna weer, tot 4,1% in 2023.

 

De inflatie stijgt naar verwachting van 1,1% in 2020 tot 1,5% in 2021, mede als gevolg van een hogere olieprijs. In 2022 blijft de inflatie steken op 1,5% en in 2023 neemt de inflatie toe tot 1,8%, in lijn met de oplopende krapte op de arbeidsmarkt.

Aan de raming gerelateerde beleidsaanbevelingen

De afbouw van de contactbeperkende maatregelen en de gunstige economische vooruitzichten maken het mogelijk om de steunpakketten van de overheid na het derde kwartaal af te bouwen. Beleid gericht op herstel van de conjunctuur ligt minder voor de hand. Tegelijkertijd blijven de overheidsfinanciën onder controle en zijn bezuinigingen op dit moment ook niet nodig. Wel is het zaak dat een nieuw kabinet meer structurele uitdagingen oppakt, die overigens al voor de Covid-19-pandemie aan de orde waren, zoals de energietransitie en de knelpunten op de woning- en arbeidsmarkt.

Twee pandemiescenario’s: mild en zwaar

Omdat door de pandemie de onzekerheid rond de raming nog steeds groter is dan gebruikelijk, bevat deze publicatie naast de centrale raming opnieuw twee pandemiescenario’s. In het milde scenario komt de bbp- groei in 2021-2023 gemiddeld 0,4 procentpunt per jaar hoger uit dan in de centrale raming. Hierbij wordt verondersteld dat de pandemie vanaf het najaar volledig onder controle is, alle contactbeperkende maatregelen dan zijn afgebouwd en de economie zich sneller herstelt, onder andere omdat huishoudens een groter deel van hun overtollige besparingen besteden. In het zware scenario nemen we aan dat contactbeperkende maatregelen tot in 2023 nodig zijn, omdat bijvoorbeeld nieuwe virusvarianten de kop opsteken die bestand blijken tegen huidige vaccins, of het vaccinatieprogramma onvoldoende succesvol is. In dit scenario zou de bbp-groei gemiddeld 1,1 procentpunt per jaar lager uitvallen.

Download