Werkloosheid verder gedaald

In de afgelopen drie maanden daalde het aantal werklozen met gemiddeld 17.000 per maand en kwam daarmee in november uit op 251.000. Dat is 2,7% van de beroepsbevolking, het laagste maandcijfer sinds de start van de meting in 2003. Het aantal werkenden van 15 tot 75 jaar steeg over de afgelopen drie maanden met gemiddeld 33.000 per maand naar 9,2 miljoen. Daarmee bereikte de nettoarbeidsparticipatie een nieuwe recordhoogte. Voor het eerst had meer dan 70% van de 15- tot 75-jarigen betaald werk. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers. UWV registreerde eind november 189.000 lopende WW-uitkeringen.

In november hadden 3,9 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar om uiteenlopende redenen geen betaald werk. Naast werklozen ging het om 3,6 miljoen mensen die niet recent hebben gezocht en/of niet direct beschikbaar zijn voor werk. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Hun aantal is in de laatste drie maanden met gemiddeld 18.000 per maand gedaald. Het aantal mensen dat eerder niet tot de beroepsbevolking behoorde en aan het werk ging of op zoek ging naar werk, was groter dan het aantal werkenden en werklozen dat de arbeidsmarkt verliet.

Om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in verschillende landen te kunnen vergelijken, wordt gebruikgemaakt van de werkloosheidsindicator van de International Labour Organization (ILO). Volgens deze indicator zijn mensen werkloos als ze geen betaald werk hebben, maar daar wel recent naar hebben gezocht en direct beschikbaar zijn. Dit cijfer heeft betrekking op de bevolking van 15 tot 75 jaar.

UWV: Aantal WW-uitkeringen daalt al tien maanden op rij

In november nam het aantal WW-uitkeringen af met 9,9 duizend. Dat is een daling van 5 procent ten opzichte van de maand ervoor. Het aantal WW-uitkeringen kwam daarmee op 189,2 duizend eind november. In vergelijking met november 2020 is het aantal uitkeringen met 87,1 duizend afgenomen (-31,5%).

Eind november telde UWV 45,200 WW-uitkeringen met een verstreken duur van een jaar of langer. Dat komt neer op 24% van het totaal aantal WW-uitkeringen. Het aantal langdurige WW-uitkeringen nam met 2% af ten opzichte van eind oktober 2021. Het aantal WW-uitkeringen met een verstreken duur van minder dan een jaar daalde sterker, namelijk met 6%.

Werkloosheid in de afgelopen drie maanden verder gedaald

De verdere daling van het aantal werklozen in de afgelopen drie maanden is het resultaat van onderliggende stromen tussen de werkzame, de werkloze en de niet-beroepsbevolking. Het onderstaande schema laat die stromen zien.


In november waren 251.000 mensen werkloos. Drie maanden eerder, in augustus, waren er 301.000 werklozen. In deze periode nam het aantal werklozen dus met 50.000 af (gemiddeld 17.000 per maand).In de afgelopen drie maanden daalde de werkloosheid niet alleen doordat meer werklozen een baan vonden dan er werkenden werkloos werden. Per saldo daalde de werkloosheid hierdoor met 42.000. Daarnaast daalde het aantal werklozen ook doordat het aantal mensen dat stopte met zoeken en/of niet beschikbaar was (van werkloos naar niet-beroepsbevolking) in november groter was dan het aantal dat zonder direct resultaat op zoek ging naar werk (van niet-beroepsbevolking naar werkloos). Hierdoor nam de werkloosheid per saldo met 7.000 personen af in de afgelopen drie maanden.

Ontwikkeling van de werkloosheid tijdens de coronacrisis

Met het uitbreken van de coronacrisis in maart 2020 liep de werkloosheid snel op. In de twee jaren daarvoor kromp de werkloosheid vooral door de uitstroom naar de werkzame beroepsbevolking (de netto-instroom in werkloosheid was negatief), terwijl deze tegelijkertijd steeg door de instroom vanuit de niet-beroepsbevolking (de netto-instroom in werkloosheid was positief). Tijdens de eerste fase van de coronacrisis nam de werkloosheid vanaf beide kanten toe. Vanaf november 2020 tot en met maart 2021 gold het omgekeerde (de netto-instroom was vanaf beide kanten negatief) en daalde de werkloosheid weer snel. In de maanden juli tot en met oktober was de instroom vanuit de niet-beroepsbevolking weer positief, wat de daling van de werkloosheid enigszins afremde. In november was er een negatieve netto-instroom vanuit de niet-beroepsbevolking, waardoor de werkloosheid weer sterker daalde.

Van alle werklozen had 1 op de 5 in 2020 een WW-uitkering

In 2020 waren 357.000 mensen van 15 tot 75 jaar werkloos en ontvingen 228.000 mensen een WW-uitkering. Voor slechts een deel ging het om dezelfde personen: 74.000 werklozen ontvingen een WW-uitkering, dat komt neer op 21%. Van de 228.000 mensen met een WW-uitkering telde ruim twee derde niet als werkloos. Dit meldt het CBS op basis van cijfers over de binding met de arbeidsmarkt.Wie tot de werklozen wordt gerekend, is bepaald volgens de richtlijnen van de International Labour Organization (ILO). Het gaat om de mensen van 15 tot 75 jaar die geen betaald werk hebben, recent hebben gezocht naar werk en daarvoor ook direct beschikbaar zijn. De cijfers over de werkloze beroepsbevolking zijn afkomstig uit de Enquête beroepsbevolking.

UWV geeft op basis van de Werkloosheidswet (WW) een uitkering aan werknemers die buiten hun schuld geheel of gedeeltelijk hun baan zijn verloren. Ruim 4 op de 10 WW-ontvangers in 2020 hadden betaald werk. Ruim 3 op de 10 waren werkloos volgens de ILO-definitie.


1 op de 5 werklozen had een WW-uitkering

Van alle mensen die volgens de ILO-richtlijnen werkloos zijn, ontving in 2020 21 procent een WW-uitkering, dat zijn er 74.000. De overige 283.000 werklozen hadden geen WW-uitkering. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om werklozen die niet eerder of niet lang genoeg hebben gewerkt om recht te hebben op een WW-uitkering of waarvan het recht op een WW-uitkering is verlopen vanwege het bereiken van de maximale uitkeringsduur. Verder gaat het bijvoorbeeld om werklozen die voorheen werkzaam waren als zelfstandige, verwijtbaar ontslag kregen, op eigen initiatief ontslag hebben genomen of een ander type uitkering ontvingen.

In 2020 werd ruim twee derde (154.000) van de 228.000 mensen met een WW-uitkering niet tot de werklozen gerekend. 100.000 mensen met een WW-uitkering behoorden tot de werkzame beroepsbevolking. Zij hadden dus betaald werk, ongeacht de arbeidsduur, en ontvingen tevens een WW-uitkering. Onder hen waren 20.000 zogeheten onderbenutte deeltijders, die meer uren zouden willen werken en daarvoor ook direct beschikbaar zijn.

Daarnaast behoorden 54.000 personen met een WW-uitkering niet tot de beroepsbevolking. Het merendeel van hen heeft niet recent naar werk gezocht, of was daarvoor niet direct beschikbaar. Samen met de groep werklozen en onderbenutte deeltijders behoort deze groep tot het onbenut arbeidspotentieel. Daarnaast komt het ook voor dat mensen niet willen of kunnen werken, bijvoorbeeld door ouderdom, ziekte of arbeidsongeschiktheid.

Nauwelijks jonge werkloze WW’ers

Jongeren zijn oververtegenwoordigd onder de werklozen: 37 procent van de werkloze beroepsbevolking was in 2020 15 tot 25 jaar, 35% was 25 tot 45 jaar en 28% was 45 tot 75 jaar. Hoewel de jongeren dus de grootste leeftijdsgroep vormden onder werklozen, waren er nauwelijks werkloze jongeren die een WW-uitkering ontvingen. Jonge werklozen hebben veelal geen WW-rechten, omdat ze nauwelijks rechten hebben opgebouwd als ze hun baan verliezen. Bij de oudere leeftijdsgroep is het beeld andersom. De 45- tot 75-jarigen maken 28% uit van werkloze beroepsbevolking. Bij de werkloze WW’ers was hun aandeel echter 52%.