Aantal vergunde nieuwbouwwoningen blijft gelijk; minder verhuizingen

In 2018 werd voor bijna 70.000 nieuw te bouwen woningen een bouwvergunning afgegeven. Dat is ongeveer gelijk aan het aantal in 2017. De bouwkosten van afgegeven vergunningen voor de bouw en verbouw van woningen en bedrijfsgebouwen stegen in 2018 met 7%. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

In 2013 werd slechts voor 27.000 woningen een vergunning afgegeven, een dieptepunt. Daarna nam het aantal bouwvergunningen toe, maar het aantal is nog niet op het niveau van vóór de crisis. Tussen 2000 en 2008 werd jaarlijks nog voor gemiddeld 80.000 nieuw te bouwen woningen een vergunning verleend. Het aantal vergunde nieuwbouwwoningen is een indicator voor het aantal woningen dat gebouwd zal worden. Tussen de oplevering van een woning en de vergunningverlening zit circa twee jaar. Vorige maand meldde het CBS al dat in 2018 bijna 66.000 nieuwbouwwoningen aan de voorraad zijn toegevoegd.

Den Haag heeft meest vergunde nieuwbouwwoningen

In Den Haag werden vorig jaar 4.616 nieuwbouwwoningen vergund, waarvan 53% huurwoningen. In andere steden waar meer dan duizend nieuwbouwwoningen zijn vergund, is het aandeel vergunde huurwoningen in de meeste gevallen hoger. In Utrecht werden 2.544 woningen vergund, waarvan 70% voor de verhuur was bestemd. In Amsterdam ging het om 3.018 nieuwbouwwoningen, waarvan 53% voor verhuur. Groningen springt er ook uit met 1.802 vergunde woningen, waarvan 62% bestemd voor verhuur. In Almere, Rotterdam en Tilburg daarentegen was respectievelijk 20%, 27% en 48% van het totaal aantal vergunde nieuwbouwwoningen huurwoningen. Het landelijk gemiddelde voor vergunde huurwoningen lag op 33%.

De bouwkosten van afgegeven vergunningen voor bouw en verbouw van woningen en bedrijfsgebouwen stegen in 2018 met 7% naar 18,2 miljard euro. Dit is het hoogste bedrag sinds 2012. De vergunde bouwsom voor de bouw en verbouw van woningen bedroeg bijna 12 miljard euro, dat is 6,6% meer dan in 2017. Voor bedrijfsgebouwen stegen de bouwkosten met 7,8% tot bijna 6,3 miljard euro.

Minder verhuizingen in 2018

In 2018 verhuisden 1,79 miljoen inwoners van Nederland, 5% minder dan in 2017. Daarmee komt een einde aan de opwaartse trend die werd ingezet in 2014. Vooral mensen jonger dan 50 verhuisden minder, meldt CBS. Ondanks de daling verhuisden in 2018 nog relatief veel mensen vergeleken met de voorgaande tien jaar. Alleen in 2016 en 2017 wisselden meer mensen van woning. CBS schrijft de daling toe aan het feit dat in 2018  minder woningen werden verkocht dan in 2017. Ook verhuisden minder mensen vanuit asielzoekerscentra.  

Alleen 65-plussers verhuisden meer

In vrijwel alle leeftijdsgroepen vertoonde het aantal verhuizingen in de periode 2012–2017 een stijgende lijn. De 17- tot 22-jarigen vormden een uitzondering hierop en wisselden juist minder van woning. In 2017 begonnen ook de 22- tot 30-jarigen minder te verhuizen en in 2018 volgden alle andere leeftijdsgroepen, behalve de 65-plussers. De daling was het sterkst bij mensen van 30 tot 50jaar.

De 20- tot 30-jarigen verhuizen van oudsher het meest. In deze levensfase gaan jongeren vaak op zichzelf wonen, samenwonen en/of betrekken ze hun eerste koophuis. Ook in 2018 was het aantal verhuizingen het hoogst onder twintigers, ondanks de daling in de afgelopen jaren. In absolute zin wisselden de 24-jarigen het meest van woning, 65.000 keer (2018).

Gezinnen verhuizen minder

In 2018 daalde het aantal verhuizingen vooral onder ongetrouwde stellen zonder kinderen en getrouwde stellen met kinderen. In beide groepen daalde het aantal verhuizingen met meer dan 7%. Eerder schreef het CBS dat jonge gezinnen hun verhuisplannen in de crisisjaren niet konden verwezenlijken. In de jaren na 2013 lukte dit ze wel en steeg het aantal verhuizingen in deze groep. Vermoedelijk daalde het aantal verhuizingen in 2018 omdat de meeste gezinnen die tijdens de crisis wilden verhuizen dat al hadden gedaan. Tegelijk is er sprake van toenemende krapte op de woningmarkt.