Medische hulpverlening op zee schiet tekort

De medische hulpverlening op de Noordzee schiet te kort en dat leidt ertoe dat mensen niet altijd effectieve, veilige en tijdige zorg krijgen. Dit concludeert de Onderzoeksraad voor Veiligheid in het vandaag gepubliceerde rapport ‘Zorg tussen wal en schip, een onderzoek naar een duikongeval en de medische hulpverlening op de Noordzee’.De Kustwacht heeft van de rijksoverheid een te beperkte opdracht gekregen en is daardoor niet berekend op zijn taak om spoedeisende medische hulpverlening op de Noordzee te organiseren.

Aanleiding voor het onderzoek is een duikongeval op de Noordzee op 11 juli 2015 waarbij een duikster onwel werd. De Onderzoeksraad heeft onderzocht of de duikster de best mogelijke medische zorg heeft gekregen. Bovendien heeft de Raad gekeken hoe de spoedeisende medische hulp op zee is georganiseerd, omdat de Raad tijdens eerdere onderzoeken ook is geconfronteerd met problemen bij hulpverleningsacties op zee. De onwel geworden duikster is na eerste opvang in het Erasmus Medisch Centrum uiteindelijk in de loop van de avond overleden in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen.

Problemen in de uitvoering
De Raad constateert dat de Kustwacht niet in de positie is gebracht om zijn coördinerende taak in de (medische) hulpverlening op de Noordzee goed uit te kunnen voeren. Investeringen in mensen, middelen en de benodigde technische infrastructuur blijven uit. Evenmin is de Kustwacht gestimuleerd om zich met de samenwerkingspartners zoals de KNRM, de meldkamers ambulancezorg en bijvoorbeeld de ziekenhuizen goed voor te bereiden op deze taak. Daardoor verloopt de samenwerking niet goed en is de aansluiting tussen zorg op zee en zorg op land niet goed geregeld. Dit leidt tot problemen in de uitvoering.

Tijdens de hulpverleningsactie op 11 juli had het Kustwachtcentrum geen grip op het proces. Het Kustwachtcentrum had geen overzicht, voorzag de hulpverleners niet van de noodzakelijke informatie en trad niet doortastend op. Dit tastte het gezag van het Kustwachtcentrum aan en leidde ertoe dat hulpverleners op eigen initiatief beslissingen hebben genomen. Dit waren niet altijd de juiste beslissingen waardoor het slachtoffer niet de best mogelijke medische zorg kreeg.

Aanbevelingen
Om te zorgen dat de medische hulpverlening op zee verbetert, beveelt de Raad de minister van Infrastructuur en Milieu aan om samen met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ervoor te zorgen dat de organisatie van de medische hulpverlening op zee voldoet aan de uitgangspunten van medische zorg in Nederland en dat het aansluit bij manier waarop de medische hulpverlening op land is ingericht. De Kustwacht moet samen met hulpverleners op zee, de gemeenschappelijke meldkamers en ziekenhuizen zorgen voor de inrichting en werking van het proces van medische hulpverlening op zee. Gelet op zijn centrale positie moet de Kustwacht ook de verantwoordelijkheid nemen voor het voortdurend verbeteren van de medische hulpverlening op zee.

De Raad verwacht dat met de opvolging van deze aanbevelingen medische zorg op de Noordzee de aandacht krijgt die zij verdient. Zieken en gewonden moeten kunnen rekenen op tijdige, veilige en effectieve zorg, ook als zij zich op zee bevinden.