Economie krimpt met 0,2% in derde kwartaal 2022

Volgens de tweede berekening van het CBS daalde het bruto binnenlands product (bbp) in het derde kwartaal van 2022 met 0,2% ten opzichte van het tweede kwartaal. Bij de eerste berekening, die is gepubliceerd op 15 november, kwam de krimp ook uit op 0,2%. De tweede berekening van het bbp wordt ongeveer 85 dagen na afloop van het kwartaal gepubliceerd.

De stijging van de consumptie huishoudens is bijgesteld van 0,1 naar 0,5%. Ook de investeringen zijn iets naar boven bijgesteld, van -1,7 naar -1,6%. De daling van de overheidsconsumptie is echter aangepast van -0,1 naar -0,4%. Per saldo veranderde het groeicijfer niet. Ook het totaalbeeld is niet veranderd. De krimp komt vooral doordat er minder is geïnvesteerd en dan vooral in woningen en infrastructuur.

Tweede berekening

De tweede berekening wordt 85 dagen na afloop van het kwartaal gemaakt. De eerste berekening, ongeveer 45 dagen na afloop van een kwartaal, is op basis van de dan beschikbare informatie. Na deze eerste berekening komt voortdurend meer informatie beschikbaar over de Nederlandse economie, zoals van de bouw, de zakelijke dienstverlening, de horeca, de overheid, de zorg en de financiële instellingen die vervolgens wordt verwerkt in nieuwe berekeningen.

De absolute bijstelling van de tweede berekening ten opzichte van de eerste berekening was de afgelopen vijf jaar (2017-2021) gemiddeld 0,09 procentpunt. De twee uitersten bedroegen -0,3 en 0,7 procentpunt, allebei in 2021.

Groei ten opzichte van het derde kwartaal van 2021

Ten opzichte van een jaar eerder groeide de economie in het derde kwartaal met 3,1%. Volgens de eerste berekening was dat ook 3,1%. Het totaalbeeld is niet veranderd. Vooral het handelssaldo, de consumptie door huishoudens en de investeringen droegen bij aan deze groei.

Volgens de tweede berekening steeg het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in het derde kwartaal met 53.000 ten opzichte van het tweede kwartaal van 2022. De eerste berekening kwam uit op een toename van 59.000 banen. Ten opzichte van het derde kwartaal van 2021 waren er in het derde kwartaal van 2022 volgens de tweede berekening 375.000 banen van werknemers en zelfstandigen meer. Dat was bij de eerste berekening 386.000.