Economie kromp in 2020 met 3,8% harder dan tijdens de kredietcrisis

 Het bruto binnenlands product is vorig jaar met 3,8% gekrompen ten opzichte van een jaar eerder. Deze achteruitgang is net iets sterker dan de krimp in 2009 van 3,7% door de kredietcrisis en is daarmee de sterkste krimp ooit door het CBS gemeten.

Volgens de eerste berekening van het CBS, op basis van nu beschikbare gegevens, is het bruto binnenlands product (bbp) in het vierde kwartaal van 2020 met 0,1% gekrompen ten opzichte van een kwartaal eerder. Deze krimp volgt op de grootste economische krimp en groei ooit door het CBS gemeten. In het tweede kwartaal nam het bbp af met 8,5%, om vervolgens met een groei van 7,8% in het derde kwartaal gedeeltelijk te herstellen. De krimp van 0,1% in het vierde kwartaal is vooral veroorzaakt door een daling van de consumptie door huishoudens. De toegenomen investeringen dempten de economische krimp.

Huishoudens hebben in het vierde kwartaal 1,4% minder besteed dan in het derde kwartaal van 2020. Verder daalde de overheidsconsumptie met 0,1%. De uitvoer en invoer van goederen en diensten namen met respectievelijk 1,0 en 1,1% toe. De investeringen ten slotte stegen met 1,8%.Vooral de gekrompen productie in de bedrijfstak handel, vervoer en horeca had een groot aandeel in de krimp van het bbp. De zakelijke dienstverlening, de industrie en de informatie- en communicatiesector droegen juist positief bij aan de economische ontwikkeling. 

Bbp krimpt met 3,8 procent in 2020

Volgens de eerste berekening is het bbp in 2020 met 3,8% procent gekrompen ten opzichte van een jaar eerder. In 2019 groeide de economie nog met 1,7%. De krimp is vooral veroorzaakt door de lagere consumptie door huishoudens, maar ook de investeringen en het handelssaldo droegen bij aan de krimp. De overheidsconsumptie groeide wel licht.

Consumenten hebben vorig jaar 6,6% minder besteed dan in 2019. Dit is de grootste krimp van de consumptie die het CBS ooit heeft gemeten. Consumenten gaven vooral veel minder uit aan horeca, recreatie en cultuur, vervoer en kleding. Aan voedingsmiddelen, woninginrichting en elektrische apparaten hebben ze echter meer besteed dan een jaar eerder.

De consumptie door de overheid groeide met 0,2%. Vooral de collectieve consumptie (uitgaven aan overheidsdiensten zoals politie, defensie en openbaar bestuur, die niet aan individuele burgers toe te rekenen zijn) lag hoger dan een jaar eerder.

Minder geïnvesteerd in vervoermiddelen

In 2020 zijn de investeringen in vaste activa met 3,2% gekrompen. Er werd vooral minder geïnvesteerd in vervoermiddelen zoals personenauto’s, vrachtwagens en vliegtuigen. Daarnaast werd er ook minder geïnvesteerd in woningen en bedrijfsgebouwen. De investeringen in infrastructuur en computers groeiden wel.

De uitvoer van goederen en diensten is in 2020 met 4,3% gedaald. Vooral de uitvoer van transportmiddelen, aardolieproducten en diensten (onder meer de uitgaven van buitenlandse bezoekers in Nederland) waren fors lager dan een jaar eerder. De export van chemische producten groeide daarentegen het hardst. De export van Nederlands fabricaat kromp met 3,7%, terwijl de wederuitvoer (de uitvoer van eerder ingevoerde producten) 0,3% lager uitkwam

De invoer van goederen en diensten kromp met 4,5%. Nederland voerde vooral minder diensten (onder meer de uitgaven van Nederlanders in het buitenland), transportmiddelen en delfstoffen in.De krimp van de invoer was in procenten groter dan die van de uitvoer, maar in absolute bedragen kromp de uitvoer sterker. Hierdoor had het handelssaldo een negatieve bijdrage van bijna 0,3 procentpunt aan de economische groei.

Grote krimp in horeca en cultuur- en recreatiesector

Het volume van de toegevoegde waarde van de horeca was door de verschillende lockdowns in 2020 bijna 41% lager dan een jaar eerder. Ook de krimp van de toegevoegde waarde van de bedrijfstak cultuur, recreatie, sport en overige diensten was in 2020 met 24,5% buitengewoon fors. Evenementen, festivals en voorstellingen en dergelijke mochten een groot deel van het jaar niet, of slechts voor kleine groepen gehouden worden. Ook sportclubs en recreatieparken waren een groot gedeelte van het jaar beperkt geopend, of helemaal gesloten.

Andere bedrijfstakken met een forse krimp waren de delfstoffenwinning, de vervoerssector, de zakelijke dienstverlening en de zorg. De krimp van de delfstoffenwinning hangt samen met de verder teruggeschroefde gaswinning. De krimp van de vervoerssector bedroeg bijna 16%. Deze bedrijfstak bestaat behalve uit goederenvervoer ook uit sterk door de coronacrisis getroffen sectoren als het openbaar vervoer en de luchtvaart.

De toegevoegde waarde van de totale zakelijke dienstverlening lag 6,1% lager dan een jaar eerder. In de zakelijke dienstverlening krompen vooral de uitzend- en reisbranche heel hard. De specialistische zakelijke dienstverleners, zoals architecten en adviesbureaus, noteerden wel een lichte groei.

De productie van de zorg daalde met 5,1% doordat tijdens de coronacrisis per saldo minder gezondheids- en zorgdiensten werden geleverd. In bijvoorbeeld ziekenhuizen werden vooral in het tweede kwartaal veel afspraken en operaties uitgesteld of geannuleerd. Huisartsen hebben ook minder zorg geleverd gedurende de periode waarin de coronapandemie op zijn hevigst was.

De industrie kromp met 2,3%, met als meest negatieve uitschieter de transportmiddelenindustrie en als grootste positieve uitschieter de machine-industrie. De bouwproductie was 0,4% lager dan een jaar eerder