Economie krimpt in 2020 het sterkst in Noord-Holland en Groningen

In de provincies Noord-Holland en Groningen is de economie in 2020 het sterkst gekrompen ten opzichte van een jaar eerder, met respectievelijk ongeveer 7 en 5 %. Flevoland was met een krimp van ongeveer 2% de provincie die relatief de kleinste terugval heeft ervaren. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers. Vorige week maakte het CBS bekend dat de economie landelijk in 2020 met 3,8% is gekrompen.

De krimp in Noord-Holland werd met name veroorzaakt door minder vliegverkeer op Schiphol en het stilvallen van de reisbemiddelingsbranche. De krimp van ongeveer 5% in de provincie Groningen werd vooral veroorzaakt door de verminderde gaswinning. De economie van Limburg kromp met ongeveer 4% en in de resterende provincies was de krimp ongeveer 3%. De economie in Flevoland is nog het minst gekrompen (ongeveer -2%). De krimp bleef beperkt door goed presterende leasebedrijven en de groei van de detail- en groothandel. Verder hebben de door de crisis getroffen bedrijfstakken, zoals de horeca, reisbemiddeling en personenvervoer, een minder groot aandeel in de economie van Flevoland.

Economie Delfzijl houdt het beste stand

In 2020 is de economie van regio Delfzijl en omstreken het minst gekrompen, met ongeveer 1%. Delfzijl en omstreken had in het eerste en vierde kwartaal van 2020 een positieve groei. Vooral de productie van enkele branches in de industrie droeg hieraan bij.

De regio’s Haarlemmermeer en Amsterdam kenden in 2020 een relatief grote krimp, van rond de 18 en 7%. Haarlemmermeer is voor een groot deel afhankelijk van de luchtvaart en de daaraan gerelateerde dienstverlening. In Amsterdam hebben de reisbemiddeling en de horeca een groot aandeel. Deze bedrijfstakken zijn in 2020 flink geraakt door de coronacrisis.

In het vierde kwartaal krimp in bijna alle regio’s

In de meeste regio’s kromp de economie in het vierde kwartaal van 2020 met ongeveer 1 tot 3%. De krimp werd vooral veroorzaakt door de impact van de coronamaatregelen op de horeca, reisbemiddeling en de cultuursector. In de regio’s Oost-Groningen en Overig Groot-Rijnmond is de omvang van de economie onveranderd gebleven. De regio’s Delfzijl en omstreken en Zeeuws-Vlaanderen groeiden met ongeveer 1%. Dit werd veroorzaakt door een stijging van de productie van enkele branches in de industrie.

Evenals in het derde en het tweede kwartaal is de krimp in het vierde kwartaal het grootst in Haarlemmermeer (ongeveer -18%). De krimp is wel minder groot dan in de voorgaande twee kwartalen. Amsterdam laat in het vierde kwartaal een economische krimp zien van ongeveer 6%. Ook in regio agglomeratie Haarlem is de krimp van ongeveer 4% relatief groot. Deze krimp werd voornamelijk veroorzaakt door teruglopende resultaten in de bedrijfstakken cultuur, sport en recreatie, vervoer, reisbemiddeling, en horeca. De verminderde gaswinning zorgde ook in het vierde kwartaal voor een krimp in Overig Groningen van ongeveer 4%. In alle regio’s kromp de economie het hardst in het tweede kwartaal.