KPMG: “EBA stresstest geeft geen volledig beeld van gezondheid banken”

 

De stresstesting door de European Banking Authority (EBA) geeft geen volledig beeld van de gezondheid van de Europese banken. “De EBA richt zich vooral op de wettelijke kapitaalratio’s (CET1% en hefboomratio) als instrument om de robuustheid van de banken te meten”, zegt Ferdinand Veenman, partner bij KPMG en deskundige op het gebied van banken.

Veenman: “Die toegepaste methodiek zegt echter niet alles over het welzijn van de banken. De methode geeft bijvoorbeeld niet aan hoe de banken zouden presteren wanneer hun liquiditeit onder druk komt te staan of hoe verwachte wijzigingen in de regelgeving anders dan de reeds toegezegde de kapitaalpositie zouden beïnvloeden. In 2019 zal de Europese Centrale Bank bij haar volgende stress test (de ‘LiST’) ook analyseren hoe weerbaar banken zijn tegen liquiditeitsschokken. Deze test gaat een completer beeld geven van de gezondheid van de banken en zal vooral kijken naar liquiditeitsratio’s onder diverse scenario’s.:

De resultaten van de EBA stresstest laten volgens hem zien dat de banken met de hoogste cost/income ratio het slechtst hebben gepresteerd. : Dat betekent dat deze banken dus serieus zouden moeten kijken naar hun verdienmodel. Het is jammer dat de resultaten geen enkel inzicht geven in de mogelijk gevolgen van Brexit. De EBA zegt enkel dat de toezichthouders en de banken hier rekening mee zouden moeten houden als onderdeel van hun Brexit contingency planning.”

Aanzienlijke effecten Basel 4

Veenman constateert verder dat de banken niet is gevraagd om vooruit te lopen op veranderingen in de regelgeving, anders dan de wetgeving die van kracht is in de periode die de EBU als tijdshorizon hanteert.  “De wijzigingen die nodig zijn om de effecten van Basel 4 te absorberen, vallen dus buiten de scope van de test. En hoewel een dergelijk onderzoek geen deel uitmaakt van de test van de EBA, zou kunnen worden onderzocht of de banken voldoende gekapitaliseerd zijn om te overleven onder Basel 4 die voor Nederlandse banken leidt tot hogere eisen. Met de PeerBank-tool die wij hebben ontwikkeld, zijn wij in staat de verwachte invloed van de volledige invoering van Basel 4 toe te voegen aan het meest ongunstige CET1 scenario voor 2020. En dan blijkt dat verschillende banken met zo’n double dip, ernstige stress én Basel 4, in een situatie terecht komen waarin zij de minimale grenzen (5,5% CET1-ratio) overschrijden. Qua landen zou er met name in Zweden, Denemarken en Nederland een reductie van zo’n 300 basispunten optreden in de CET1-ratio’s. Natuurlijk hebben banken een aantal jaren om zich voor te bereiden op Basel 4 en zijn zij hier al volop mee bezig. Het is echter van belang duidelijk te maken dat het niet zo is dat met het slagen voor de test van de EBA de noodzaak van betere kapitaalsturing verdwenen is.”

Grote verschillen met 2016

Volgens Veenman heeft een aantal factoren een belangrijke rol gespeeld in de uiteindelijke resultaten van de EBA-test van 2018 en de verschillen met de resultaten twee jaar geleden. : “Het macro-economische scenario is nu minder rooskleurig dan in 2016. De groei van het BBP binnen de EU is 8,3% minder, terwijl de verlaging in 2016 7,1% was. En andere belangrijke indicatoren zoals de werkloosheid, de aandelenmarkten, het woningbezit en het commercieel vastgoed meer onder druk dan twee jaar geleden. En de kredietportefeuilles worden beïnvloed door de invoering van IFRS 9 en de economische omstandigheden. De stresstest van dit jaar is de eerste EBA-stresstest waarbij rekening is gehouden met IFRS 9. De resultaten laten zien dat de gevolgen relatief beperkt zijn. Wij praten dan over een verschil van niet meer dan 20 basispunten. De impact op de verwachte verliezen zal echter aanzienlijk zijn. Er zijn dus kanttekeningen te plaatsen bij deze stresstest en het inzicht dat hij biedt over de gezondheid van de Europese banken.”

Foto KPMG