Vier van de vijf ZZP-ers heeft geen arbeidsongeschiktheidsverzekering; kwart bouwt geen pensioen op

Van der 873.000 zelfstandigen zonder personeel (zzp-ers) met een hoofdinkomen uit ondernemerschap betaalde in 2015 bijna 20% premie voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) en ruim 10 procent premie voor een lijfrente. Dit is weliswaar lager dan in 2014, maar de afname van beide inkomensverzekeringen is kleiner dan in eerdere jaren, zo blijk uit de resultaten van de Zelfstandigen Enquête Arbeid 2017 (ZEA) van CBS en TNO.

De voornaamste reden voor zzp-ers om geen arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten, zijn de kosten: 72,3% vindt de premie te duur, 23,8% geeft aan het financiële risico zelf te kunnen dragen en 21% zegt terug te kunnen vallen op de inkomsten van de partner. Daarnaast stelt een op de zeven (14,4%) verzekeraars niet te vertrouwen, voert 9,7% als reden aan nooit gezondheidsklachten te hebben, vindt 4,4% de AOV te ingewikkeld en is 1,2% als verzekerd via het UWV. Net als bij het pensioen hangt ook het afsluiten van een arbeidsongeschiktheidsverzekering samen met de financiële situatie van de onderneming. Zelfstandig ondernemers zonder personeel zijn minder vaak verzekerd tegen de gevolgen van arbeidsongeschiktheid naarmate ze er financieel slechter voorstaan.

Behalve bij zzp-ers daalde ook bij zelfstandigen met personeel (zmp-ers) het aandeel met een private inkomensverzekering tijdens de crisisjaren. Het aandeel zmp-ers met een arbeidsongeschiktheidsverzekering stabiliseerde in 2015 en bij de private pensioenverzekering is net als bij zzp-ers de daling afgevlakt. Zelfstandigen met personeel verzekeren zich vaker tegen arbeidsongeschiktheid dan zzp-ers (33,5% tegen 19,7%). Ook hebben meer zmp-ers een private pensioenverzekering of lijfrente dan zzp-ers (17,2% tegen 10,4%. Verzekerde zzp-ers droegen in doorsnee 7,0% van hun bruto-ondernemersinkomen af aan AOV-premie en zmp-ers 7,3%. Bij de lijfrentepremies gaat het om respectievelijk 4,1 en 3,6%. Het doorsnee-inkomen van zmp-ers is met 42.800 euro bijna twee keer zo groot als dat van zzp-ers (23.100 euro).

Verschillen per leeftijd en bedrijfstak

Jongere en oudere zzp-ers zijn het minst vaak verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid. Wel gaat het om kleine groepen: in 2015 was 3% van de zzp-ers jonger dan 25 jaar en was 7,9% verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid; 4% van de zzp-ers was 65 jaar of ouder en slechts 0,9% van hen had een AOV. Ruim de helft van de zzp-ers was 45 tot 65 jaar (52%) en 41% was tussen de 25 en 45 jaar. Van deze leeftijdsgroepen had iets meer dan een vijfde een arbeidsongeschiktheidsverzekering, resp. 21,9% en 20,4%.

De groep zzp-ers van 25 tot 45 jaar had vanaf 2011 steeds minder vaak een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid of een lijfrente. Ook in 2015 daalde het aandeel met een arbeidsongeschiktheidsverzekering nog bij deze groep. Oudere zzp-ers van 45 tot 65 jaar hadden in 2015 voor het eerst in jaren weer vaker een arbeidsongeschiktheidsverzekering, terwijl het aandeel met een lijfrenteverzekering stabiliseerde.

Zzp-ers in de bouw hebben het vaakst een arbeidsongeschiktheidsverzekering (34%). In de financiële dienstverlening had 30,3% een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid en landbouw, bosbouw en visserij en financiële dienstverlening 29,6% procent, een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid. In de sector cultuur, recreatie en overige diensten was het aandeel het kleinst: hier betaalde 8,2% van de zzp-ers premie voor zo’n verzekering, in de categorie handel, vervoer en horeca was dat 12,9% en bij verhuur en handel van onroerende zaken 15,8%. In de nijverheid en energiesector heeft 24,4% van de zzp-ers een AOV, in de zakelijke diensterlening 22,3%, in de informatie- en communicatiebranche 19,2% en in de overheid en zorg 17,9%.

Pensioenvoorziening

Een op de vier zelfstandig ondernemers zonder personeel heeft naar eigen zeggen geen pensioenvoorziening getroffen. Van de vrouwen heeft zelfs een op de drie niets geregeld. De meest genoemde reden is dat ze het niet kunnen betalen; iets meer dan de helft (52,9van de zelfstandig ondernemers zonder personeel geeft dat aan. Andere redenen zijn dat ze er nog niet aan toe zijn gekomen (27%), het pensioen nog ver weg is (20%) of dat de partner een god pensioen heeft (10%). Als het pensioen dichterbij komt, neemt het aandeel zelfstandig ondernemers zonder personeel dat géén voorzieningen treft weliswaar af, maar nog steeds heeft 20%van de 55-plussers niets geregeld.

Zzp-ers die wel voorzieningen voor het pensioen hebben getroffen doen dat voornamelijk door te sparen of te beleggen (37%), of door te investeren in hun eigen woning (33%), waar ze op latere leeftijd van hopen te profiteren. Aangesloten zijn bij een pensioenfonds komt met 27% op de derde plaats. Het treffen van pensioenvoorzieningen hangt duidelijk samen met de financiële situatie van de onderneming. Naarmate die situatie beter is, is het percentage ondernemers met een pensioenvoorziening groter. Maar ook van de ondervraagden die aangeven er financieel gezien goed tot zeer goed voor te staan, heeft ruim 16% niets gedaan voor het pensioen