2,6 miljoen werknemersbanen bij bedrijven onder NOW-regeling

De bedrijven die in de periode van maart tot en met juli een NOW-uitkering ontvingen telden in februari 2,6 miljoen werknemersbanen. In totaal waren er in die maand 8,5 miljoen werknemersbanen. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.

De Tijdelijke noodmaatregel overbrugging werkgelegenheid (NOW) is bedoeld voor bedrijven die in de periode maart tot en met juli gedurende drie aaneengesloten maanden een omzetverlies verwachtten van minimaal 20%. Dank zij deze steun konden zij het loon van werknemers doorbetalen bij verminderde inkomsten. De uitkeringen zijn niet gekoppeld aan specifieke banen, zoals bij andere baan- of loonsubsidies. De ondernemer ontvangt maximaal 90% van de loonsom

Horeca ontvangt voor 85 procent van de banen een uitkering

De bedrijfstakken waarin verhoudingsgewijs de meeste werknemersbanen waren betrokken bij een NOW-uitkering waren de horeca (85% van het aantal werknemersbanen in februari), cultuur, sport en recreatie (76%) en verhuur en overige zakelijke diensten (57%). Onder deze laatste bedrijfstak vallen de uitzendbureaus. Dit zijn meteen ook de drie bedrijfstakken waar van maart tot en met juni de meeste banen verdwenen.

Bij de bedrijven die NOW-steun ontvingen verdwenen tussen februari en juni 181 duizend banen, een afname van 6,9%. Het baanverlies was met 12,2% het grootst in de bedrijfstak verhuur en overige zakelijke dienstverlening, gevolgd door de bedrijfstakken horeca en cultuur, sport en recreatie (beide 10%).

Bij de bedrijven die geen NOW-steun ontvingen, groeide het aantal banen licht, met 0,3%. Ook in de horeca was er nog sprake van banengroei (6,4%) bij de 15% bedrijven die geen NOW-steun ontvingen. Het gaat dan voornamelijk om banen bij fastfoodrestaurants en cafetaria’s.

De regeling is zo opgesteld dat ontslag van werknemers zoveel mogelijk achterwege blijft. Dat er bij bedrijven die gebruikmaakten van de regeling toch banen vervielen, kan onder meer komen doordat tijdelijke contracten niet werden verlengd. Ook worden arbeidsrelaties waarin geen uren worden gewerkt (bijvoorbeeld oproepbanen) niet geregistreerd als baan.

Vaker NOW-steun in kleinere bedrijven

Kleinere bedrijven ontvangen iets vaker NOW-steun dan grotere bedrijven. Bij bedrijven met 10 tot 50 werkzame personen in dienst die een NOW-uitkering ontvingen ging het om 46% van de werknemersbanen en bij bedrijven met 50 tot 100 werkzame personen om 41%.

Jonge werknemers (tot 30 jaar) zijn beter vertegenwoordigd in de bedrijven die NOW-steun ontvangen dan andere leeftijdsgroepen. Van de banen bij bedrijven die een NOW-uitkering krijgen was zelfs 42% bezet door werknemers van 20 tot 25 jaar.

Aandeel flexibele banen in horecabedrijven met NOW in juni weer toegenomen

In de twee zwaarst gesteunde bedrijfstakken, de horeca en cultuur, sport en recreatie, nam het aantal banen bij de bedrijven die een uitkering ontvingen in eerste instantie sterk af tussen februari en april. Daarbij waren het de flexibele banen die verdwenen, het aantal vaste banen bleef vrijwel gelijk. Wel was er een verschillende ontwikkeling in de twee bedrijfstakken. Bij de bedrijven met NOW-steun in de horeca nam in juni het aantal banen weer toe. In de cultuur, sport en recreatie bleef het aantal banen afnemen.

Helft bedrijven in Limburg gebruikt financiële regeling

In Limburg maakte de helft van de bedrijfsvestigingen met twee  of meer werkzame personen gebruik van een van de financiële regelingen in verband met de coronacrisis. Dat is het hoogste aandeel van alle provincies. In de provincie Fryslân werd relatief het minst gebruik gemaakt van de steunmaatregelen (38%). In Amsterdam en Rotterdam werd aan meer bedrijfsvestigingen steun verleend dan in Den Haag en Utrecht. Dat meldt het CBS op basis van voorlopige cijfers over het gebruik van steunmaatregelen voor bedrijven tot en met 31 augustus 2020, gemaakt op verzoek van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Van alle bedrijfsvestigingen met minstens twee werkzame personen in Nederland hoort ongeveer 45% bij een bedrijf dat gebruik maakte van een van de financiële regelingen, die de overheid heeft ingevoerd ter ondersteuning van ondernemers gedurende de coronacrisis. Dat zijn 187.000 vestigingen. 

Driekwart van de bedrijfsvestigingen in Nederland betreft eenmanszaken, die relatief weinig gebruik maken van de onderzochte steunmaatregelen (15%). Speciaal voor deze eenmanszaken is er de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). Omdat deze regeling nog niet kon worden meegenomen in het onderzoek, worden bedrijfsvestigingen en bedrijven met 1 werkzame persoon buiten beschouwing gelaten in dit nieuwsbericht.

In de noordelijke provincies werd in verhouding aan minder bedrijfsvestigingen steun verleend dan in het westen en zuidoosten van Nederland. Ruim de helft van de vestigingen in Groot-Amsterdam en Zuid-Limburg maakten gebruik van minimaal één regeling (53%). Het laagst was dit aandeel in de regio Delfzijl en omgeving (34%). Enkele gemeenten in Limburg waar relatief veel bedrijfsvestigingen gebruik maken van de steunregelingen zijn Vaals, Maastricht, Roermond en Valkenburg aan de Geul (allen rond de 60%). In Amsterdam gebruikte 55% van de bedrijfsvestigingen een of meerdere steunmaatregel.

Vooral bedrijven in horeca, overige dienstverlening en cultuursector in zwaar weer

Vooral bedrijven in de horeca, overige persoonlijke dienstverlening (zoals kappers en schoonheidssalons) en de cultuursector ontvingen steun in de vorm van NOW-I, TOGS of uitstel van belastingbetaling. Dit zijn drie omvangrijke regelingen uit het eerste noodpakket. In de overige bedrijfstakken werd aanzienlijk minder gebruik gemaakt van een van deze drie steunmaatregelen. In regio’s met een relatief hoog aandeel horecavestigingen zoals Zeeland, Limburg en Amsterdam werd relatief vaker een beroep gedaan op de regelingen. In  sommige andere regio’s met relatief veel horeca, zoals Drenthe en Fryslân, wordt relatief weinig gebruik gemaakt van de regelingen. 

Helft bedrijven met steun had tweede kwartaal meer dan 25 procent omzetdaling

Van alle bedrijven met 2 tot 250 werkzame personen die onder het eerste noodpakket gebruik maakten van TOGS, NOW-I of uitstel van belastingbetaling, had de helft het tweede kwartaal van 2020 een omzetdaling van 25% of meer ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Voor één op de vijf bedrijven met steun bedroeg de omzetkrimp 5 tot 25%. Bij sommige bedrijven met steun bleef de omzet ongeveer gelijk en bij ruim één op de vijf was er sprake van een omzetstijging van 5% of meer. Onder bedrijven zonder een van de drie genoemde financiële regelingen had 40% een omzetkrimp van 5% of meer.

Vooral onder steun ontvangende bedrijven in persoonlijke diensten en horeca fors omzetverlies

Bij bedrijven in de overige persoonlijke dienstverlening en de horeca die gebruik maken van de overheidssteun had meer dan 80% een omzetkrimp van 5% of meer. De bouw- en ICT-sector hadden met 60% relatief de minste bedrijven met omzetkrimp. Drie op de tien bedrijven in de bouw en ICT die wel steun ontvingen, hadden in het tweede kwartaal meer omzet dan in het tweede kwartaal van 2019. In deze bedrijfstakken wordt relatief weinig gebruik gemaakt van TOGS en NOW-I, maar wel van uitstel van de belastingen.

Van de bedrijven die geen NOW-I, TOGS of belastinguitstel ontvingen, was de omzetontwikkeling het tweede kwartaal van 2020 ten opzichte van het tweede kwartaal van 2019 doorgaans positiever (of minder negatief) dan voor bedrijven die wel steun ontvingen. In de overige dienstverlening en horeca had ruim de helft van de bedrijven geen overheidssteun maar wel een omzetdaling.