Daling export tuinbouwproducten in april 2020

De tuinbouwexport was in april 2020 11% lager dan in april 2019. De daling was met 35% het hoogst voor de export van snijbloemen. Dat melden het CBS en onderzoeksinstituut Wageningen Economic Research op basis van onderzoek op verzoek van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Na snijbloemen was de grootste krimp bij de overige sierteelt (planten, boomkwekerijproducten, bloembollen), met een afname van 18%, en bij groenten met 1% krimp. De export van fruit nam in april 2020 nog licht toe (2%), maar wel aanzienlijk minder dan in de eraan voorafgaande maanden. Voor alle branches binnen de tuinbouw zwakte de export sinds januari elke maand verder af.

Voor de gehele Keten Tuinbouw en Uitgangsmaterialen (T&U), met bijvoorbeeld groente-, fruit- en bloementelers, maar ook zaadveredelaars en kassenbouwers, speelt export een belangrijke rol: de keten is goed voor 4,7% van de totale export van goederen door Nederland. In 2019 exporteerde de tuinbouwketen voor 24,5 miljard euro.

Tuinbouwketen goed voor 2,7 procent van bbp

Bedrijven in de tuinbouwketen droegen in 2018 21,1 miljard euro bij aan de Nederlandse economie. Dat is 2,7% van het bbp. Dat is zowel de directe bijdrage vanuit de sectoren als de indirecte bijdrage vanuit andere bedrijven (zoals bank- en accountancydiensten ten behoeve van de tuinbouw). De tuinbouwketen is goed voor 3,4% van de totale werkgelegenheid. Het betrof 254.000 arbeidsjaren in 2018. Daarbij gaat het zowel om mensen die bij de tuinbouwbedrijven zelf werken, als mensen die indirect werkzaam zijn in de keten of dienstverlenend aan de sector, zoals uitzendkrachten die als seizoenarbeiders in de tuinbouw werken.

Van de totale uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling (R&D) in Nederland wordt 4,5% door de tuinbouwketen gedaan (0,8 miljard euro in 2017). Innovatie ligt bijvoorbeeld op het vlak van (glas)tuinbouwtechniek, en veredeling en vermeerdering van zaden en jonge planten.