Producenten industrie opnieuw minder positief

 

Producenten in de industrie waren in juli 2018 voor de tweede maand op rij minder positief dan een maand eerder. Het vertrouwen ging van 7,7 in juni naar 6,3 in juli, maakt het CBS bekend. Producenten waren vooral minder positief over de orderportefeuille en de verwachte bedrijvigheid.

Het vertrouwen in juli ligt echter ruim boven het gemiddelde van de afgelopen twintig jaar (0,8). Het vertrouwen van de ondernemers bereikte in februari 2018 de hoogste waarde (10,9) en in februari 2009 de laagste waarde (-23,5). Sinds oktober 2014 hebben positief gestemde ondernemers de overhand. Producenten in de industrie waren in juli minder positief over de orderportefeuille en de verwachte bedrijvigheid dan een maand eerder. Hun oordeel over de voorraden gereed product was echter positiever.

Alle deelindicatoren van het producentenvertrouwen zijn positief. Er zijn meer ondernemers die verwachten dat hun productie de komende drie maanden zal toenemen dan ondernemers die een afname van de productie voorzien. Verder heeft het aantal ondernemers dat de orderpositie groot vindt de overhand op het aantal ondernemers dat de orderportefeuille klein acht, gelet op de tijd van het jaar. Het aantal ondernemers dat de voorraad eindproduct als te klein beschouwt is groter dan het aantal dat de voorraden te groot vindt.Al meer dan een jaar zijn in alle deelbranches de ondernemers positief. De producenten in de hout- en bouwmaterialenindustrie waren in juli opnieuw het meest positief.

Hogere bezettingsgraad,dagproductie en afzetprijzen

De bezettingsgraad van de machines en installaties in de industrie is bij aanvang van het derde kwartaal 2018 uitgekomen op 84,5 procent. Dat is de hoogste benutting van de beschikbare productiecapaciteit vanaf het vierde kwartaal van 2001. De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in mei 3,2 procent hoger dan in mei 2017. De stijging is wat kleiner dan in april. Al ruim tweeënhalf jaar produceert de industrie meer dan in dezelfde periode een jaar eerder. De productie van de machine-industrie groeide in mei 2018 het sterkst.

De afzetprijzen van de Nederlandse industrie waren in juni 5% hoger dan in juni 2017, meldt het CBS. De prijsstijging is groter dan een maand eerder. Toen waren de producten van de industrie 3,7% duurder in vergelijking met een jaar eerder. In juni 2018 kostte een vat ruwe North Sea Brent olie 65 euro. Dat is ruim 53% meer dan een jaar eerder. In mei was de prijs voor een vat ruwe olie ruim 65 euro, ruim 40% hoger dan in mei 2017. De ontwikkeling van de afzetprijzen in de industrie hangt sterk samen met de prijsontwikkeling van ruwe aardolie. Producten van de aardolie-industrie waren in juni 40,5% duurder dan in juni 2017. Een maand eerder was er een prijsstijging van 33,5%.

Ook in de chemische industrie hangt de afzetprijs over het algemeen samen met de olieprijs. De afzetprijzen van de chemische industrie waren in juni ruim 7% hoger dan een jaar eerder. In mei waren chemische producten 3,0% duurder dan in mei 2017.De prijzen van de auto-, de kunststof- en rubberindustrie, de metaalproducten- en de machine-industrie lagen ook hoger dan in juni 2017. De prijzen in de elektrotechnische en voedingsmiddelenindustrie lagen daarentegen lager dan een jaar eerder. Vergeleken met mei zijn de afzetprijzen van de industrie in juni 0,4% gestegen. De prijzen op de binnenlandse markt stegen met 0,4% en op de buitenlandse met 0,5%.

Bron CBS