Europarlementariër: “Landelijk en Europees toezicht op autofabrikanten ondermaats”

Eer is veel te weinig toezicht geweest op autofabrikanten, op zowel Europees als landelijk niveau. Dat stelt d66 Europarlementariër Gerben-Jan Gerbrandy, een van de auteurs van het onderzoeksrapport van het Europees Parlement naar het ontstaan van ‘dieselgate’. Hij stelt dat na een paar maanden al duidelijk was dat de Europese Commissie weinig prioriteit gaf aan het controleren van  landelijke testinstanties als de RDW, die verantwoordelijk voor de typegoedkeuringen. “We kennen gevallen waarin fabrikanten de test min of meer zelfstandig mochten uitvoeren.” Ook concludeert Gerbrandy  dat dit zorgde voor te goede relaties tussen fabrikant en de betreffende toelatingsinstanties. Ook vindt hij het onbegrijpelijk dat het tien jaar heeft geduurd voordat er een nieuw testprotocol komt, de real driving emission test. “Onderzoekers concluderen al jaren dat de verschillen tussen test en realiteit groot zijn, maar de commissie wilde er simpelweg niet aan om snel veranderingen door te voeren.”

Het Europees Parlement kan op basis van het rapport alleen aanbevelingen doen. “maar de invloed van die aanbevelingen moet je niet onderschatten”, zegt Gerbrandy. “Wij kunnen uit dit onderzoek belangrijke lessen trekken voor de toekomst. Dan gaat het vooral over hoe je verantwoordelijkheden moet verdelen en kunt zorgen voor goed toezicht”, aldus Gerbrandy, die veel kritiek heeft op de Europese Commissie. “Al vanaf de start van ons onderzoek lijkt de commissie niet bereid om mee te werken. het duurt maanden voordat we informatie krijgen en vaak onder strikte geheimhouding.” Ook het Europees Parlement zelf treft blaam. “Wij zijn ook onderwerp van beïnvloeding, dat zag je bij de invoering van de nieuwe, strengere test. Fabrikanten mogen nu veel meer uitstoten dat oorspronkelijk was afgesproken.”

bron Automotive