Productie industrie 12,5 procent lager in mei

De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in mei 12,5 procent lager dan in mei 2019, maakt het CBS bekend. Dat is de grootste daling in ruim 11 jaar.

Van de acht grootste bedrijfsklassen binnen de industrie kromp de productie van de transportmiddelenindustrie opnieuw het sterkst. De daling was iets minder sterk dan de vorige maand. Dat komt doordat in de auto-industrie een aantal grote fabrieken deels weer open gingen. In bijna alle bedrijfsklassen van de industrie lag de productie lager dan in mei 2019, behalve in de machineindustrie, de tabaksindustrie en de overige industrie.

Trend dalend

Voor het bepalen van de kortetermijnontwikkeling van de productie kan het beste worden gekeken naar voor seizoen- en werkdageffecten gecorrigeerde cijfers. Van april op mei 2020 daalde de productie met 1,9%.

De voor seizoen- en werkdageffecten gecorrigeerde productie fluctueert aanzienlijk. Dalingen en stijgingen volgen elkaar snel op. Van medio 2014 tot begin 2018 was er sprake van een stijgende trend van de industriële productie. Daarna is de trend dalend. 

Producentenvertrouwen herstelt verder

In juni waren industriële ondernemers opnieuw minder negatief dan een maand eerder. Vooral het oordeel over de verwachte bedrijvigheid verbeterde enorm. Duitsland is een belangrijke afzetmarkt voor de Nederlandse industrie. Het vertrouwen van de Duitse industriële producenten (Ifo-index) was in juni aanzienlijk minder negatief dan in mei. Dat is volledig toe te schrijven aan het oordeel over de verwachte bedrijvigheid. Nooit eerder is dit zo sterk verbeterd in een maand tijd. De stemming over de huidige bedrijvigheid bleef echter onveranderd negatief. De gemiddelde dagproductie van de Duitse industrie kromp volgens Destatis in mei met bijna 24% in vergelijking met een jaar eerder.