Jeugdbendes kosten samenleving honderden miljoenen euro

 

Jeugdbendes kosten de samenleving elk jaar honderden miljoenen euro’s. In het onderzoek ‘Kostbare vriendschappen’ van het ministerie van Veiligheid en Justitie is voor het eerst uitgerekend wat de schade van deze bendes is. Een criminele jeugdgroep ‘kost’ ongeveer 1,9 miljoen euro per jaar.

De onderzoekers hebben medio 2015 in een niet nader genoemde grote gemeente twee criminele en drie overlastgevende jeugdgroepen geanalyseerd. In totaal ging het om ongeveer 35 jongeren met een gemiddelde leeftijd van 22 jaar. Zij komen vaak uit ontwrichte gezinnen met weinig sociaal-economisch perspectief en ‘een niet-stimulerend opgroeimilieu’. Door het foute voorbeeld van hun ouders worden deze jongeren eerder gestimuleerd in plaats van geremd in hun verkeerde gedrag en het veroorzaken van problemen.

De laatst bekende cijfers over jeugdgroepen komen uit 2014. Het ministerie van Veiligheid en Justitie onderscheidt drie groepen: de hinderlijke, overlastgevende en criminele groep. Nederland telde in 2014 volgens cijfers van het ministerie 427 hinderlijke, 163 overlastgevende en 33 criminele jeugdgroepen. Van die laatste twee groepen zijn nu dus de kosten berekend.De rekening bestaat onder meer uit schade door criminaliteit en kosten voor de inzet van leerplichtambtenaren, omdat jongeren spijbelen. Ook zijn uitkeringen, lagere arbeidsproductiviteit, schuldhulpverlening en misgelopen belastingen meegeteld. Omdat veel van de jongeren drank en drugs gebruiken, zijn ze vaker betrokken bij verkeersongevallen en geweldsincidenten en ook dat kost geld, concluderen de opstellers van het rapport.

De kosten voor deze vijf groepen in de onderzochte gemeente bedragen 8,2 miljoen per jaar. De overlastgevende groepen kosten jaarlijks ongeveer 1,5 miljoen. De onderzoekers bekeken een periode van vijf jaar, de kosten op langere termijn zijn niet berekend. Dat betekent dat de daadwerkelijke kosten hoger zijn dan geschat. Het onderzoek in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum werd vorige week gepubliceerd.

Bron NOS: