Vakantiegeld 2020 meevallertje voor bijna alle werknemers

Bijna alle werknemers die eind deze maand het vakantiegeld ontvangen, zien een meevallertje tegemoet. Het netto vakantiegeld valt als gevolg van aangepaste belastingtarieven hoger uit in vergelijking met vorig jaar. Alleen lagere, parttime lonen tussen de 1.000 en de 1.250 euro per maand zijn een uitzondering: zij leveren ten opzichte van 2019 enkele euro’s in. Dat blijkt uit berekeningen van HR- en salarisdienstverlener ADP.

De meevaller wordt veroorzaakt door het belastingpercentage voor bijzondere beloningen, waaronder het vakantiegeld, dat in veel gevallen lager uitvalt dan in 2019. Minimumloners (21.069 euro per jaar) houden bijna 30 euro meer vakantiegeld over en voor werknemers met een modaal inkomen (36.500 euro per jaar) geldt een plus van iets meer dan 6 euro. Twee keer modaal en hoger profiteert verhoudingsgewijs het meest: doordat het tarief met 2,25 procentpunt daalt, houden zij zeker 120 euro meer over. Daar tegenover staat een groep die te maken krijgt met een tariefverhoging en onvoldoende baat heeft van de hogere arbeidskorting. Lagere, parttime lonen tussen de 12.960 en de 16.200 per jaar leveren respectievelijk bijna 6 en ruim 7 euro van het vakantiegeld in.



Besteding van het traditionele vakantiegeld
Hoewel de naam anders doet vermoeden, is het lang niet zo vanzelfsprekend dat het vakantiegeld ook aan een vakantie wordt besteed. Zeker nu met de coronacrisis waardoor een reis naar het buitenland er voorlopig niet in zit, is het aannemelijk dat veel Nederlanders (een deel van) het vakantiegeld op een andere manier besteden. Uit het rapport Future of Pay van ADP blijkt dat Nederlanders in vergelijking met inwoners uit andere Europese landen eerder geneigd zijn om extra inkomen te gebruiken voor het betalen van reguliere rekeningen. Überhaupt stellen Nederlandse werknemers in het algemeen iets andere prioriteiten over hoe zij hun inkomen besteden in vergelijking met andere Europeanen. Waar Nederlanders hun gezin en familie op één zetten, gevolgd door huisvesting, zijn hobby’s en vakanties belangrijker of minstens net zo belangrijk voor werknemers uit Frankrijk en Duitsland.

ADP signaleert daarnaast een trend dat het traditionele vakantiegeld in mei minder populair wordt nu steeds meer bedrijven en organisaties een zogenaamd ‘individueel keuzebudget’ hebben ingevoerd. De werkgever stort een evenredig deel van het vakantiegeld en eventuele eindejaarsuitkering maandelijks in een ‘spaarpotje’. Het is aan de werknemer, binnen de spelregels van het keuzebudget, wanneer en hoe het bedrag wordt uitgekeerd. “Je kunt bijvoorbeeld ervoor kiezen om het te laten uitbetalen vanwege een onverwachte grote uitgave of belastingvrij opnemen in verband met de kosten van een studie”, volgens Dik van Leeuwerden, verantwoordelijk voor wet- en regelgeving bij ADP Nederland.

Uitstel vakantiegeld voor werkgevers in financiële problemen geen optie
Voor werkgevers die ondanks de steunmaatregelen van de overheid door de coronacrisis in financiële problemen dreigen te komen, zal de uitbetaling van het vakantiegeld een behoorlijke opgave zijn. Toch zijn er wettelijk gezien amper mogelijkheden om hier onderuit te komen. Werkgevers zijn namelijk wettelijk verplicht om het vakantiegeld uiterlijk in juni uit te keren. “Sterker nog, als het contractueel is vastgelegd dat het in mei wordt uitgekeerd, dan moet het ook in mei betaald worden. Ook als mei niet in het contract wordt genoemd, kan er sprake zijn van gewoonterecht. Arbeidsrechtelijk gezien heeft de werkgever dus amper mogelijkheden om het vakantiegeld uit te stellen, tenzij het kabinet met een noodwet komt”, legt Van Leeuwerden uit. Daar is op dit moment nog geen sprake van, hoewel sommige vakbonden hebben aangegeven zich gezien de omstandigheden hierbij te kunnen neerleggen. Van Leeuwerden: “Wettelijk is er misschien geen ruimte om eenzijdig te besluiten het vakantiegeld uit te stellen, maar werkgevers zijn altijd vrij om hierover met werknemers in gesprek te gaan om samen tot een oplossing te komen.”