Werkgevers in de financiële sector verwachten in het tweede kwartaal van dit jaar minder medewerkers aan te nemen. Het netto werkgelegenheidscijfers, het percentage werkgevers dat verwacht dat het totaal aantal werknemers volgend kwartaal zal toenemen, min het percentage werkgevers dat juist een afname van het aantal werknemers verwacht, komt voor de komende drie maanden op min 3 uit. Dat is één van de uitkomsten uit de ManpowerGroup Employment Outlook Survey (MEOS Q2 2019) uitgevoerd onder 59.000 werkgevers, waarvan 750 uit Nederland.
Voor de financiële sector het zelfs de eerste negatieve werkgelegenheidsverwachting sinds het eerste kwartaal van 2014, oftewel voor het eerst sinds vijf jaar. Voor het eerste kwartaal van dit jaar kwam dit cijfer op + 2 uit en voor het laatste kwartaal van 2018 was dit zelfs + 14 blijkt uit in vijf jaar. Maar liefst tweederde van de werkgevers in de financiële sector zegt dat veel moeite kost om geschikte kandidaten te vinden voor hun openstaande vacatures. 42% van hen zegt daarom betere arbeidsvoorwaarden te bieden ten opzichte van vorig jaar. Slechts 45% van de werkgevers in de financiële sector geeft aan meer te investeren in het om- en bijscholen van huidige medewerkers.
Jeroen Zwinkels, Algemeen Directeur ManpowerGroup Nederland: “Scholing is dé oplossing voor de huidige krapte op de Nederlandse arbeidsmarkt. In de toekomst hoeven werkgevers zich niet meer blind te staren op het vinden van de perfecte kandidaat. In plaats daarvan moeten potentiele werknemers worden beoordeeld op hun groeicapaciteit, waarbij de werkgever zorgt voor additionele scholing en trainingen.”
Negatieve en positieve verwachtingen
Van de negen onderzochte arbeidssectoren boekten behalve de financiële sector ook landbouw, bosbouw en visserij (min 4 resp. min 4 en + 13) en transport, opslag en communicatie (min 1 resp min 1 en + 5) een negatieve score.Uit Manpower’Group Employment Outlook Survey komt verder naar voren dat ten opzichte van vorig kwartaal de werkgelegenheidsverwachting onder Nederlandse werkgevers hetzelfde is gebleven. Het werkgelegenheidscijfer komt uit op +4% en illustreert het positieve voornemen van werkgevers om medewerkers aan te nemen.
“Hoewel de werkgelegenheidsverwachting ten opzichte van vorig kwartaal gelijk is gebleven, is deze op jaarbasis met maar liefst vijf procent gedaald”, zegt Jeroen Zwinkels, Algemeen Directeur ManpowerGroup Nederland. “Vergeleken met het afgelopen jaar is het voor Nederlandse werkgevers nog lastiger om de juiste kandidaten te vinden voor hun openstaande vacatures.”
Energie, bouw
en mijnbouw positief
Werkgevers in de energiesector (+19%), de bouw
(+14%) en de mijnbouw/delfstofwinning (+
13%) zijn het meest optimistisch, gevolgd door de sectoren horeca (+ 7), productie (+ 5) en de overheid en
maatschappelijke dienstverlening (+4). Zwinkels: “Digitalisering en
automatisering zijn niet alleen van invloed op de inhoud van banen, ze
veranderen ook de gevraagde kennis en vaardigheden om succesvol te zijn. In
plaats van salarisverhogingen of nieuwe medewerkers aan te nemen, raad ik
werkgevers aan te investeren in hun huidige werknemers met behulp van om- of
bijscholing.”
Regionale verschillen
Zowel
werkgevers uit het oosten (+12%) als het westen (+8%) van Nederland verwachten
dit kwartaal meer werknemers aan te nemen. Opvallend zijn echter de verschillen
met het zuiden (-1%) en het noorden (-4% ) van het land, waar werkgevers
negatief zijn over de aanwas van nieuwe medewerkers. Zwinkels: “Deze cijfers
laten zien dat er ook op landelijk niveau aanzienlijke verschillen bestaan in
het optimisme onder werkgevers. Het zou kunnen dat de negatieve
werkgelegenheidsverwachting te wijten is aan de krimpende bevolkingsaantallen
in zowel het noorden als het zuiden van Nederland waardoor het werkgevers meer
moeite kost om hun vacatures vervuld te krijgen.”
Werkgevers
in alle Europese landen blijven positieve werkgelegenheidscijfers rapporteren.
Spanje is het minst optimistisch (0%). Duitsland noteert +8%, België +6%.
Italië, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk zijn onderdeel van een grotere
groep landen met een bescheiden +4%.