Robuuste groei toegevoegde waarde in het mkb

De toegevoegde waarde van niet-financiële midden- en kleinbedrijven nam in 2018 toe met 5,4%. Ook in 2017 was de groei ruim 5%. Zowel de arbeidsproductiviteit als de werkgelegenheid namen toe in 2018. Dit meldt het CBS op basis van statistisch onderzoek voor het ‘Jaarbericht Staat van het MKB 2019’ van het Comité voor Ondernemerschap.

De toegevoegde waarde van het mkb in het niet-financiële bedrijfsleven, de business economy, was 241 miljard euro in 2018. De toegevoegde waarde nam in het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) en bij de zzp’ers (1 werkzame persoon) met circa 8 procent het sterkst toe. In het klein- en microbedrijf (2 tot 50 werkzame personen) groeide de toegevoegde waarde in 2018 minder dan in 2017. Bij het grootbedrijf was de groei met ruim 6% wel groter dan in 2017.

Groeiversnelling middenbedrijf vooral door verbetering arbeidsproductiviteit

De toename van de toegevoegde waarde is deels toe te schrijven aan een verbeterde arbeidsproductiviteit. De toegevoegde waarde per vte nam binnen het mkb toe met 2,4% in 2018. De arbeidsproductiviteit van het middenbedrijf nam in 2018 met 4,6% toe, waar deze in 2017 nog met 0,9% daalde. In het kleinbedrijf nam de arbeidsproductiviteit in 2018 juist af met 0,8%. In het microbedrijf groeide de arbeidsproductiviteit met 3,1%.

Het arbeidsvolume van het mkb in de business economy is in 2018 met 2,9 % toegenomen tot ruim 3,5 miljoen vte. Daarbij nam het aantal openstaande vacatures aanzienlijk toe. Deze toename zette door in 2019. Aan het eind van het tweede kwartaal van 2019 stonden er 161.000 vacatures open bij midden- en kleinbedrijven met personeel, ruim 9 procent meer dan een jaar eerder. 54,8% van alle openstaande vacatures in Nederland zijn in het mkb.

De openstaande vacatures blijken steeds moeilijker in te vullen. Bedrijven geven namelijk steeds vaker aan dat een tekort aan gekwalificeerd personeel hen belemmert bij hun zakelijke activiteiten. Aan het begin van het derde kwartaal 2019 gaf een kwart van de ondernemers dit aan. Met 27,2% was het tekort het grootst bij het grootbedrijf en het kleinst bij het kleinbedrijf (22,3%).1