Turien biedt naast cyberverzekering van Hiscox en Zurich ook die van Chubb aan

De toenemende belangstelling voor cyberverzekeringen bij financieel advieskantoren is voor Turien & Co. reden om naast de verzekeringen van Hiscox en Zurich ook de cyberverzekering van Chubb aan te gaan bieden. “ Wij zien bij de met ons samenwerkende advieskantoren de belangstelling voor cyberverzekeringen toenemen”, aldus Björn Jalving, teamleider marketing en productmanagement van Turien & Co. Assuradeuren. “In de afgelopen twee jaar zagen we de belangstelling voor dit risico langzaam maar zeker groeien. We zien nu echter een duidelijke versnelling hierin.”

In de media is volgens Jalving volop aandacht voor misbruik van digitale informatie. “Illustratief hiervoor zijn de extra procedures die ingevoerd moesten worden rondom de verkiezingen voor de leden van de Tweede Kamer. Cybercrime is helaas iets normaals geworden. Vrijwel elke ondernemer is inmiddels óf zelf slachtoffer geworden van cybercrime óf kent wel collega’s waar opeens computerbestanden geblokkeerd waren en die alleen door het betalen van een afkoopsom (ransom) veiliggesteld konden worden. Door de groeiende bewustwording bij ondernemers wordt het voor adviseurs ook makkelijker om dit onderwerp in de risicoanalyse en de gesprekken met ondernemers mee te nemen.”

 
Niet bespreken is geen optie
De schattingen zijn dat de schade als gevolg van cyberrisico’s op dit moment rond de 10 miljard euro op jaarbasis bedraagt. Naast cybercrime gaat het dan ook om zaken als schade als gevolg van datalekken. Daarmee is dit risico zo manifest dat zowel voor de adviseur als voor de ondernemer het geen optie meer is om dit risico geen aandacht te geven. “De adviseur die dit risico niet bespreekt kan – indien de ondernemer hierdoor schade lijdt – verweten worden zich niet als een redelijk handelend en redelijk bekwaam adviseur te hebben gedragen door dit risico niet te signaleren noch hierover aanbevelingen te doen aan de ondernemer”, aldus Jalving. “Ook de ondernemer zelf kan zich niet veroorloven dit risico te negeren. Cybercrime kan de continuïteit van de onderneming in gevaar brengen. Onder advocaten zien wij al discussies ontstaan of een directeur die een zo belangrijk risico negeert bij faillissement verweten kan worden onbehoorlijk te hebben bestuurd”.


Op dit moment is er een beperkt aantal verzekeraars die cyberverzekeringen aanbieden, maar Jalving verwacht dat in de komende tijd meerdere aanbieders met nieuwe verzekeringen op de markt zullen komen. “Dat is een goede zaak. De verschillen tussen ondernemingen en organisaties zijn namelijk groot. Bij een horecaondernemer is het bijvoorbeeld van belang dat er dekking is voor voedsel dat als gevolg van de cybercrime bedorven raakt. Die dekking heeft natuurlijk een prijs maar dat onderdeel van de dekking is minder belangrijk voor bijvoorbeeld een advocatenkantoor. Een dergelijk kantoor heeft weer meer belang bij bescherming van aanspraken door derden (third party-verzekering).”

 

 

 

 

In

 

 

 

 

laverblad duikt in het rood

branche 1222 1

Klaverblad Verzekeringen heeft 2016 afgesloten met een nettoverlies van € 52,8 miljoen. In 2015 was dat nog een bescheiden winst van € 2,5 miljoen. Het lagere resultaat is volgens de verzekeraar uit Zoetermeer voornamelijk het gevolg van de verder gedaalde marktrente en grote (hagel)schades.

Klaverblad Verzekeringen heeft 2016 afgesloten met een nettoverlies van € 52,8 miljoen. In 2015 was dat nog een bescheiden winst van € 2,5 miljoen. Het lagere resultaat is volgens de verzekeraar uit Zoetermeer voornamelijk het gevolg van de verder gedaalde marktrente en grote (hagel)schades.

Klaverblad Verzekeringen heeft een grote portefeuille levensverzekeringen met een lange looptijd. De daling van de rente in 2016 had een negatief effect van € 59,5 miljoen op het resultaat van deze portefeuille. Daarnaast hadden de hagelstorm in de zomer van 2016 en twee grote brandschades een negatief effect op het resultaat van in totaal ruim € 7 miljoen.

Stijging premie-inkomen

Tegenover het negatieve resultaat staat een plus in de omzet. De brutopremies stegen met 3,3% van € 190,6 miljoen in 2015 tot € 196,8 miljoen in 2016. De stijging van het premie-inkomen komt voor een groot deel voor rekening van de schadeverzekeringen. Het premie-inkomen hiervan steeg met 6,3% tot € 86,4 miljoen.
Ook het premie-inkomen voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen steeg in 2016 opnieuw. De stijging bedroeg 4,4%. Daarmee kwam het premie-inkomen op  € 43,0 miljoen. Het premie-inkomen voor levensverzekeringen daalde met 1,1% tot € 67,4 miljoen.

De solvabiliteitsratio voor de groep kwam uit op 162%.

Eerste publicatie door Robert Paling op 20 apr 2017

LAVERBLAD SLUIT 2016 ZWAAR VERLIESLATEND AF

Klaverblad behaalde over 2016 een negatief resultaat na belastingen van 52,8 miljoen euro. Over 2015 werd nog een winst van 2,5 miljoen euro geboekt. Het lagere resultaat is voornamelijk het gevolg van de verder gedaalde marktrente en grote schades.
20 april 2017

“De lage rentestand heeft invloed op de waarde van voorzieningen, vooral als die betrekking hebben op de lange termijn”, aldus Klaverblad Verzekeringen, dat een grote portefeuille levensverzekeringen heeft met een lange looptijd. De daling van de rente in 2016 had een negatief effect van € 59,5 miljoen op het resultaat van deze portefeuille.Daarnaast hadden de hagelstorm in de zomer van 2016 en twee grote brandschades een negatief effect op het resultaat van in totaal ruim € 7 miljoen.

Wel stegen in 2016 de brutopremies met 3,3% van € 190,6 miljoen in 2015 tot € 196,8 miljoen in 2016. Deze stijging komt voor een groot deel voor rekening van de schadeverzekeringen. Het premie-inkomen hiervan steeg met 6,3% tot € 86,4 miljoen.Ook het premie-inkomen voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen steeg in 2016 opnieuw. De stijging bedroeg 4,4%. Daarmee kwam het premie-inkomen op € 43,0 miljoen. Het premie-inkomen voor levensverzekeringen daalde met 1,1% tot € 67,4 miljoen.

Tags: klaverblad

0

 

Jorg Roodbeen vervangt Jorg Roodbeen binnen NVGA-bestuur

Tijdsens de  Algemene Ledenvergadering van de NVGA, die gisteren (19 april jl. ) plaatsvond in ’t Spant! in Bussum, is afscheid genomen van Ron Krisman, na zes jaar uit het bestuur is getreden. In zijn plaats is Jorg Roodbeen benoemd. Roodbeen is vennoot en algemeen directeur van Klap, waaronder Gouda & Bredius Assuradeuren in Amsterdam.

Het NVGA-bestuur wordt voorgezeten door Ron Gardenier en bstaat behalve uit hem en TRoodbeen uit mr. P.L.M.J. Heuts (vice-voorzitter), mr. M.C. van Loon (secretaris/penningmeester), S.J.M. Bell, A. van den Bergm drs. M.J. de Nijs en drs. M. van Romondt

 

·

NH1816 staakt verlening exertiseopdrachten aan CED

Verzekeraar  NH1816 stopt met het verlenen van expertiseopdrachten aan CED. Dit schrijft directeur Alex Verëll in een brief aan de Tuchtraad Financiële Dienstverlening van het Kifid, meldt Verzekeringsklachten.nl op zijn website. “De brief was een reactie op een klacht welke dit klachtenplatform bij de Tuchtraad had ingediend, dat verzekeraars gebruik maken van eigen loondienstexperts of van de diensten van CED-experts, terwijl CED eigendom is van de diverse verzekeraars. De expert maakt daarmee uit van dezelfde partij als de verzekeraar en van onpartijdigheid -of de schijn daarvan- is dan geen sprake meer.”

In de brief geeft Verëll wél toe dat NH1816 een belang in CED heeft, maar volgens hem komt daarmee de onafhankelijkheid niet in het gedrang en is de Gedragscode daarmee niet overtreden. Verëll benadrukte dat het besluit om met CED te stoppen ‘geheel los staat van de -naar de mening van NH1816- onterechte klacht’.De Tuchtraad liet weten dat de schriftelijke fase van de klacht nu was afgerond.

 .

 

 

4

·

 

Moneyview en Independer achten meer transparantie nodig in dekking reisverzekeringen

.

Independer en MoneyView willen dat de reisverzekeraars hun afschrijvingslijsten openbaar mken, zodat verzekeringen beter met elkaar vergeleken kunnen worden en de consument kan inzien waar hij bij schade recht op heeft. MoneyView en Independer hebben hiertoe alle Nederlandse verzekeraars benaderd. Inmiddels heeft 70% van de verzekeraars de lijsten openbaar gemaakt of toegezegd dit op korte termijn te zullen doen. Van de overige verzekeraars is eenderde slechts beperkt transparant, door delen van de lijst openbaar te maken. De laatste groep, 18% van de verzekeraars, weigert tot dusver de afschrijvingslijsten vrij te geven.

Op de bagagedekking van de reisverzekering wordt het vaakst een beroep gedaan. In de meeste gevallen betreft het schade aan een smartphone, aldus de onderzoekers. Wat de verzekering vervolgens uitkeert is onder meer afhankelijk van de dagwaarde van het toestel.. Analyse door MoneyView van wat nu openbaar is toont dat er relevante verschillen zijn in de berekening van de dagwaarden. Bij een smartphone van 2,5 jaar oud met een nieuwwaarde van € 500 loopt dat bijvoorbeeld uiteen van € 83 tot € 250. Bovendien moet de consument rekening houden met een maximering van de uitkering, zoals die vastgelegd is in de polisvoorwaarden van de reisverzekering.

ProductRating

MoneyView heeft ook de jaarlijkse ProductRating opgesteld van doorlopende en kortlopende reisverzekeringen. Bij doorlopende reisverzekeringen zijn de vijf sterren voor de prijsstelling voor SNS (Doorlopende Reis Europa Plus/Wereld), Univé (Doorlopende Reisverzekering) en Zelf (Doorlopende Reis Europa Plus/Wereld). Vijf sterren voor voorwaarden gaan naar ABN AMRO (Doorlopende Reisverzekering), ANWB/Unigarant (Doorlopende Reis Compleet/Uitgebreid) en Europeesche (Doorlopende Reis Optimaal). Bij kortlopende reisverzekeringen gaan de vijf sterren voor prijs naar OHRA (Kortlopende Reisverzekering) en Zelf (Kortlopende Reisverzekering). De vijf sterren voor voorwaarden in deze categorie gaan naar ANWB/Unigarant (Kortlopende Reis Compleet/Uitgebreid) en Europeesche (Kortlopende Reis Optimaal).

Slecht nieuws: hoe breng je dat?

​“Het goede nieuws is: er is veel belangstelling voor deze bijeenkomst over slecht nieuws.” Met deze woorden opende Harold Herbert, directeur van het Verbond, de eerste informatiebijeenkomst in een programma over klantcommunicatie.
Het Verbond van Verzekeraars organiseerde onlangs voor de eerste keer een informatiebijeenkomst over klantcommunicatie, Centraal stond de vraag: hoe kun je klantgericht communiceren over zaken als premieverhogingen, afwijzingen van claims of het niet accepteren van een verzekeringsaanvraag? Gevoelige materie, omdat klanten het krijgen van een verzekering beschouwen als een onvervreemdbaar recht, zo bleek uit een discussie op het consumentenplatform van het Verbond, Ook vinden klanten dat verzekeraars rekening moeten houden met hoe vaak er in het verleden is geclaimd. “Ik claim nooit iets, ben altijd netjes en nu wordt mijn verzoek afgewezen”, is dan de reactie. Hoe ga je daar als verzekeraar mee om?

Mediastorm

Een praktijkvoorbeeld van uitvaartverzekeraar Ardanta werd behandeld. Een standaard afwijzingsbrief bij de aanvraag werd door de klant op Facebook geplaatst en binnen 48 uur door naar schatting 2,5 miljoen mensen gezien. Die konden – zacht gezegd – weinig waardering voor de gang van zaken opbrengen. Woordvoerster Anita Wassink (a.s.r.) en directeur Guido Horst (Ardanta) vertelden hoe ze in die mediastorm handelden. Hun adviezen: “Zorg dat je een protocol hebt dat je kan gebruiken bij calamiteiten, zodat je elkaar juist in het weekend snel kunt vinden. Ook is het belangrijk om je webcare op orde te hebben, zodat je snel kunt reageren en in overleg kan treden met de betreffende klant (niet online). En ten slotte: evalueer en leer.”

De emotionele lading van de afwijzing was enorm groot, omdat het een negenjarig meisje betrof dat aan leukemie leed. Volgens de verzekeringslogica een onverzekerbaar risico, maar hoe breng je dat nieuws? Guido Horst: “Zo’n afwijzing wordt als heel ingrijpend ervaren. Je moet dat eigenlijk altijd laten voorafgaan door een telefoontje. Leef je in, toon empathie. En eigenlijk moet je elke drie jaar je processen herzien.”

Parallellen

Voormalig longarts Mariska Koster vertelde uit haar praktijk: “Doorgaans was negentig procent van mijn patiënten na de eerste handdruk binnen een jaar overleden en daar moest ik ze op voorbereiden.” Koster, inmiddels werkzaam bij het Zilveren Kruis, ziet parallellen met de verzekeringssector, al is de problematiek in de medische sector vaak veel schrijnender. “Als een patiënt slecht nieuws hoort, zakt er een scherm, dan komt er geen informatie meer binnen. Er zijn altijd meerdere gesprekken nodig.” Haar advies: als slecht nieuws impactvol is, zorg voor persoonlijk contact, neem de tijd, besteed aandacht aan de relatie. “Daar staat een verzekeraar al met 5-0 achter in vergelijking met een arts, want die relatie is gebaseerd op vertrouwen en ontzag. Bij een negatief besluit van een verzekeraar denkt de klant: je kunt me helpen en je doet het niet!”

Weerstand

Het wetenschappelijk fundament kwam van Marieke Fransen, aan de Universiteit van Amsterdam gepromoveerd op het onderwerp ‘Weerstand tegen persuasieve communicatie’. Waarom consumenten in het verzet schieten, is populair geformuleerd haar expertise. En misschien belangrijker: hoe ga je daar mee om? Belangrijk element in haar betoog: zoek uit waar de weerstand vandaan komt. Is het een verstoorde relatie met de aanbieder, benoem dan hoe je die relatie ziet. Is het weerstand tegen verandering of verlies van vrijheid? Het is bepalend voor hoe je communiceert. “Kies je de rol van verkoper of adviseur? Breng je ook tegenargumenten in kaart of niet? Spreek je een klant persoonlijk aan?”

Boerenverstand

De hamvraag aan het slot van de bijeenkomst was vooral: hoe verhoudt de ambitie om persoonlijk, klantgericht en empathisch te communiceren zich met de eis om dit soort processen ook kostenefficiënt in te richten? Aan de hand van stellingen werd een en ander getoetst: Koster: “Leer met je boerenverstand te begrijpen welke impact een afwijzing heeft en realiseer je hoeveel het je kost als het misgaat. Het opvegen van de ellende kost honderd keer zoveel als de persoonlijke aandacht aan de voorkant van het traject.”

Ook slecht nieuws kan goed worden gebracht. Met die stelling was 92 procent van de deelnemers het eens, zo wees de interactieve stem-app uit. Er wordt nog te juridisch en te weinig empathisch gecommuniceerd: 87 procent. “We leven in een STP-wereld, we moeten aan de slag”, aldus een van de deelnemers. Genoeg om te overdenken. De volgende bijeenkomst klantcommunicatie is op 28 september.

Bron

Broin: Vebrond

Lees verder

VNAB zoekt nieuwe commissieleden

De VNAB wordt in haar werkzaamheden ondersteund door verschillende commissies. Deze commissies bestaan uit leden van de VNAB en fungeren voornamelijk als klankbord op verschillende onderwerpen. De VNAB kent op dit moment vijf commissies: Geschillencommissie, Adviescommissie ICT, Juridische Commissie, HR Commissie en Marketing & Communicatie Commissie. Daarnaast zijn er vier technische commissies ten behoeve van de branches Engineering, Transport, Varia en Brand.

De HR Commissie, Technische Commissie Engineering en Technische Commissie Varia zijn momenteel op zoek naar nieuwe commissieleden. Leden kunnen zich tot uiterlijk 30 april kandidaat stellen. Alle kandidaten worden voorgelegd aan de huidige commissieleden, die zich zullen beraden over de meest geschikte kandidaat.

HR Commissie
Vacature: makelaarslid
Contactpersoon: Irene Okkerman

Technische Commissie Engineering
Vacature: verzekeraarslid
Contactpersoon: Nikki van der Knaap

Technische Commissie Varia
Vacature: makelaarslid
Contactpersoon: Nikki van der Knaap

Publicatie datum: 6 april 2017

Statistieken Wft-examens (januari t/m maart 2017) en behaalde beroepskwalificaties (februari 2014 t/m maart 2017)

Datum: 12-04-2017

Dit nieuwsbericht bevat twee documenten met publicaties van statistieken: een document over de aantallen afgenomen examens en slagingspercentages (januari – maart 2017) en een document over de behaalde beroepskwalificaties (februari 2014 – maart 2017).

Het CDFD publiceert één keer per kwartaal de cijfers van het lopende PE-jaar op de website. In dit document treft u de cijfers aan met betrekking tot de aantallen afgenomen Wft-examens en slagingspercentages over de periode januari t/m maart 2017.

Daarnaast publiceert het CDFD eenmalig een overzicht van de beroepskwalificaties die in de periode februari 2014 t/m maart 2017 behaald zijn. Het CDFD is graag bereid eventuele vragen van journalisten en exameninstituten over deze statistieken te beantwoorden ter voorkoming van misinterpretaties.

Statistieken – periode januari 2017 tot en met maart 2017

Statistieken – beroepskwalificaties – periode februari 2014 tot en met maart 2017

Statistieken Wft Examens in de periode januari 2017 tot en met maart 2017 Inhoud: 1. Slagingspercentages per module per maand voor de Initiële examens 2. Aantal examens per module per maand voor de Initiële examens Disclaimer: · Bij de aantallen examens die hier worden genoemd, wordt geen onderscheid gemaakt tussen kandidaten die het examen voor de eerste keer maken en kandidaten die een herkansing doen. Het genoemde aantal examens is steeds de som van alle gemaakte examens per module per maand (eerste pogingen en herkansingen). De slagingspercentages zijn eveneens berekend over alle gemaakte examens per module per maand. · De gepresenteerde slagingspercentages hebben betrekking op het percentage succesvol afgelegde examens, en niet op het percentage geslaagde kandidaten. Een slagingspercentage van 70% voor een module betekent dat 70% van de afgenomen examens succesvol is afgelegd en 30% niet succesvol. Omdat in de slagingspercentages ook herkansingen zijn opgenomen ligt het aantal geslaagde kandidaten hoger dan 70%. Stel dat 1000 kandidaten een examen willen behalen dat een slagingspercentage van 70% heeft. Na de eerste poging zijn (1000*0,7=) 700 kandidaten geslaagd. De overige 300 kandidaten doen vervolgens een herkansing en hiervan slaagt wederom 70%. Het aantal geslaagden ligt dan op (700+300*0,7=) 910 kandidaten. Het slagingspercentage blijft op 70% liggen, maar het percentage geslaagde kandidaten is naar 91% gestegen. Het percentage geslaagde kandidaten zal, indien het slagingspercentage voor het examen boven de 0% ligt, met iedere herkansingsronde toenemen. · Bij een aantal modules is het aantal examens per maand relatief laag. Als een slagingspercentage gebaseerd is op minder dan 100 examens dan is dit percentage weinig betrouwbaar en is extra voorzichtigheid geboden bij de interpretatie van het slagingspercentage. · Het uitgangspunt van de Wft examens is het borgen van het vereiste niveau van vakbekwaamheid in de financiële dienstverlening en niet het behalen van bepaalde slagingspercentages. Het CDFD geeft geen waardeoordeel over specifieke slagingspercentages. · Het CDFD streeft continu naar optimale borging van de kwaliteit van de Wft examens. De examenvragen worden ontwikkeld door een team van itemschrijvers en vervolgens gecontroleerd door een team van toetsdeskundigen en externe inhoudsexperts. Eveneens wordt er voortdurend onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de Wft examens. Daarnaast heeft het CDFD de Commissie Examenontwikkeling en Kwaliteitsborging (CEK) ingesteld die zich onder meer bezighoudt met het borgen van de kwaliteit van de examinering en het examenproces. Meer informatie over examenontwikkeling en kwaliteitsborging kunt u vinden op de website van het CDFD. · Het CDFD is niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden en/of onvolkomenheden in de hieronder gepresenteerde statistieken. · Het CDFD publiceert één keer per kwartaal de statistieken van het lopende PE-jaar. 1. Slagingspercentages per module per maand voor de Initiële examens: jan. 17 feb. 17 mrt. 17 Totaal Initieel Basis 66,1% 73,7% 74,8% 71,9% Initieel Consumptief krediet 57,1% 59,9% 58,5% 58,5% Initieel Hypothecair krediet 37,6% 41,5% 44,2% 41,5% Initieel Inkomen 49,7% 55,4% 52,1% 52,3% Initieel Pensioen 38,9% 41,9% 46,4% 43,7% Initieel Schade particulier 54,4% 51,9% 56,4% 54,4% Initieel Schade zakelijk 62,6% 70,6% 67,8% 67,1% Initieel Vermogen 42,5% 51,8% 49,7% 48,4% Initieel Zorgverzekeringen 77,3% 68,3% 67,2% 70,1% Totaal Initieel 55,1% 59,4% 59,5% 58,2% 2. Aantal examens per module per maand voor de Initiële examens: jan. 17 feb. 17 mrt. 17 Totaal Initieel Basis 1245 1293 1721 4259 Initieel Consumptief krediet 431 397 523 1351 Initieel Hypothecair krediet 527 550 795 1872 Initieel Inkomen 149 157 292 598 Initieel Pensioen 72 86 192 350 Initieel Schade particulier 787 729 986 2502 Initieel Schade zakelijk 206 201 273 680 Initieel Vermogen 577 655 987 2219 Initieel Zorgverzekeringen 141 186 232 559 Totaal Initieel 4135 4254 6001 14390

Statistieken behaalde beroepskwalificaties in de periode februari 2014 t/m maart 2017 Inhoud: 1. Aantallen examens 2. Aantallen kandidaten en beroepskwalificaties 3. Specifieke beroepskwalificaties 4. Aantallen beroepskwalificaties per kandidaat Disclaimer: · Bij de aantallen beroepskwalificaties die hier genoemd worden, gaat het om het aantal unieke kandidaten die een bepaalde beroepskwalificaties behaald hebben door het behalen van de desbetreffende initiële examens of door een combinatie van één of meerdere PEplus examens en een juiste omwissel van oude geldig gehouden diploma’s. · Het genoemde aantal examens is steeds de som van alle gemaakte examens per module per maand (zowel eerste pogingen als herkansingen). De slagingspercentages zijn eveneens berekend over alle gemaakte examens per module per maand. • Vanwege onder andere een aantal personen met afwijkende (meisjes)namen en dubbele BSN-nummers kan er een kleine afwijking in de data zitten. Ook kan het zo zijn dat er een klein aantal behaalde beroepskwalificaties niet is meegenomen omdat deze nog niet verwerkt zijn. Vermoedelijk heeft dit geen significant effect op het totaalbeeld dat de statistieken schetsen. • Het CDFD is niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden en/of onvolkomenheden in de hieronder gepresenteerde statistieken

Slagingspercentage Wft-examens iets omhoog naar 58,2%

branche 140 0

De slagingspercentages van de initiële Wft-examens lagen in het eerste kwartaal van 2017 iets hoger dan over 2016. In de eerste drie maanden van dit jaar mondde 58,2% van de examens uit in een voldoende. In 2016 lag het slagingspercentage op 57,0%. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD).

In januari, februari en maart nam het CDFD in totaal 14.390 initiële Wft-examens af. Initieel Basis en Initieel Zorgverzekeringen hadden de hoogste slagingspercentages, respectievelijk 71,9% en 70,1%. Het examen hypothecair krediet werd in 41,5% van de gevallen met succes afgerond en was daarmee de moeilijkste toets.

Het percentage geslaagde kandidaten ligt overigens hoger. Het CDFD publiceert alleen de slagingspercentage van de examens. In die cijfers zitten ook herkansingen.

171.992 verwachte PE-examens

Het eerste kwartaal van 2017 was een PE-loze periode voor het CDFD. Tot eind december konden adviseurs hun PE Plus-examens halen. De nieuwe PE-periode is begin deze maand begonnen en loopt tot april 2019. Als iedereen zijn beroepskwalificatie wil behouden, moeten er de komende twee jaar 171.992 examens worden gedaan. Daarbij gaat het CDFD ervan uit dat een kandidaat alleen examens bij de topmodules wil halen. Iemand die de kwalificaties Basis, Schade Particulier en Schade Zakelijk heeft, hoeft alleen PE-examen Schade Zakelijk te doen en onderhoudt daarmee automatisch ook Basis en Schade Particulier.

25 tot 30% gaat geen examen doen

Hoeveel examens er dit jaar worden afgelegd, vindt het CDFD moeilijk in te schatten. In een interview met Assurantie Magazine vertelde CDFD-directeur Erik Mulder afgelopen maand dat 25% tot 30% van de financieel adviseurs zegt geen PE te gaan doen. “Van de rest zal niet netjes de helft in het eerste jaar komen en de andere helft in het tweede. Op basis van het verleden denken we eerder dat het 40/60 wordt.”

Eerste publicatie door Paul de Kuyper op 12 apr 2017

1

Reageer op dit artikel

Gerelateerde tags

AFM jaarverslag 2016: Scherp toezicht in een veranderend speelveld

De Autoriteit Financiële Markten heeft naar eigen zeggen in 2016 effectief gewerkt aan de verkleining van risico’s voor consumenten en beleggers. “Om innovatie te stimuleren is samen met DNB een InnovatieHub opgericht. Ook investeerde de AFM in technologie en nieuwe toezichtmethodieken op basis van gedragswetenschappen. Internationaal wordt meer en meer samenwerking gezocht. Met een gerichte toezichtaanpak wil de AFM bestaande problemen oplossen en toekomstige problemen voorkomen. Ingrijpen blijft nodig, in 2016 zijn 750 maatregelen getroffen en is €8,5 miljoen aan boetes opgelegd”, aldus de toezichthouder in het jaarverslag over 2016.

Merel van Vroonhoven, voorzitter van het bestuur van de AFM: “We hebben in 2016 goede voortgang geboekt met 3 strategische prioriteiten, gericht op het verkleinen van de risico’s in de financiële markten, het vernieuwen van ons toezicht en het vergroten van de wendbaarheid van onze organisatie.

·

·

·

o

·

·

·

·

·

Chubb lanceert Cyber Security Scan voor bedrijven

 

Chubb geeft verzekerden inzicht in de specifieke cyberrisico’s hun onderneming met de nieuwe Cyber Security Scan. Ook gaat de verzekeraar aanbevelingen noemen om de risico’s te beperken.

 

Bedrijven kunnen met de Cyber Security Scan de kans verkleinen dat ze slachtoffer worden van een cyberincident. Ook leren ze hoe te handelen als zo’n incident zich toch voordoet. De scan kijkt niet alleen naar de IT-gerelateerde cyberrisico’s, maar ook de veiligheidsrisico op het gebied van personeel, beleid en procedures. “We bieden meer dan dekking tegen cyberrisico’s alleen”, zegt directeur Ron Verhulsdonck van Chubb Benelux. “We willen klanten helpen om schade waar mogelijk te voorkomen en beperken.”

Geen wachtwoordbeleid

Onderdeel van de nieuwe Chubb-dienst zijn een IT-veiligheidsscan door informatiebeveiliger Kahuna en een organisatiescan door International Security Partners (ISP). De Cyber Security Scan is alleen bedoeld voor bedrijven met een omzet van €1 miljoen of meer die een beroepsaansprakelijkheidsverzekering of een cyberverzekering hebben.

Volgens Dirk van der Woude van ISP komen bedrijven geregeld in crisissituaties doordat ze hun organisatorische zaakjes niet goed voor elkaar hebben. “Er is geen crisismanagementstructuur, geen scheiding in autorisaties, wachtwoordbeleid ontbreekt of er zijn geen richtlijnen voor gebruik van eigen smartphones en tablets. Voorkomen begint met inzicht in de risicobestendigheid van je organisatie”, aldus Van der Woude.

Hackers vaak maandenlang ongemerkt actief

Bedrijven hebben bovendien vaak pas laat door dat ze slachtoffer zijn van cybercriminaliteit, zegt Marcel Kuiken van Kahuna. “Nederlandse bedrijven zijn dagelijks het slachtoffer van grote en kleine cyberincidenten. We zien met enige regelmaat dat hackers al maanden actief zijn binnen het netwerk. Soms is een kleine aanpassing in de IT-omgeving al genoeg om een risico significant te reduceren.”

 

·         cdfd

 

·         vakbekwaa

Unigarant en UVM zien omzet, winst en schadelast stijgen

schade 96 0

Unigarant en UVM Verzekeringsmaatschappij, beide onderdeel van ANWB, boekten in 2016 een winst van €29,8 miljoen. Een jaar eerder was dat €12,1 miljoen. De premieomzet waarover Unigarant provisie ontvangt van UVM liet een stijging zien van 8,7% en kwam over 2016 uit op €326,4 miljoen. Ook de schadelast nam toe.

 

De bruto schadelast van Unigarant en UVM kwam in 2016 uit op €215 miljoen, €3,3 miljoen meer dan een jaar eerder. De dochters van ANWB verklaren dat uit de groei van de portefeuille en de stijgende lasten voor letselschades. Daarnaast had UVM, net als veel verzekeraars, te lijden onder de gevolgen van de zware storm in juni vorig jaar.

Nieuwe producten

In een persbericht over de jaarcijfers kondigt algemeen directeur Peter Siewers van Unigarant aan in 2017 nieuwe ‘onderscheidende producten’ te introduceren die voorzien in de ‘huidige en toekomstige klantbehoefte’. Volgens Siewers heeft de introductie van de ANWB Veilig Rijden Autoverzekering bijgedragen aan het goede resultaat over 2016.

Eerste publicatie door Paul de Kuyper op 10 apr 2017

WGA-markt naar nieuwe balans

Uit de voroige week gepubliceerde Kamerbrief over ontwikkelingen op de hybride WGA-markt is op te maken dat het aantal werkgevers dat kiest voor een private verzekering vorig jaar significant is afgenomen. In loonsom gemeten daalde het aandeel van verzekeraars in deze hybride markt van 41,2 naar 36,9%. De publieke verzekering, die uitgevoerd wordt door het UWV, was eind vorig jaar goed voor 63,1%, meldt het Verbond van Verzekeraars op zijn ebsite.

“De ontwikkeling op de WGA-markt komt voor verzekeraars niet als een verrassing. Het relatief grote aandeel van het UWV is volgens het Verbond voor een groot deel te verklaren uit het feit dat de sectorale premie die het UWV rekent relatief laag is, omdat deze de komende jaren nog moet ingroeien naar een meer structureel niveau. Vooral voor kleine werkgevers ontstaat er zodoende een tijdelijke prikkel om voor een publieke verzekering te kiezen”, aldus het Vebrond. Naast de verschillen in premiesystematiek is ook het beleid van verzekeraars ten aanzien vanre-integratie een factor bij de keuze van werkgevers voor private dan publieke uitvoering. Verzekeraars merken dat vooral grotere werkgevers worden aangesproken door het beleid op dit punt. Het gaat hierbij ook om de combinatie met het eigenrisicodragerschap voor de Ziektewet. Kleine werkgevers zonder eigen afdeling personeelszaken of HR-expertise kunnen dit als een drempel ervaren omdat ook van hen zelf een actieve bijdrage wordt gevraagd.

Het Verbond verwacht dat de markt voor WGA ERD verzekeringen de komende jaren weer in rustiger vaarwater komt en naar een nieuwe balans toe beweegt. De recente wetswijziging ter verbetering van het hybride stelsel levert hierin ook een belangrijke bijdrage. “De premiestelling groeit toe naar een nieuw evenwicht en een succesvol beleid op het punt van preventie en re-integratie is een belangrijke troef voor de private markt”, aldus het Verbond.
VERENIGING NEDERLANDSE ASSURANTIE BEURS

Terug

Jubileum editie VNAB kwart marathon

Op zondag 9 april vond tijdens de Rotterdam Marathon alweer de vijfde editie van de VNAB loop plaats. In totaal volbrachten 125 VNAB lopers het totale parcours van 10,55 km met de finish op de Coolsingel.

In het VNAB kennis- en ontmoetingscentrum ontvingen alle VNAB lopers niet alleen hun startnummer maar ook de vijfde editie van het VNAB shirt. Na afloop was er volop gelegenheid de sportprestaties onder het genot van een lunch met branchegenoten te evalueren.

Trainingslopen

Een goede voorbereiding is het halve werk en daarom organiseerde de VNAB ook dit jaar weer een viertal trainingslopen voorafgaand aan de kwart marathon. Naast Rotterdam werd er ook in Amsterdam getraind. Onder begeleiding van Ilona Pols (Rotterdam) en Anna Scott Miller (Amsterdam) werd tijdens de trainingen aandacht besteed aan ontspanning, snelheid, kracht en uithoudingsvermogen.

Wisselbekers

Sinds vorig jaar worden er ook drie wisselbekers uitgereikt, de wisselbekers voor snelste man, snelste vrouw en snelste stijger. De beker voor snelste man werd dit jaar wederom in ontvangst genomen door Yasin Özkök met een netto tijd van 41:19 minuten, 51 seconden sneller dan vorig jaar. Bij de dames ging de beker dit jaar naar een nieuwe deelneemster, Carla Verwijs. In een tijd van 46 minuten en 53 seconden legde zij het parcours af.

Bijna 60 deelnemers van de 2016 editie stonden ook dit jaar weer aan de start. Maar niemand presteerde dit jaar zoveel beter als Dave Mulders. Hij liep maar liefst 14 minuten en 53 seconden sneller dan vorig jaar.

Benieuwd naar alle prestaties? Raadpleeg dan hier de volledige uitslag.

Top 10 VNAB lopers – Heren

1. Yasin Özkök – MS Amlin – 0:41:19
2. Peter Boekhoud – Dutch P&I – 0:42:16
3. Frans van Haaster – Dutch P&I – 0:43:36
4. Jim van der Voort – VNAB – 0:46:57
5. Daniel Groeneveld – Heinenoord Assuradeuren – 0:47:03
6. Roel Bosman – V&A Advocaten – 0:47:12
7 .Henk Beekman – Marsh – 0:47:20
8. Jaco Menne – HDI – 0:47:36
9. Sjoerd Mudde – VNAB – 0:47:53
10. Fred Vonk – Delta Lloyd Schadeverzekering – 0:48:37

Top 10 VNAB lopers – Dames

1. Carla Verwijs – Verbond van Verzekeraars – 0:46:53
2.Geneviëve Jubitana – Cunningham Lindsey – 0:47:08
3. Maud van Lent – Dirzwager advocaten & notarissen – 0:50:39
4. Nancy van der Schilder – Vanderwal & Joosten – 0:52:00
5. Tessa van der Wel – SAA Verzekeringen – 0:52:25
6. Inger Koekoek – Delta Lloyd Schadeverzekering – 0:52:36
7. Marianne van der Voort – VNAB – 0:54:29
8. Denise Heijstek – VNAB – 0:55:44
9. Annemarie Slingerland – MS Amlin – 0:56:39
10. Alexis Wildman – RSA Nederland – 0:56:41

Sponsoren

VNAB bedankt alle sponsoren voor het mede mogelijk maken van de VNAB kwart marathon 2017!

ZEKUR heeft nu ook verzekeringsbundels voor de zzp-er

De zzp-er kan nu bij ZEKUR ook zelf online zijn zakelijke verzekeringen regelen. Want naast de particuliere verzekeringsbundels heeft de verzekeraar sinds kort ook zakelijke verzekeringsbundels voor de zzp-er: ZZP Zakelijk Advies,   ZZP Uiterlijke Verzorging,     ZZP Zorg en Welzijn en    ZZP Bouw. De zzp-er kan kiezen uit twee bundels:      Gewoon ZEKUR (Aansprakelijkheid ZZP, optie: Aansprakelijkheid voor (niet)-ondergeschikten, Inventaris & Goederen ZZP) en  Extra ZEKUR  (Aansprakelijkheid ZZP – optie: Aansprakelijkheid voor (niet)-ondergeschikten -, Inventaris & Goederen ZZP, Rechtsbijstand ZZP, Ongevallen ZZP, Buitenshuis ZZP, Bouw: Bouw en Montage ZZP en Bouw: Eigen Vervoer Bouw ZZP

 

 

 

VNAB verwelkomt nieuwe leden De VNAB verwelkomt per 15 april 2017 China Taiping Insurance (UK) Co. Ltd. The Netherlands Branch en Gipon B.V. als respectievelijk verzekeraars- en makelaarslid.

 

Extra inloopmiddagen Sanctiepl@tform
Op de uitnodiging voor de inloopmiddag van het Sanctiepl@tform is zeer positief gereageerd, meldt de VNAB. De sessie van 10 april zat al snel vol. Daarom zullen er op korte termijn extra sessies gepland worden. Tijdens de inloopmiddag krijgen de deelnemers naast een algemene inleiding en demo in verdiepingssessies de mogelijkheid om verdere kennis van het platform op te doen.

VNAB zoekt nieuwe commissieleden

De VNAB wordt in haar werkzaamheden ondersteund door verschillende commissies. Deze commissies bestaan uit leden van de VNAB en fungeren voornamelijk als klankbord op verschillende onderwerpen. De VNAB kent op dit moment vijf commissies: Geschillencommissie, Adviescommissie ICT, Juridische Commissie, HR Commissie en Marketing & Communicatie Commissie. Daarnaast zijn er vier technische commissies ten behoeve van de branches Engineering, Transport, Varia en Brand.

De HR Commissie, Technische Commissie Engineering en Technische Commissie Varia zijn momenteel op zoek naar nieuwe commissieleden. Leden kunnen zich tot uiterlijk 30 april kandidaat stellen. Alle kandidaten worden voorgelegd aan de huidige commissieleden, die zich zullen beraden over de meest geschikte kandidaat.

HR Commissie
Vacature: makelaarslid
Contactpersoon: Irene Okkerman

Technische Commissie Engineering
Vacature: verzekeraarslid
Contactpersoon: Nikki van der Knaap

Technische Commissie Varia
Vacature: makelaarslid
Contactpersoon: Nikki van der Knaap

Publicatie datum: 6 april 2017

Goed verzekeringsjaar voor Unigarant en UVM

Unigarant en UVM Verzekeringsmaatschappij, beide onderdeel van ANWB, hebben vorig jaar een omzet- en winstgroei gerealiseerd. De premieomzet waarover Unigarant provisie ontvangt van UVM heeft een stijging laten zien van 8,7% en komt over 2016 uit op € 326,4 miljoen (2015 € 300,2 miljoen). De combinatie had een totaalresultaat van € 29,8 miljoen (€ 12,1 miljoen in 2015) vóór belastingen en resultaat uit deelnemingen.

De toename van de bruto premie is voor Unigarant in verschillende productgroepen gerealiseerd. Ook laat de omzet binnen ANWB Verzekeren opnieuw een stijging zien. In 2016 steeg de bruto schadelast naar € 215,0 miljoen, waar deze in 2015 € 211,7 miljoen bedroeg. Een belangrijk deel wordt verklaard door de groei van de portefeuille, maar ook de stijgende last bij letselschades was hier debet aan. Daarnaast werd UVM geconfronteerd met de gevolgen van een zware storm in juni 2016.

Algemeen directeur Peter Siewers: “Ik ben er trots op dat Unigarant in deze dynamische markt een mooie omzet- en winstgroei heeft behaald. Zowel ons operationele resultaat als het beleggingsresultaat zijn sterk gegroeid ten opzichte van 2015. Daarnaast zijn we afgelopen jaar beloond met diverse onderscheidingen en hebben innovatieve productintroducties zoals de ANWB Veilig Rijden Autoverzekering succesvol bijgedragen aan het resultaat. Om te blijven excelleren in klantgericht verzekeren worden in 2017 opnieuw onderscheidende producten geïntroduceerd en huidige producten aangepast zodat die goede aansluiting vinden bij de huidige en toekomstige klantbehoefte.”

NN Group to sell its Luxembourg insurance business to Global Bankers Insurance Group

 

NN Group and the Global Bankers Insurance Group have reached an agreement on the sale of NN Life Luxembourg to an affiliate of Global Bankers Insurance Group. Established in 1994, NN Life Luxembourg provides life insurance solutions tailored to its customers. The sale is a result of the continuous strategic assessment of NN Group’s portfolio. It will not impact NN Group’s asset management business in Luxembourg.

 

Global Bankers is an established and growing family of life & annuity insurance and reinsurance companies with operations around the world. The group is based in the USA and has been pursuing an expansion strategy to establish a long-term presence in select European markets. Global Bankers represents the insurance division of Eli Global, LLC, a unique federation of autonomous businesses involved in various industries across the globe, including healthcare and financial services.

 

The transaction is subject to regulatory approval, and is expected to close in the second half of 2017.

 

The transaction is not expected to have a material impact on the capital position and operating result of NN Group.

Hiscox verleent Hienfeld volmacht voor Cyber en Data Risks

 Verzekeraar Hiscox heeft een volmacht voor Cyber en Data Risks verleend aan Hienfeld Assuradeuren. Het is de eerste officiële volmacht die Hiscox voor de cyberverzekering afgeeft. “Hienfeld is een gerenommeerde naam in verzekeringsland en heeft als assuradeur een uitstekend netwerk van assurantietussenpersonen”, zegt Yasin Chalabi, Manager Professional Insurance van Hiscox. “Verder is Hienfeld al decennialang actief op de markt van zakelijke verzekeringen. Ons Cyber en Data Risks-product sluit mooi aan op de producten die Hienfeld al aanbiedt.”

 “Net als Hiscox zijn wij sterk relatiegedreven”, vult Peggy Nijbroek, Teamleider Financial Lines van Hienfeld, aan. “Dit betekent dat we onze relaties altijd het beste willen bieden. Op het gebied van kennis, service en aandacht, maar uiteraard ook waar het de verzekeringsoplossingen betreft. Vorig jaar hebben wij onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om een cyberverzekering aan te bieden. Het product van Hiscox kwam daarbij als één van de beste uit de bus.”

Overtuigd van de toekomst Hienfeld focust vooral op niches. Cyber en Data Risks by Hiscox past prima in die strategie. “Hoewel ik verwacht dat het op termijn een commodity wordt, vinden veel mkb-relaties het nu nog een ingewikkeld product”, aldus Peggy Nijbroek. “Wij zijn echter overtuigd van de toekomst van cyberverzekeringen.”   Met de volmacht heeft Hienfeld het recht om zelf risico’s te accepteren. Peggy Nijbroek: “Ook op dat vlak begrijpen Hiscox en Hienfeld elkaar uitstekend.”   “Door de samenwerking met Hienfeld kunnen wij meer ondernemers bereiken en ze nog beter bewust maken van de cyber- en datarisico’s die zij lopen”, zegt Yasin Chalabi tot slot. “Niet alleen door deze te verzekeren, maar ook – of juist – door hen te helpen met preventie om schade te voorkomen.”

 Online tool voor onverzekerde autoschade

Automobilisten die een onverzekerde schade veroorzaken aan hun auto, krijgen extra hulp van Univé. Een nieuwe online tool brengt ze in contact met schadeherstellers uit het Univé-netwerk en zorgt voor online offertes. Het helpt ze een afweging te maken over de kosten. Reparaties worden dan uitgevoerd voor rekening van de klant, maar met de kwaliteitsborging van Univé.

 

Hoe het werkt

Automobilisten met een WA-verzekering of WA met beperkt casco krijgen schade die ze zelf veroorzaken aan hun auto (soms) niet vergoed. Door via de online tool op Univé.nl de schade te melden inclusief omschrijving en foto’s, krijgen ze automatisch van de drie dichtstbijzijnde schadeherstellers een offerte aangeboden. Na een eventuele keuze voor een aanbieder, maken ze een definitieve afspraak. Het Univé-netwerk telt circa 300 autoschadeherstellers.

 

Eén van de grootste van Nederland

Univé is met ruim 600.000 autoschadepolissen één van de grootste autoverzekeraars van Nederland. Univé wil klanten helpen samen problemen te voorkomen, schade te beperken en alleen te verzekeren als het echt nodig is. De nieuwe online tool helpt daarbij. Univé, een verzekeraar zonder winstoogmerk, treedt hierbij op als gratis bemiddelaar. De service is er voor klanten met een Univé-autoverzekering. Verwachting is dat meer verzekeraars zullen volgen en een service voor online offertes gaan aanbieden.

 

Naar schatting tienduizenden

Jaarlijks ontstaan alleen al bij Univé-klanten naar schatting tienduizenden schades aan voertuigen waar een WA-verzekering of WA met beperkt casco voor is afgesloten. Het betreft een schatting omdat schades dan niet altijd gemeld worden. Het gaat bijvoorbeeld om een deuk in een portier of kras op een bumper.

 

Hulp bij afweging en herstel

“In contacten met auto-eigenaren merken we dat ze graag hulp willen bij de afweging om de schade aan de eigen auto zelf te laten herstellen én bij het vinden van een betrouwbare schadehersteller”, zegt Etienne de Cooker, directeur Schade van Univé.

 

Kwaliteitsborging

Univé beoordeelt de schadeherstellers elk kwartaal op basis van hun werkzaamheden. Ze krijgen daarvoor van Univé een beoordeling in sterren die ook bij de offertes voor klanten worden gemeld. Vanuit de schades die wel verzekerd zijn en hersteld worden, jaarlijks circa 45.000 schades, heeft Univé samen met deze herstellers kennis opgebouwd over een kwalitatief hoogstaande, efficiënte en kosteneffectieve werkwijze. Ze werken bovendien aantoonbaar duurzaam.

 

Schadeherstellers over de tool

De schadeherstellers zijn blij met het initiatief. “Het biedt ons de mogelijkheid om via een offerte ons te presenteren aan een groep verzekerden die mogelijk niet gelijk bij ABS

Autoherstel terecht zouden komen”, zegt accountmanager operations René van Knotsenburg van ABS Autoherstel, waarbij 77 autoschadeherstellers zijn aangesloten.

 

Vanbreda neemt Kettlitz Wulfse over

Vanbreda Nederland ( Vanbreda Risk & Benefits en volmachtbedrijf W.P. van der Held)  heeft makelaar Kettlitz Wulfse overgenomen.. De overname past in de ambitie om  een positie bij de grootste drie intermediairbedrijven  in de zakelijke markt te gaan uitgroeien. Die groeiambities waren voor aandeelhouders  Coen van Ham en Alec Silvis  doorslaggevend, vertellen ze in AM.   Dat langetermijnperspectief sprak ons aan, samen met de ruimere inkoopmogelijkheden en toenemende schaalgrootte.”Van Ham en Silvis blijven aan als directeuren en (minderheids)aandeelhouders. “Wij wilden de komende jaren graag samen verder en aan die ambitie is hiermee voldaan.”

Kettlitz Wulfse is sterk in volmachten, het middelgrote mkb en in bepaalde doelgroepen. Vanbreda is sterk op de assurantiebeurs, richt zich op de wat grotere mkb-bedrijven en is multinationaal actief.” Kettlitz Wulfse blijft met de 45 medewerkers voorlopig onder eigen naam actief vanuit Nieuwegein. Vanbreda telt in Rotterdam eenzelfde aantal werknemers en in Amsterdam werken nog vijf mensen. De gezamenlijke omzet komt dit jaar   uit op € 12,5 miloen.

ln. “

Trade credit insurers pay out £4 million a week to UK businesses

05/04/2017

·         Latest ABI figures show non-payment claims rise to their highest level since 2009.

·         A record £314 billion of UK trade now covered by trade credit insurers.

New figures from the Association of British Insurers (ABI) reveals that trade credit insurers paid businesses the equivalent of over £4 million in claims every week last year.

The ABI’s annual trade credit insurance statistics highlight that:

·         Total claims paid to businesses due to non-payment in 2016 was £210 million, the equivalent of over £4 million a week. This is up just over 40% on 2015, and the highest amount since 2009. Payment of gross claims has fluctuated since 2007, with a peak in gross claims paid in 2009 at £286m, and the lowest figure recorded in 2014 at £105m.

·         The number of claims notified also peaked in 2016, to its highest level since 2009 at 12,221 claims.

·         The level of trade covered by trade credit insurance in the UK has reached £314 billion, up 6% on £295 billion in 2015.

·         A fifth of policies last year covered businesses exporting goods or services overseas with just over three-quarters covering domestic trade.
·         The share of gross written premiums by distribution channel has remained fairly constant with 93% recorded as going through an intermediary and 7% going direct in 2016. This demonstrates the ongoing importance of the broker in getting the message on trade credit insurance out to the business community.

With total company insolvencies in the UK rising by 12.6%1.from 2015, UK businesses continue to face risks with economic volatility in many export markets, alongside subdued UK growth across the manufacturing, construction and services sector. Accordingly, the trade credit insurance market continues to grow with almost 12,000 policies in force, as more businesses look to protect themselves against insolvency or protracted debt.

 

Commenting on the figures, Trevor Williams, Chair of the ABI Trade Credit Committee, and Head of Credit and Surety – Europe, QBE Insurance, said:

“Trade credit insurance is an essential tool in enabling businesses to trade safely, both domestically and overseas. Without being able to claim for non-payment, UK businesses would have lost out to the tune of £4m a week – a significant figure which would have been a direct hit on their bottom line. Businesses, in particular SMEs, are unable to bear the brunt of non-payment which can have a detrimental impact on their financial health and can also have a negative knock-on effect rippling down the supply chain.

“In a climate of economic uncertainty, businesses are increasingly using trade credit insurance to protect themselves against the risk of non-payment. The fact that insured trade is at a record high is testament to the value businesses are increasingly placing on trade credit insurance, allowing them to trade with a safety net of protection against the evident as well as unexpected risks.”

The ABI UK Trade Credit Data Report compiles data from nine trade credit insurers; AIG, Atradius, Coface, Euler Hermes, Markel International, QBE, Tokio Marine HCC, XL and Zurich.

 

 

NIEUWS

OVER TIEN JAAR BESTAAT SCHADEVERZEKERING NIET MEER

Pak als bestaande partij innovatie op, anders word je overruled door nieuwkomers. Dat zegt mede-oprichter Michel Schaft van We are sure in VVP 3 die vandaag verschijnt. “Zeker wanneer wet- en regelgeving eenmaal op innovatie zijn aangepast, zal het snel gaan. Over tien jaar hebben we geen schadeverzekeringen meer.”
4 april 2017

Volgens Schaft zouden bestaande partijen nu echt in beweging moeten komen. “Er zijn best partijen die in beweging zijn gekomen, maar de grootste gemene deler beweegt te weinig. Dit terwijl er voor nieuwkomers enorme kansen liggen in de combinatie van nieuwe technologie en vertrouwenscrisis. Als bestaande partijen niet snel ook innoveren, gaan buitenstaanders de markt overnemen.”

 

Over tien jaar zullen er sowieso geen schadeverzekeringen meer zijn, verwacht Schaft. “Auto’s zijn dan zelfrijdend. Maar het Internet of Things (IoT) zal maken dat er ook steeds minder behoefte is aan bijvoorbeeld inboedel- en opstalverzekeringen. Als de koelkast uit zichzelf ziet dat de stekker moet worden vernieuwd en een monteur inschakelt, dan verdwijnt het risico van kortsluiting. Als we dankzij het IoT schade voor zijn, wat is dan nog het nut van verzekeringen?

 

Op dit moment maakt We are sure gebruik van een hybride model: innovatie die voortborduurt op een traditionele verzekeringspolis. “Innovatie”, aldus Schaft, “is hard nodig om producten te kunnen aanbieden aan de klant van vandaag. Die werkt anders dan vroeger en heeft ook andere behoeften. Het is ontzettend mooi om te werken aan een propositie die voor veel mensen – eindelijk – een oplossing biedt. Dat je dat dan doet met nieuwe technologie in combinatie met de oerprincipes van verzekeren is dubbel zo leuk.”

 

Lloyd’s zag vorig jaar schadelast verdrievoudigen

Lloyd’s heeft vorig jaar de schadelast in vergelijking met een jaar geleden zien verdrievoudigen van £ 700 miljoen pond naar £ 2,1 miljard, het op vier na hoogste schadebedrag van deze eeuw. Grote boosdoeners waren de orkaan Matthew en de bosbranden in het Canades Fort McMurray. Mede hierdoor verslechterde de combined ratio van 90% naar 97,7%. Tegenover de gestegen schadelast stond ook een aanmerkelijke groei van de premie-inkomsten: met 12% van £ 26,7 miljard tot £29,9 miljjard. De winst voor belastingen bleef gelijk aan die in 2015: £ 2,1 miljard euro. Bij het schrijven dit artikel was de koers van 1 pond 1,17euro

Zoals Risk & Business woensdag reeds meldde heeft Lloyd’s ervoor gekozen om vanwege de mogelijke gevolgen van de Brezit een  ‘satelliet’ te openen in Brussel: een verzekeraar om van daaruit bedrijven in de 27 EU-landen en IJsland, Noorwegen en Zwitserland optimaal te kunnen bljven bedienen. Behalve Brussel waren ook Dublin, Frankfurt, Luxemburg, Parijs, Malta en ons eigen Rotterdam ‘in de race’ als locatie voor Lloyd’s subsidiary. Zodra de Brexit een feit is – in 2019 – zal de dochtermaatschappij van Lloyd’s in Brussel in bedrijf zijn.

 parijszwisterlamnd te bedienne”: het anatal ,

Verbond wil eerlijk speelveld bij naleving sanctiewet

Verzekeraars en andere spelers in de financiële sector moeten in heel Europa dezelfde controles uitvoeren in het kader van de sanctiewetgeving. Dat is nu niet het geval en daardoor ontstaat een ongelijk speelveld. Het Verbond heeft dat deze week laten weten aan EIOPA, de Europese toezichthouder voor verzekeraars.

Nederlandse verzekeraars verzetten veel werk om te voorkomen dat zij zaken doen met mensen, bedrijven of landen die figureren op een sanctielijst, nationaal of internationaal. Dat kan soms ook ongemerkt gebeuren, bijvoorbeeld wanneer achter een te verzekeren bedrijf of stichting iemand schuil gaat die op zo’n sanctielijst staat. In dat geval zou alsnog zaken worden gedaan met een gesanctioneerde. Daarom is het belangrijk dat verzekeraars controleren wie de zogeheten ‘ultimate beneficial owners’ (UBO’s) zijn.

Omdat terrorisme en de financiering daarvan niet aan landsgrenzen gebonden zijn, is het van groot belang dat alle spelers in omringende landen dezelfde controles uitvoeren. Naar de stellige overtuiging van het Verbond is dat niet het geval. Ook in de handhaving van de 4e anti-witwasrichtlijn zit veel verschil tussen de EU-lidstaten, zo bleek eerder uit onderzoek van de European Supervisory Authorities (ESA’s)

Tweederde 65% wagenpark oververzekerd of onderverzekerd

Meer dan 65% van de circa 7,5 miljoen personenauto’s in privébezit is over- of onderverzekerd. Dat blijkt uit onderzoek van de vergelijkingssite Pricewise, uitgevoerd door CG Selecties onder ruim 500 autobezitters.Uit het onderzoek blijkt dat een groot gedeelte van de auto’s oververzekerd is: maar liefst 46%. Onderverzekering komt in mindere mate voor, maar altijd nog in ruim 20% van de gevallen. Slechts 34% heeft een adequate dekking.

Van de mensen met enkel een WA-verzekering blijkt 58% onderverzekerd. In de categorie WA + beperkt casco is 35% oververzekerd en 37% onderverzekerd. Van degenen met een allriskverzekering (WA + volledig casco) kan liefst 66% toe met een WA-verzekering of een WA + beperkt-casco-verzekering.

Het advies voor de beste soort dekking voor een auto is vooral gebaseerd op dagwaarde; het bedrag dat je krijgt uitgekeerd als je auto bijvoorbeeld gestolen wordt. “Veel mensen staan er niet bij stil dat de waarde van hun auto daalt. Na een paar jaar is het wellicht logischer om een andere verzekering af te sluiten. Maar het verschilt wel van persoon tot persoon. Bijvoorbeeld: heb je nog een lening uitstaan voor de auto of is de auto ook nodig voor je werk, dan kun je misschien beter kiezen voor een ruime dekking. Dat geldt ook voor het geval je weinig geld op de spaarbank hebt staan,” vertelt Hans de Kok, directeur van Pricewise.

Opvallend is dat bijna 20% van de auto-eigenaren hun auto maximaal verzekert. Ze hebben een allriskverzekering, terwijl een WA-verzekering in de meeste gevallen ook goed genoeg zou zijn.
“Je moet goed nagaan of een ruimere verzekering je geld waard is. Als je auto is oververzekerd kun je door een passende dekking te kiezen wel € 100,- tot ruim € 500,- per jaar besparen. Dat is de moeite van het overwegen van een overstap waard,” vindt Hans de Kok.

 

 

Klanten Pricewise getraind

Pricewise heeft tevens aanvullend onderzoek gedaan onder 1.630 klanten met een autoverzekering. In deze groep mensen die veelal ervaring heeft met vergelijken, komt over- en onderverzekering een stuk minder voor: in slechts 27% van de gevallen. “Deze mensen zijn vaak al meerdere keren overgestapt van verzekering. Die ervaring maakt dat ze alerter zijn in de omgang met vaste lasten dan de gemiddelde Nederlander,” aldus De Kok.
In het panel van CG Selecties is 29% van de automobilisten langer dan vijf jaar geleden voor het laatst overgestapt naar een andere autoverzekering en net zo’n groot aantal zelfs nog nooit. Velen daarvan zijn ook niet van plan dit binnenkort te doen. 46% is tevreden met de huidige verzekering of verzekeraar (49%) en 29% verwacht niet iets goedkopers of iets met een betere dekking te vinden (23%).

Dubbele pechhulp

Volgens Rudi Buis van het Verbond van Verzekeraars komt oververzekering bij auto’s niet alleen doordat mensen een te hoge dekking kiezen of die te lang aanhouden. “Vaak zijn ze ook nog eens dubbel verzekerd voor pech. Als je lid bent van de ANWB, heb je geen extra pechhulp nodig.”

A.s.r. publiceert jaarverslag en SFCR 2016

a.s.r. publiceert vandaag haar jaarverslag 2016 en het SFCR 2016 (solvency and financial condition report). Het jaarverslag bevat een integraal overzicht van de prestaties van a.s.r., bestaande uit het bestuursverslag en de jaarrekening. Het jaarverslag is opgesteld volgens de richtlijnen van het Global Reporting Initiative (GRI). a.s.r. publiceert voor het eerst, conform Europese wetgeving, het SFCR.

 

Jos Baeten, bestuursvoorzitter: ‘a.s.r. staat er goed voor. Dit is terug te zien in zowel het jaarverslag als het SFCR. Het SFCR heeft overeenkomsten met het jaarverslag en geeft meer inzicht in onze solvabiliteit, gebaseerd op de Solvency II-richtlijnen.’

 

Jaarverslag en SFCR

Het jaarverslag bestaat uit het bestuursverslag en de jaarrekening. Het bestuursverslag bevat de strategie van a.s.r., haar financiële- en duurzaamheidsdoelstellingen en prestaties en legt uit hoe a.s.r. waarde voor haar stakeholders creëert. De jaarrekening geeft inzicht in de financiën van a.s.r., op basis van de IFRS-standaard.

 

Integrated reporting

Het jaarverslag is opgesteld op basis van de Sustainability Reporting Standards, CORE option, van het Global Reporting Initiative (GRI). Alle relevante duurzaamheidsonderwerpen zijn geselecteerd op basis van een materialiteitsonderzoek onder interne en externe stakeholders, op basis van de GRI Standards Indicators en in volgorde naar de waarde die stakeholders daaraan hechten. Het duurzaamheidsverslag is door een onafhankelijke auditor gecontroleerd, in overeenstemming met Nederlandse recht, inclusief de Nederlandse standaard 3810N ‘Assurance opdrachten inzake duurzaamheidsverslagen.’

 

Aandeelhoudersvergadering

a.s.r. houdt haar algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) op 31 mei 2017.

 

Lloyd’s neemt vandaag besluit over locatie subsidiary in West-Europa

 

Tijdens een speciale vergadering in Londen neemt Lloyd’s vandaag een beslissing over de locatie van de subsidiary, de vestiging van Lloyd’s in West-Europa om het zakendoen tussen Lloyd’s en bedrijven binnen de Europese Unie onbelemmerd voort te kunnen zetten zodra de Brexit een feit is. Overigens zal het besluit pas morgen bekend worden gemaakt tijdesn de presentatoie van de jaarcijfers. Volgens Insurance Day zal de keuze gaan tussen Brussel en Luxemburg.  Dat zou een tegenvaller zijn voor de Nedeerlandse verzekeirngsmarkt die de subsidiary  graag in Rotterdam gevestigd zou zien. Ook de meeste respondenten op de poll in Risk & Business spreken hun voorkeur voor Rotterdam uit.

Bron insurance Day

Hiscox verbetert voorwaarden Cyber en Data Risks-verzekeing

De polisvoorwaarden van Cyber en Data Risks by Hiscox zijn verder verbeterd. Voortaan is zowel online als offline bedrijfsschade opgenomen in de voorwaarden en standaard gedekt. De cyberverzekering voor bedrijven kent verder geen verborgen voorbehouden of beveiligingsvoorwaarden en biedt elke verzekeringnemer het concept BVS: bescherming, verzekering en service. Cyber en Data Risks by Hiscox richt zich op zowel de aansprakelijkheidsschade als de eigen schade die voortvloeit uit onder andere inbreuk op gegevens.

Yasin Chalabi, Manager Professional Insurance van Hiscox: “Zodra het acceptatieproces is afgerond, weet de verzekeringnemer dat alles goed is geregeld. Er gelden dan geen verborgen voorbehouden of eisen ten aanzien van beveiliging. Klanten lopen zelfs geen risico als zij bijvoorbeeld vergeten zijn updates te installeren of wanneer er geen audit heeft plaatsgevonden.” Naast de specifieke dekkingen is nu ook bedrijfsschade – zowel online als offline – standaard verzekerd op de polis. Chalabi: “In de praktijk betekent dit dat de dekking voor financiële schade als gevolg van bijvoorbeeld het stilliggen van machines gedurende twaalf maanden is gedekt. Ook de financiële schade van onder meer voorraadbederf valt onder de polis.”

 Cyber en Data Risks by Hiscox biedt elke verzekeringnemer het zogenoemde BVS-concept. “BVS staat voor bescherming, verzekering en service”, legt Chalabi uit. “De beveiliging bestaat uit een securitycheck van de systemen van de verzekeringnemer en een juridische check van de bewerkingsovereenkomst. Deze controles worden uitgevoerd door onze partners RedSocks Security en ICT Recht. Door de checks aan te bieden aan onze verzekeringnemers vergroten we ook het bewustzijn dat het belangrijk is om pro-actief beschermende maatregelen te nemen.’’

 Ruim 65% wagenpark oververzekerd of onderverzekerd

28 maart 2017, door Jolanda van Es

Meer dan 65% van de circa 7,5 miljoen personenauto’s in privébezit is over- of onderverzekerd. Dat blijkt uit actueel onderzoek van de onafhankelijke vergelijkingssite Pricewise, uitgevoerd door CG Selecties. Voor het onderzoek is een panel van ruim 500 autobezitters uitgevraagd.

Bijna helft betaalt te veel

Uit het onderzoek blijkt dat een groot gedeelte van de auto’s oververzekerd is: maar liefst 46%. Onderverzekering komt in mindere mate voor, maar altijd nog in ruim 20% van de gevallen. Slechts 34% heeft een adequate dekking. Van de mensen met enkel een WA-verzekering blijkt 58% onderverzekerd. In de categorie WA + beperkt casco is 35% oververzekerd en 37% onderverzekerd. Van degenen met een allriskverzekering (WA + volledig casco) kan liefst 66% toe met een WA-verzekering of een WA + beperkt-casco-verzekering.

Dagwaarde

Het advies voor de beste soort dekking voor een auto is vooral gebaseerd op dagwaarde; het bedrag dat je krijgt uitgekeerd als je auto bijvoorbeeld gestolen wordt. “Veel mensen staan er niet bij stil dat de waarde van hun auto daalt. Na een paar jaar is het wellicht logischer om een andere verzekering af te sluiten. Maar het verschilt wel van persoon tot persoon. Bijvoorbeeld: heb je nog een lening uitstaan voor de auto of is de auto ook nodig voor je werk, dan kun je misschien beter kiezen voor een ruime dekking. Dat geldt ook voor het geval je weinig geld op de spaarbank hebt staan,” vertelt Hans de Kok, directeur van Pricewise.

Onderzoek door: Pricewise.nl
Gebruik onderstaande code om de grafiek over te nemen:

<div class=”iframe-link” style=”max-width: 960px; width: 100%; min-width: 380px; position: relative”><a style=”text-decoration: none;” href=”http://www.pricewise.nl/autoverzekering/autoverzekering-vergelijken/”><span style=”position: absolute; bottom: 12px; right: 0px; font-size: 14px; color: rgb(119, 119, 119); font-family: inherit;”>Onderzoek door: Pricewise.nl</span><iframe class=”localfocusvisual” frameborder=”0″ style=”width:100%;height:450px;overflow:hidden” src=”https://localfocus2.appspot.com/58d516fe9ab88″></iframe></iframe></a></div>

Maximaal verzekerd

Opvallend is dat bijna 20% van de auto-eigenaren hun auto maximaal verzekert. Ze hebben een allriskverzekering, terwijl een WA-verzekering in de meeste gevallen ook goed genoeg zou zijn.
“Je moet goed nagaan of een ruimere verzekering je geld waard is. Als je auto is oververzekerd kun je door een passende dekking te kiezen wel € 100,- tot ruim € 500,- per jaar besparen. Dat is de moeite van het overwegen van een overstap waard,” vindt Hans de Kok.

Check zelf ook meteen even of jouw auto over- of onderverzekerd is!

Klanten Pricewise getraind

Pricewise heeft tevens aanvullend onderzoek gedaan onder 1.630 klanten met een autoverzekering. In deze groep mensen die veelal ervaring heeft met vergelijken, komt over- en onderverzekering een stuk minder voor: in slechts 27% van de gevallen. “Deze mensen zijn vaak al meerdere keren overgestapt van verzekering. Die ervaring maakt dat ze alerter zijn in de omgang met vaste lasten dan de gemiddelde Nederlander,” aldus De Kok.
In het panel van CG Selecties is 29% van de automobilisten langer dan vijf jaar geleden voor het laatst overgestapt naar een andere autoverzekering en net zo’n groot aantal zelfs nog nooit. Velen daarvan zijn ook niet van plan dit binnenkort te doen. 46% is tevreden met de huidige verzekering of verzekeraar (49%) en 29% verwacht niet iets goedkopers of iets met een betere dekking te vinden (23%).

Dubbele pechhulp

Volgens Rudi Buis van het Verbond van Verzekeraars komt oververzekering bij auto’s niet alleen doordat mensen een te hoge dekking kiezen of die te lang aanhouden. “Vaak zijn ze ook nog eens dubbel verzekerd voor pech. Als je lid bent van de ANWB, heb je geen extra pechhulp nodig.”

 Allianz en XXImo bundelen krachten voor zzp’er

Verzekeraar Allianz en XXImo, aanbieder van een alles-in-één mobiliteitskaart, bundelen hun krachten en bieden nu de perfecte oplossing voor de zzp’er: een compleet bedrijfsverzekeringspakket, gecombineerd met de XXImo Work&Go-mobiliteitskaart. “Met deze combinatie is de zzp’er volledig ontzorgd en kan hij zich voor honderd procent concentreren op zijn opdracht en opdrachtgever”, aldus de initiatiefnemers.De zzp’er ontvangt bij het online afsluiten van het Bedrijvenpakket zzp via www.allianz.nl een gratis XXImo Work&Go-kaart met 10 euro tegoed. De zzp’ er bespaart hiermee 10 euro aan registratiekosten en krijgt vervolgens nog eens 10 euro aan tegoed op zijn kaart.

In 2016 lanceerde XXImo in samenwerking met de Nederlandse Spoorwegen Work&Go: de alles-in-één mobiliteitsoplossing voor de zzp’er. Met dit totaalpakket kan de zzp’er brandstof, een reis met het openbaar vervoer, een taxirit, een zakenlunch of -diner en parkeerkosten afrekenen en administreren. Daarnaast is een hotel of vergaderlocatie te boeken. Alle kosten komen overzichtelijk terug op een btw-verzamelfactuur en zijn ook in te zien op de eigen pagina op de XXImo-website. Dit alles maakt de onkostenadministratie en btw-aangifte heel eenvoudig. De Work&Go kaart biedt de zzp’er voordelen die normaal gesproken alleen voor grote bedrijven zijn weggelegd. Daarnaast bespaart de zzp’er tijd en kosten op administratief werk doordat het hele proces digitaal verloopt.

Speciaal voor de zzp’er heeft Allianz het Bedrijvenpakket zzp ontwikkeld. De zzp’er wil zelf keuzes maken, ook als het gaat om risico’s nemen. Maar ook hoe hij met deze risico’s omgaat; of hij ze wil verzekeren of niet. Met het Bedrijvenpakket zzp van Allianz heeft de zzp’er één oplossing die hij  kan afstemmen op zijn eigen situatie. Bovendien krijgt de zzp’er jaarlijks een overzicht van de belangrijkste verzekeringsgegevens, zodat hij samen met zijn verzekeringsadviseur kan bekijken of dit nog past bij zijn situatie. En met het Bedrijvenpakket zzp profiteert de zzp’er van een pakketkorting, die kan oplopen tot tien procent.

Patrick Bunnik, CEO van XXImo: “We waren er al trots op dat we een samenwerking met NS zijn aangegaan om via een spaarprogramma op de Work&Go kaart het treinreizen in daluren te stimuleren. Het is mooi om te zien dat ook een bedrijf als Allianz de toegevoegde waarde van de Work&Go kaart onderkent, zodanig dat zij dit aan klanten cadeau willen geven en hun naam hieraan verbinden. XXImo staat voor kwaliteit en ontzorging. De samenwerking met Allianz maakt dat wij ook hierin weer verder kunnen gaan om de zzp’er, een belangrijk onderdeel van onze economie, van dienst te kunnen zijn. Een mooie eerste stap in de samenwerking tussen Allianz en XXImo.”

Sjoerd Laarberg, CEO van Allianz Nederland: “Wij zien deze samenwerking met XXImo  als een mooie dienst om zzp’ers, naast het bieden van financiële zekerheid en bedrijfscontinuïteit, ook in hun dagelijkse activiteiten te ontzorgen.”

 

Aantal schadecalculaties daalded vorige maand met  8,5%

Allianz en XXImo – aanbieder van een alles-in-één mobiliteitskaart – bundelen hun krachten en bieden zzp’ers een bedrijfsverzekeringspakket gecombineerd met de XXImo Work&Go-mobiliteitskaart
27 maart 2017

De zzp’er ontvangt bij het online afsluiten van het Bedrijvenpakket zzp via www.allianz.nl een gratis XXImo Work&Go-kaart met 10 euro tegoed. De zzp’ er bespaart hiermee 10 euro aan registratiekosten en krijgt vervolgens nog eens 10 euro aan tegoed op zijn kaart.

In 2016 lanceerde XXImo in samenwerking met de Nederlandse Spoorwegen Work&Go: de alles-in-één mobiliteitsoplossing voor de zzp’er. Met dit totaalpakket kan de zzp’er brandstof, een reis met het openbaar vervoer, een taxirit, een zakenlunch of -diner en parkeerkosten afrekenen en administreren. Daarnaast is een hotel of vergaderlocatie te boeken.

Het Bedrijvenpakket zzp wordt door Allianz overigens ook via adviseurs aangeboden.

Tags: allianz / xximo

1

Wakkerpolis start collectieve claim tegen NN Group van 3,2 miljoen euro

Wakkerpolis heeft NN Group voor de rechter gedaagd in verband met ten onrechte ingehouden ‘eerste kosten’ voor beleggingsverzekeringen, zo maakte de belangenorganisatie vandaag (maandag 27 maart).Met deze dagvaarding start Wakkerpolis Smwn mwt sw Consumntenbond een collectieve procedure tegen NN voor 500.000 klanten met een claim van 3,2 miljard euro.
In maart vorig jaar werd een proefprocedure over de ‘eerste kosten’ gewonnen. Op verzoek van een klant van Wakkerpolis deed de Geschillencommissie Kifid een richtinggevende uitspraak, waar de commissie vaststelde dat NN de zogenaamde ‘eerste kosten’ aan haar klanten in rekening bracht, zonder dat klanten daarvan wisten. Die moet ze terugbetalen.Wakkerpolis baseert zijn claim mede op een grondige analyse van meer dan 2.200 individuele polissen, waaruit de onttrekking van de eerste kosten blijkt. “Dit sleept nu al jaren. Deze gelijktijdig opgevoerde druk zou NN toch moeten laten beseffen dat het tijd wordt voor een adequate regeling met haar klanten”, aldus Bert Jan Tiesinga van Wakkerpolis. “Het gaat gemiddeld om zo’n € 5.500 per polis aan onterecht inhouden kosten”. Alle polishouders die in de periode 1990-2008 een beleggingsverzekering van Nationale-Nederlanden hadden, kunnen meedoen met de collectieve procedure.

 

WEGAM-dekking voor de BAVAM-polis

De Vereende  introduceert morgen (op 28 maart a.s.)  de WEGAM-dekking voor de BAVAM-polis. Deze aanvulling biedt dekking voor de aansprakelijkheid van werkgevers voor medewerkers die in werktijd van bedrijfswagens gebruik maken.

In een toelichting schrijft de verzekeraar op de eigen website: “De nog altijd aantrekkende economie, lage hypotheekrente en het toenemend consumentenvertrouwen zorgen onder andere voor een stijging in de verkoop van onroerend goed. Dit vertaalt zich in drukke tijden voor makelaarskantoren, financieel- en assurantieadviseurs. Werknemers zijn vaker op pad om wensen van klanten in kaart te brengen. Het vaker onderweg zijn brengt als risico met zich mee dat de kans op een ongeluk toeneemt. Als werkgever zorgt u ervoor dat uw werknemers tijdens werktijd goed verzekerd zijn. Ook als ze op pad moeten en daarbij gebruik maken van een bedrijfsauto, bromfiets, scooter of eigen auto. De WEGAM dekt schade die werknemers tijdens werktijd (geen woon-werk verkeer) met een motorvoertuig lijden.

.

In oktober 2016 introduceerde de Vereende al voor klanten met een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven (AVB) bij de Vereende, de WEGAM-dekking. Op de BAVAM-polis, die de beroepsaansprakelijkheid van financieel dienstverleners en makelaars en taxateurs in onroerende zaken regelt, was toen nog geen aanvullende WEGAM-dekking beschikbaar. Na de invoering van een nieuw administratiesysteem voor de BAVAM-polis kan dit nu wel. Ook als er een AVB bij een andere verzekeraar loopt, kan de aanvullende WEGAM-dekking via de Vereende worden afgesloten.

Herstel in de branche

Volgens de Vereende maakt het herstel in de branche een WEGAM-dekking extra relevant. “De nog altijd aantrekkende economie, lage hypotheekrente en het toenemend consumentenvertrouwen zorgen voor een stijging in de verkoop van onroerend goed. Dit vertaalt zich in drukke tijden voor makelaarskantoren, financieel –en assurantieadviseurs. Werknemers zijn vaker op pad om woonwensen van klanten in kaart te brengen. Het vaker onderweg zijn, heeft als risico dat de kans op een ongeluk toeneemt

·

 

 

 

 

 

.

.

 

 

 

 

 

 

Ee

WEGAM-dekking nu ook voor BAVAM-polis de Vereende

schade 109 0

Tu

.”

ederlandse automobilist betaalt bijna half miljard te veel voor autoverzekering

Samenvatting

  .

·

·         CONTACT

door:

 

’s (CBS, november 2016) zijn naar schatting ruim 2,4 miljoen auto’s oververzekerd. In totaal betaalt de Nederlandse automobilist hierdoor ruim 450 miljoen euro te veel voor zijn autoverzekering. Dit blijkt uit onderzoek van Allsecur en Team Vier.

0

Klik voor grote versie

Een automobilist betaalt te veel voor zijn autoverzekering als de dekking niet meer past bij de leeftijd van de auto. Dit speelt over het algemeen een rol bij auto’s die ouder zijn dan 6 jaar. Bij deze auto’s loont het doorgaans niet meer om een volledige cascodekking (all risk) af te sluiten en zo voor alle schades verzekerd te zijn. Een beperkt cascodekking is in deze categorie meestal voldoende. Van de auto’s van 6 tot en met 9 jaar oud is 53% all risk verzekerd en betaalt de automobilist dus waarschijnlijk te veel voor zijn verzekering.

Ook voor auto’s van 10 jaar of ouder die een beperkt casco of volledig cascodekking hebben, betalen automobilisten te veel. Uit het onderzoek blijkt dat 16% van de auto’s in deze leeftijdscategorie all risk is verzekerd en 33% beperkt casco. Een goedkopere WA-dekking past in dit geval vaak beter.

Wettelijke dekking
Een Nederlandse automobilist moet zich minimaal WA-verzekeren voor schade aan anderen. Deze dekking kan worden uitgebreid met een beperkt casco of volledig cascodekking (all risk) voor schade aan de eigen auto. Uit het onderzoek blijkt dat 33% van de Nederlandse auto’s waarschijnlijk een te hoge dekking heeft. Veel van deze automobilisten betalen een hoge premie, terwijl de auto inmiddels een lagere dagwaarde heeft. Als een schade aan de auto hoger is dan de dagwaarde, dan krijgt de automobilist slechts de dagwaarde uitgekeerd. De consument heeft in dat geval dus niets aan een hoge dekking.

Ron Adams, Brand Manager bij Allsecur: “Niet alle automobilisten zijn zich bewust van de dekking op hun auto en de prijsverschillen tussen de verschillende dekkingen. Wij geven onze klanten daarom proactief een premie alert als de auto een leeftijd van 6 of 10 jaar bereikt. Voor ons het kantelpunt waarop de klant goedkoper uit is met een andere dekking. De klant bepaalt vervolgens zelf of hij de aanbevolen dekking ook daadwerkelijk afsluit.”

Boilerplate

Over het onderzoek
Onderzoeksbureau Team Vier vroeg tussen 9 en 12 maart 2017 aan 1.058 Nederlandse automobilisten naar de leeftijd van hun auto en hoe die auto verzekerd is. Leaseauto’s zijn hierbij buiten beschouwing gelaten. Als een automobilist meerdere auto’s in zijn bezit heeft, zijn de vragen voor alle auto’s apart gesteld. In totaal hebben de berekeningen betrekking op 1.458 auto’s. De premieberekening is gemaakt met de gemiddelde marktpremie (maart 2017) voor een WA-, beperkt casco- en volledig cascodekking.

STORMSCHADE JAAGT PREMIE OMHOOG

De stormschade vorig jaar zal verzekerden nog lang heugen, zelfs als ze géén schade hadden. FBTO verhoogt de premie van de Woonhuisverzekering van een cliënte met 5,6 procent, maar schrijft er gelukkig nog wel bij: “Je hebt een FBTO Woonhuis-, Inboedel- en Aansprakelijkheidsverzekering. Daar zijn we blij mee! Want we helpen graag als er iets is.”
23 maart 2017

FBTO verder: “Er zijn verschillende redenen waardoor de premie verandert. Dit geldt voor jou:
– we hebben in 2016 te maken gehad met onverwachte zware stormen en heftige hagel- en regenbuien. Door het veranderende weer hebben we in totaal meer schades moeten betalen dan verwacht.
– de prijzen van spullen, bijvoorbeeld meubels en audio, veranderen. Die gaan soms omlaag. Of juist omhoog. Die veranderingen worden berekend door het Centraal Bureau voor Statistiek. We passen de premie aan op deze veranderingen.”

 

Selectieve solidariteit

Verzekeraars zijn toch wonderlijke wezens. Aan de ene kant individualiseren ze de premies het liefst steeds verder (ze kunnen niet wachten met Big Data, uiteraard “in het belang van de klant”). Aan de andere kant weten ze niet hoe gauw ze de premie van álle verzekerden moeten verhogen als het een keer tegen zit. Een soort selectieve solidariteit dus. Maar het is of het een of het ander, allebei kan niet.

 

Heeft u als adviseur vergelijkbare premieverhogingen zien langs komen, we horen het graag eve

Geanimeerd Benelux Meet the Market’ trekt ruim 500 bezoekers

Met meer dan 500 bezoekers kan het event ‘Benelux Meet the Market’, dat gistermiddag  21 maart jl. plaatsvond op de voormalige assurantiebeursvloer in het WTC in Rotterdam, andermaal een succes worden genoemd.Tijdens het evenement presenteerden ca 30 aan Lloyd’s gelieerde bedrijven (service companies/syndicaten, brokers en coverholders/gevolmachtigden) zichzelf aan de professionals werkzaam binnen de zakelijke verzekeringsmarkt. Daarnaast konden zij een vijftal workshops bijwonen over onder meer de ontwikkeling op het gebied van terrorismeverzekeringen, de trends in kredietverzekeringen, insurTech op Lloyd’s, overstromingsverzekeringen en security incident response.

 

Het evenement werd officieel geopend door Benno Reischel, head of Europe bij Lloyd’s, die onder meer wees op het belang van de Benelux-markt voor Lloyd’s. “Sinds de opening van kantoor Rotterdam in 2011 is de omzet met 80% toegenomen tot ca. 600 miljoen euro, waarvan 60% afkomstig is uit marine-verzekeringen. Aan het slot van het officiële bijeenkomst hield de Britse ambassdeur in Nederland, sir Geoffrey Adams, een korte toespraak, waarin hij de aanwezigen onder meer oproep, Brexit ten spijt, vooral zaken te blijven doen met elkaar.  Ook vroeg hij een applaus voor ‘local hero’ Ralph van Helden voor het organiseren van het evenement. Tijdens de afsluitende netwerkborrel werd andermaal onderstreept dat de zakelijke verzekeringsmarkt vooral people’s business  is en blijft .

Voorafgaande aan Meet the Market werd  in het World Trade Center in Rotterdam op de 20e verdieping de Lloyd’s- insurance floor in gebruik genomen. In aanwezigheid van een groot aantal genodigden werd de officiële openingshandeling verricht door Benno Reischel. Vier aan Lloyd’s gelieerde bedrijven met afzonderlijke kantoorunits gezamenlijk de gehele 20e verdieping in het WTC: de beide service companies Starstone en Pembroke/Ironshore en de coverholders DUAL en W.A. Hienfeld. Op Pembroke/ Ironshore na, die kantoor hield aan het Weena, waren alle organisaties reeds gehuisvest op een andere verdieping in het WTC Rotterdam. Er is op de insurancefloor nog één kantoorunit over voor een aan Lloyd’s gelieerd bedrijf. Ralph van Helden, Country Manager Lloyd’s Benelux, verwacht binnenkort de vijfde Lloyd’s-huurder te kunnen verwelkomen.

Het idee om meerdere aan Lloyd’s gelieerde bedrijven op één verdieping te vestigen is mede tot stand gekomen door het proactief meedenken van BouwInvest, de huidige eigenaar van het WTC. Door een onlangs afgeronde renovatie van de 20e verdieping, deed zich de gelegenheid voor om de gehele verdieping te huren. De insurancefloor biedt volgens Van Helden meerdere voordelen, zowel voor de bedrijven zelf (o.a. gezamenlijke representatie, kostenefficiency en bepaalde vormen van samenwerking) als voor de relaties van deze verzekeringsbedrijven, die hierdoor mogelijk hun afspraken met de verschillende Lloyd’s-bedrijven kunnen combineren. “Uiteraard kan hierdoor bovendien de bekendheid en herkenbaarheid van Lloyd’s worden versterkt”, aldus Van Helden, volgens wie de omzet van Lloyd’s Benelux het afgelopen jaar met ruim 10% is gestegen naar ca. 600 miljoen euro, waarvan 60% betrekking heeft op marine. Lloyd’s Benelux telt momenteel zes service companies (syndicaten met een vestiging hier) en 26 coverholders (gevolmachtigden).

 

 

 

 

Talanx in 2016: premieomzet licht omlaag, winstgroei in dubbele cijfers

De Talanx Group heeft 2016 afgesloten met een bedrag van 31,1 miljard aan bruto premie-inkomsten, 693 miljoen euro (2,2%) minder dan de 31,8 miljard eiuro in 2015. He operationeel resultaat (EBIT) daarentegen verbeterde zich met 5,4% van 2,18 miljard euro naar 2,3 miljard euro en de netto winst (na kosten en belastingen) met 11,3% van 1,41 miljard euro naar 1,57 miljard euro. De combined ratio uit schade(her)verzekeirngen verbeterde zich licht van 96% naar 95,7% De  voortgezette optimalisering van de portefeuille Industrial Lines  wierp vricht af in de vorm van een verbeterde efficiency en winstgevendheid. In dit segment verbeterde de combined ratio van 103% in 2014 via 99,2% een jaar later naar 96,8% in 2016.

Volgens de groep hebben alle divisie het afgelopen jaar hun omzetdoelstellingen gerealiseerd. “We hebben een zeergoed groepsresultaat geraliseerd in een marktomgeving die uitdagend is en blijft voor alle bedrijfsonderdelen”, aldus RvB-voorzitter Herbert Haas.Voor het komende jaar verwacht de Talanx Group  een groei van de bruto premie-omzet met meer dan één procent. “Ons doel is in 2018 meer dan de helft van de premieomzet uit  directe verzekeringen te halen.”

 

 

 

Swiss Re: winst bijna verdrievoudigd

Swiss Re heeft 2016 afgesloten met een netto winst van $ 1,4 miljard, bijna drie keer zoveel als de winst van  $ 480 miljoen een jaar eerder. Swiss Re’s ENW (economic net worth) liep iets terug: van $ 37,4 milard naar $ 36,6 miljard. Mede hierdoor keerde de (her)verzekeringsgigant 5,4% meer dividend uit aan aandeelhouders: 4.85 Zw fr per aandeel (4,52 euro) .

Bij het schrijven dit artikkel was de koers van de dollar  0,93 eurocent.

MEER DIVIDEND UIT

Concerns raised over European Parliament robotics report

Following the European Parliament’s plenary vote today to approve its legal affairs committee report on civil law rules on robotics, Nicolas Jeanmart, head of personal insurance, general insurance and macroeconomics at Insurance Europe, said:

“While welcoming the European Parliament’s overall work on robotics, certain aspects of this report are concerning: in particular, the report’s call on the European Commission to consider a blanket compulsory insurance scheme for producers of robots to cover the damage caused by their robots.

“Compulsory insurance only works in specific cases and when certain market pre-conditions are met; such as the availability of sufficient claims data, a high level of standardisation and plentiful insurance capacity to manage risks and cover claims. This is not the case for robotics.

“In addition, the different technological innovations referred to in the report present different risks and raise different liability issues. Because of these differences, a single regulatory approach to all such emerging technologies would not work.

“Instead of boosting the insurance market, a compulsory insurance scheme would likely lead to a less dynamic insurance market and high premiums. This is because an obligation to insure new risks without sufficient information and data would oblige insurers to factor into their premiums the uncertainty around future claims. This could in turn deter producers of innovative, emerging technologies from placing their products on the market.

“The report also suggests that such a scheme could be complemented by a compensation fund to ensure reparation for damages where no insurance cover exists. However, such funds can introduce moral hazard; a situation in which producers feel less responsible for potential accidents caused by their products because the fund is financed either by taxpayers (for state-owned funds) or jointly by the producers (for funds capitalised by sectoral levies). This situation could lead to producers lowering their safety standards.”

Europse verzekeraars tegen  verpolichte robotpolis

De Europese verzekeraarskoepel Insurance Europe maakt zich zorgen over een voorgenomen verzekeringsplicht voor robotproducenten. “Gezien de verscheidenheid aan risico’s zou zo’n generieke plicht niet werken.”

Het Europees Parlement overweegt fabrikanten een verzekeringsplicht op te leggen voor de aansprakelijkheid die het gebruik van robots met zich meebrengt. Een juridisch comité heeft daarover een rapport uitgebracht en tot april voor consultatie aan de markt voorgelegd. “Bepaalde aspecten zijn zorgwekkend. In het bijzonder de oproep om een verplichte verzekering in het leven te roepen die de schade dekt die wordt veroorzaakt door robots.”

Diversiteit aan risico’s

Verplichte verzekering werkt alleen in specifieke gevallen en als aan bepaalde marktvoorwaarden is voldaan, aldus Insurance Europe. “Denk daarbij aan de beschikbaarheid van voldoende claimsgegevens, een hoog standaardisatieniveau en voldoende dekkingscapaciteit. Dat is voor robot-toepassingen niet het geval.” De diverse technologische innovaties die in het rapport worden genoemd, brengen verschillende risico’s met zich mee en roepen weer andere aansprakelijkheidsvragen op. “Daarom zou standaard regelgeving voor al die verschillende technologieën niet werken.”

Hogere premies

Een verzekeringsplicht zou leiden tot minder dynamiek op de markt en hoge premies, vreest de koepel. “Door het ontbreken van gegevens zouden verzekeraars de onzekerheid over toekomstige claims moeten verdisconteren in de premie. Dat zou fabrikanten weer doen terugschrikken voor het in de markt zetten van hun innovatieve producten.”

Een compensatiefonds, dat in het rapport wordt genoemd als aanvulling op de verzekeringsplicht in gevallen waarvoor geen dekking is, biedt evenmin soelaas volgens Insurance Europe. “Dat kan morele problemen geven: producenten kunnen zich minder verantwoordelijk gaan voelen voor ongevallen als zo’n fonds wordt gefinancierd door belastingbetalers of de gezamenlijke industrie. Dat kan leiden tot minder aandacht voor veiligheid

 

 

Totale schadeverzekeringsmarkt in wereld  afgelopen jaren met gemiddeld 5,4% gegroeid

Wereldwijd hebben de schadeverzekeraars tussen 2011 en 2015 gezamenlijk een jaarlijkse groei geboek van gemiddeld 5,4%. Daarmee is de totale premieomzet uit schadeverzekeringen gestegen tot 2,03 biljoen euro (2030 miljard euro). De verwachting is dat de premieomzet wereldwijd de komende jaren met 5,9% per jaar zal toenemen en in 2020 de grens van 2,500 miljard euro (2.524 miljard euro zal hebben overschreden, zo blijkt uit cijfers van het Engelse onderzoeksbureau MarketLine.

 

Volgens het onderzoek hebben alle regio’s in de wereld aan de omzetgroei bijgeedragen, maar vooral in de VS en China, waarbij de Amerikaanse verzekeringsmarkt in zijn eentje goed is voor 40% van de wereldwijde schadeverzekeringsomzet. In deze markt vertoont vooral de propertysector een opwaartse lijn, mede door de vgroeiende verzekeringsbereidheid vanwege de vele natuurrampen.  China is een van de grootste groeimarkten; autoverzekeringen leveren de grootste bijdrage aan de totale premie-omzet uit schadeverzekeringen: 57%

 

 DE VEREENDE ONDERZOEKT BASIS CYBERVERZEKERING MKB

In overleg met het Verbond voert de Vereende een haalbaarheidsstudie uit naar het gezamenlijk investeren in kennisontwikkeling en de ontwikkeling van een risicomodel en een basiscyberverzekering voor het mkb.
15 maart 2017

Dat schrijft het Verbond van Verzekeraars in zijn reactie op de recente oproep van D66 tot een deltaplan cybersecurity.

Het Verbond van Verzekeraars is “blij met de oproep. Cybercrime is een serieus probleem voor Nederlandse burgers en bedrijven en het zou in het algemeen goed zijn als de overheid meer doet om het risicobewustzijn te vergroten”.
Volgens het Verbond moet de overheid bij de aanpak van cybercrime een aanjagende rol vervullen en de publiek-private samenwerking opzoeken. In het plan van D66 staan meerdere maatregelen die hierbij van essentieel belang zijn, zoals het investeren in kennis en bewustwording, het doorlichten van vitale infrastructuur en het stellen van kwaliteitseisen aan software.
Wat het Verbond ook aanspreekt, is dat de overheid volgens het voorstel van D66 niet alleen zichzelf, maar ook burgers en ondernemingen betere bescherming moet bieden. Daarbij is zowel aandacht voor het voorkomen van cybercrime (het stellen van kwaliteitseisen aan software) als voor het bestrijden daarvan (extra investering in de politie).”

 

Cyberverzekeringen
Het Verbond heeft al geruime tijd aandacht voor cybercrime en verzekeringen hiertegen. Particulieren en bedrijven in Nederland ondervinden steeds meer hinder van deze vorm van criminaliteit. Deloitte schat het totale waardeverlies door cyberrisico’s voor de grootste Nederlandse bedrijven en de overheid op 10 miljard euro per jaar. Tegelijkertijd is het verzekeren van cyberrisico’s nog lang niet vanzelfsprekend.
Het Verbond zet zich in “om het risicobewustzijn rond cyberdreigingen te vergroten, met name door aan te haken bij bestaande initiatieven van overheid, MKB-Nederland en consultants. Zo deed het mee aan de campagne Veilig Zakelijk Internetten van MKB-Nederland. Daarnaast wil de brancheorganisatie het aanbod van cyberverzekeringen stimuleren. In overleg met het Verbond voert de Vereende een haalbaarheidsstudie uit naar het gezamenlijk investeren in kennisontwikkeling en de ontwikkeling van een risicomodel en een basiscyberverzekering voor het mkb

Achmea: Hagel zorgt voor negatief resultaat

“Achmea sluit het jaar 2016 af met een negatief nettoresultaat van €382 miljoen, met name veroorzaakt door bijzondere lasten. Het resultaat werd onder meer beïnvloed door de hagelcalamiteit die in juni vorig jaar voor meer dan €300 miljoen euro aan schade veroorzaakte bij meer dan 30.000 van onze klanten. Ook de inzet van zorgresultaat om de stijging van de premies te beperken, verlaagde het resultaat”, vertelt Willem van Duin, voorzitter Raad van Bestuur van Achmea. Het verlies in 2016 volgt op een positief netto resultaat van € 386 miljoen een jaar eerder.

Kijkend naar de toekomst, heeft Achmea de voorzieningen voor letselschades verhoogd en een reorganisatievoorziening aangelegd in verband met een verdere aanpassing van de organisatie. Tot slot heeft de verzekeraar de goodwill afgeboekt van de Turkse verzekeringsactiviteiten. “Hoewel het teleurstellend is om het jaar met een negatief resultaat af te sluiten, verwachten we de komende jaren te profiteren van de verbeteringen die de afgelopen jaren zijn doorgevoerd”, aldus van Duin, die daarbij onder mer wijst op de afronding van het driejarig veranderprogramma Versnellen & Vernieuwen afgerond. “Daarmee is het fundament onder ons bedrijf sterk verbeterd. De kosten zijn met €390 miljoen euro teruggebracht. Onze premieomzet stijgt door een groeiend marktaandeel bij particuliere schadeverzekeringen en we zien dat recent meer klanten voor een zorgverzekering van Zilveren Kruis kiezen. Internationaal zien we goede commerciële prestaties. En ik ben trots op de hoge NPS scores bij onze merken Centraal Beheer, Zilveren Kruis en Interpolis en een bovengemiddelde AFM score van 4.0 voor klantbelang centraal op een schaal van vijf. Daarmee laten we zien dat we ook onze klantgerichtheid sterk hebben verbeterd.”

Sinds de start van het veranderprogramma Versnellen & Vernieuwen is het aantal arbeidsplaatsen in de groep met zo’n 3.350 afgenomen. De komende periode zal deze daling doorzetten. “We doen er alles aan om collega’s van wie de baan onzeker is geworden, zo vroeg mogelijk mee te nemen in de veranderingen. Daarnaast stimuleren we iedereen om zelf te werken aan zijn of haar ontwikkeling en inzetbaarheid. Daarover hebben we eind vorig jaar nieuwe afspraken gemaakt in onze cao en sociaal plan”, zegt Van Duin, volgens wie zijn bedrijf  van ‘schade vergoeden’ naar ‘schade voorkomen’gaat  en diensten gaat aanbieden die het leven aangenamer, veiliger en gezonder maken. “Toonaangevend en steeds vaker relevant zijn voor onze klanten is ons doel.”

 

·

 

Motor insurers need to find new profit sources or disappear: Fitch

·
11-06-2015

Widespread adoption of autonomous vehicles will completely transform the motor insurance sector in the long term as liability shifts towards manufacturers and the traditional risk pool shrinks, according to Fitch Ratings.

As a result, insurers will be forced to diversify in search of other profit sources and some of those that fail to adapt will disappear.

The companies will, however, have many years to adapt and the transition will create new opportunities in the sector, especially for firms that can take advantage of a massive increase in data to price risk more accurately. During the transitional period, motor insurers are set to face lower claims frequency.

The question of who is liable in the event of a crash involving an autonomous vehicle will be fundamental to the future of the motor insurance industry. As the transition progresses, Fitch expects to see risk coverage shifting from personal motor insurance policies to commercial product liability. Early indications of this trend can be seen in the UK’s regulatory proposals, which would require compulsory motor insurance for self-driving vehicles but would enable the insurer to reclaim costs from the manufacturer if a crash was caused by technology failure.

This long-term shift could be exacerbated if the move to driverless cars and the rise of the “sharing economy” result in less individual car ownership, as a smaller overall motor fleet would reduce the risk pool for insurers.

Fitch thinks it will take at least a decade before these effects become notable and far longer for a full transition. Over the next 10 years, the most notable effect in the insurance industry will be a reduction in claims frequency due to the increased use of semi-autonomous driver aids such as emergency braking systems. This should put downward pressure on insurance prices, although it will be partly offset by higher repair costs.

The gathering and analysing of driving data from autonomous vehicles will play a key part in the development of insurance products. Recorded data could provide underwriters and actuaries with greater ability to understand and price risks, while data sharing between the manufacturer and the insurer will be vital for determining who is liable for the cost of compensation. Fitch believes early movers in telematics technology could be at an advantage here as they have already established processes for handling the large datasets that will be needed

 

Herverzekeraars VS: omzet stijgt met 5,7%

Een groep van 18 schadeherverzekeraars in de VS hebben vorig jaar gezamenlijk een netto premieomzet geboekt van $  41,1 miljard, 5,7% meer dan de $38.9 billion in 2015.  Daar stond wel tegenover dat de netto winst terugliep. De combined ratio liep op van 92,6% in 2015 naar 95,2% vorig jaar, die voor 69,3% is opgebouwd  uit schadevergoedingen eb 25,9% uit kosten

 

 

.

International Women’s Day Declaration 2017 from the International Cooperative and Mutual Insurance Federation

Mutual and cooperative insurers lead the industry in terms of gender diversity on boards and in senior management

Manchester, UK, Wednesday 8 March 2017: Recent research carried out by the International Cooperative and Mutual Insurance Federation (ICMIF) on gender diversity at board, CEO and senior management level demonstrates that cooperative and mutual insurers – and particularly ICMIF member organisations – are leading the way in diversity. More and more women are leading mutual and cooperative insurers and playing a key role in growing the insurance sector globally.

The latest edition of the ICMIF Members’ Governance report noted that the percentage of women on the boards of directors of mutual and cooperative insurers rose to 20.6% in 2015, compared to an insurance industry average of just 17.8%*. This represents a significant growth for the mutual and cooperative sector over the previous 10 years, having increased from an average representation of women on boards of 14.3% in 2010 and an almost twofold increase from 11.0% in 2005.

Just under 85% of ICMIF member companies had at least one woman director on their board in 2015 and impressively, 48% of companies had three or more women directors, a significantly greater percentage than the industry average of just 17%. This also represents a sizeable improvement from 10 years ago as in 2005 only 56% of members had a women director on their board and fewer than 20% had three or more.

At CEO/senior management level, almost 27% of senior executives were women, compared to 25% in 2010. There has also been an increase in women being appointed as CEO at ICMIF members, as 18% of members were led by a woman CEO in 2015 compared to just 13% of members in 2010 and around 7% in 2005.

Hilde Vernaillen (pictured), Chair of the ICMIF Board and Director and Chair of the Management Committee at member organisation P&V (Belgium) said:  “The high percentage of woman at the top of cooperative and mutual insurers shown by ICMIF’s research is no surprise. Our business model gives high importance to the development of people, all people in all their diversity. Our business model recognises the richness of diversity, including gender diversity. Woman feel comfortable to grow within cooperative and mutual organisations without constraints. They don’t experience the so-called “glass ceiling”. Women in our organisations feel highly respected in their function by colleagues.”

Commentating on the findings from the report, Senior Vice-President, ICMIF, Liz Green, said: “On International Women’s Day it gives us great pleasure to share how the cooperative and mutual insurance sector has long known what the rest of the insurance industry has been slow to realise. The best boards for insurance companies are the more diverse boards, and that the most effective senior management teams are the more diverse management teams. The fact that ICMIF member companies’ boards have almost doubled their average female representation over a 10-year period highlights their commitment to addressing gender imbalance and promoting diversity, not just in terms of how they are governed by their board of directors, but also throughout their companies.”

Liz Green said: “The trends coming out of the mutual and cooperative sector are very encouraging, and while there is still a lot of work to do by the insurance industry in general in terms of gender parity in executive management, our sector is certainly leading the way. These companies with a high proportion of women on their boards and women in senior executive positions have been proven to perform better, not only financially in terms of growth, efficiency and profitability, but also in terms of instilling a culture of inclusion within their respective insurance companies, which in turn, is transferred to the customer in terms of better service and engagement from their employees of all gender.”

 

The mutual and cooperative sector represented 27% of the global insurance market in 2015, a significant growth in global market share from 23.5% in 2007. It wrote USD 1.2 trillion in insurance premiums in 2015 and held over USD 8 trillion in assets (2007: USD 5.9 trillion).

The positive social impact of mutual and cooperative insurance is demonstrated by the sector employing over 1.1 million people across the world with over 960 million people being served as members or policyholders of mutual/cooperative insurers.

 

International Women’s Day is celebrated yearly on 8 March and is a day when women around the world and from all walks of life are commended both for their achievements and for their efforts towards equality. International Women’s Day is a time to reflect on progress made, to call for change and to celebrate acts of courage and determination by ordinary women who have played an extraordinary role in the history of their countries, communities and business organisations.

 

Meijers Vitaal: één loket voor preventie, begeleiding en verplichtingen bij verzuim & arbeidsongeschiktheid

 

 

 

Arbobutler en Meijers Verzuim & WIA Support lanceren de joint venture Meijers Vitaal B.V. Dit unieke concept  is ontstaan vanuit de behoefte van werkgevers. Om in het grote veld van ziekte- en verzuimregels duidelijk perspectief en helder overzicht te bieden. Meijers Vitaal biedt arbodienstverlening én geeft uitvoering aan verplichtingen die volgen uit WIA-verzekeringen.

 

 

De dienstverlening gaat volgens Meijers verder dan de traditionele arbodienstverleners.” Meijers Vitaal stuurt op duurzame inzetbaarheid van (ex)werknemers, het liefst tot de AOW-leeftijd. En op het vergroten van het werkvermogen in organisaties. Door de inzet van Meijers Vitaal voldoen werkgevers aan wettelijke en polis verplichtingen.”

 

 

 

Catoline Smits, manager Meijers Vitaal: “Werkgevers hebben bij ziekte en arbeidsongeschiktheid van werknemers te maken met veel verschillende partijen. Soms zijn het er wel zeven of acht. Denk aan de Arbodienst, het UWV, WIA verzekeraars, pensioenuitvoerders… Wij merkten dat organisaties het als belastend ervaren om bij verzuim met zoveel partijen te schakelen. Wanneer meld je wat? En aan wie? Is er een partij die mee kan betalen aan interventies? Welke verplichtingen heb ik nu precies? Organisaties hebben grote behoefte aan overzicht.”Als er sprake is van verzuim doen werkgevers op dag één de ziekmelding. Daarna kan Meijers Vitaal alle werkzaamheden verrichten. Van arbodienstverlening tot WIA schadeadministratie naar verzekeraars. Van WIA casemanagement (voor eigen risicodragers WGA) tot advies over preventie.

loyd’s syndicates flock to India

07-

The establishment of a Lloyd’s branch in India is being followed by intense activity among syndicates keen to increase their exposure to the country, according to law firm Clyde & Co.“We are experiencing a flow of enquiries as syndicates wishing to participate in Indian reinsurance business move to set up service companies in India,” said Vineet Aneja, a partner at Clyde & Co’s Indian associated firm Clasis Law.

Lloyd’s has received final regulatory approval from the Indian insurance regulator and has confirmed that it will open a reinsurance branch in India in time for major renewals in April.

The Lloyd’s decision reflects the ongoing internationalisation of a market which has been working hard to broaden its appeal to foreign insurers, Aneja observed.A number of foreign reinsurers have recently received approval to open a branch in India. The list includes Swiss Re, Munich Re, Hannover Re and XL Catlin.The move follows a change of reinsurance rules in India, placing branches of foreign reinsurers at the top of a preference order setting out how Indian insurers are to cede business.

“Over the past couple of years there has been a raft of changes to the legal framework. If 2015 was about the introduction of new rules, 2016 was about their implementation. Now that the new legislation is bedding in, international players are finally able to start building or strengthening their presence in one of the world’s most promising insurance markets. With a population of more than 1.25 billion, a rapidly emerging middle class and comparatively low insurance market penetration, India is undoubtedly an attractive market for insurers.

“Following the recent change in the law in India, we have seen a number of international insurers move quickly to increase their stakes in local JVs [joint ventures] to the new permitted level of 49 percent, up from the previous limit of 26 percent via the automatic route i.e. without prior approval of the government,” Aneja said.

Joint ventures remain a tried and trusted means to access local knowledge or technical expertise to build or strengthen a position in new markets, Aneja noted.“We believe that setting up a branch or subsidiary will also continue to be an attractive route to growth, especially where barriers to M&A exist. The new rules in India have seen the large global insurers move quickly to set up new offices and position themselves in a market which offers genuinely huge potential.”

 

 

 

 

 

VIVAT kiest Pegasystems voor bedrijfsbrede transformatie naar klantgerichte organisatie

 

Nieuw digitaal platform optimaliseert en stroomlijnt ervaringen voor zowel zakelijke als particuliere klanten

 

Amsterdam, 7 maart 2017 – Pegasystems Inc. (NASDAQ: PEGA) de softwareleverancier van krachtige customer engagement oplossingen voor toonaangevende organisaties wereldwijd, kondigde vandaag aan dat de Nederlandse verzekeraar VIVAT Pega´s customer engagement software gaat inzetten om het bedrijf te helpen bij de omslag naar een innovatieve en meer klantgerichte bedrijfsvoering.

 

VIVAT wil de klant in alle activiteiten meer centraal zetten met behulp van het Pega® 7 Platform, Pega Sales Automation voor Verzekeringen en Pega Customer Service voor Verzekeringen binnen de Pega cloud, als onderdeel van een algeheel digitaal transformatieproces. Door gebruik te maken van de technologie van Pegasystems beschikt VIVAT in één oogopslag over alle klantactiviteiten in alle productlijnen, realtime tracering van klantverzoeken en gepersonaliseerde customer engagement. Dit zorgt ervoor dat VIVAT iedere klant het gevoel kan geven een optimale servicebeleving te hebben gehad.

 

Door een volledig digitaal customer engagement platform te gebruiken, kan VIVAT meerdere processen automatiseren, de bedrijfsefficiency verhogen en snellere afhandeling en responsetijden realiseren. Deze verbeteringen zullen uiteindelijk leiden tot een betere klantretentie en klanttevredenheid

 

Pega Consulting en VIVAT nemen een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het succes van dit programma. Deze unieke samenwerking moet aan de hand van best practices tot een implementatie binnen 12 maanden leiden.

 

VIVAT is actief in de Nederlandse markt met onder meer de merken Zwitserleven en Reaal. VIVAT biedt haar klanten slimme en vooruitstrevende oplossingen, die eenvoudig zijn en passend. Zo helpt VIVAT haar klanten hun dromen mogelijk te maken en hun kostbaarheden te beschermen, elke dag opnieuw. Sinds februari 2015 is VIVAT onderdeel van de Chinese verzekeringsgroep Anbang Insurance Group Co. Ltd.

 

“De samenwerking met Pegasystems levert een belangrijke bijdrage om onze customer experience aanzienlijk te verbeteren en te groeien naar de meest innovatieve verzekeraar”, stelt Jeroen Potjes, chief operating officer bij VIVAT.

“Dankzij Pega kunnen we de frontoffice koppelen aan de backoffice en daardoor snel en eenvoudig geavanceerde en gepersonaliseerde customer journeys realiseren. We zijn nu in staat om klanten vanaf het eerste moment van de juiste informatie te voorzien. We kunnen passende en adequate offertes opstellen, betrouwbare service bieden en bovendien onze dienstverlening continu verbeteren op een flexibele manier”, aldus Constant Moolenaar, Director VIVAT contact center.

 

“Tegenwoordig loopt iedere klantgerichte organisatie het risico klanten te verliezen, tenzij je op het juiste moment kunt inspelen op de actuele, persoonlijke behoeften van je klanten”, aldus David Wells, vice president en managing director EMEA bij Pegasystems. “Door zichzelf volledig te vernieuwen, kan VIVAT de manier waarop het relaties met klanten aangaat en onderhoudt herdefiniëren en daarmee een grote voorsprong nemen op de concurrentie. Ik ben zeer verheugd dat wij onderdeel mogen zijn van deze herpositionering.”

 

Over VIVAT

VIVAT N.V. is de holdingmaatschappij voor onder andere SRLEV N.V., Reaal Schadeverzekeringen N.V., Proteq Levensverzekeringen N.V., ACTIAM N.V. en Zwitserleven PPI N.V. VIVAT N.V. treedt ook naar buiten onder de handelsnaam VIVAT. De dochtervennootschappen van VIVAT zijn actief in de Nederlandse markt met onder meer de merken Zwitserleven, Reaal en ACTIAM. Met een balanstotaal van ruim EUR 62 miljard (juni 2016) is VIVAT een van de grote verzekeraars in Nederland. Per 26 juli 2015 is Anbang Group Holdings Co. Ltd., een volledige dochter van Anbang Insurance Group Co. Ltd, enig aandeelhouder van VIVAT N.V. Ga voor meer informatie naar www.vivat.nl.

 

Over Pegasystems

Pegasystems (NASDAQ: PEGA) ontwikkelt strategische applicaties voor sales, marketing, service en operationele processen. Pega’s toepassingen stroomlijnen kritische operationele bedrijfsprocessen, zorgen voor een naadloze connectie tussen organisaties en hun klanten in realtime en via verschillende kanalen en passen zich aan aan de snel veranderende eisen. Pega’s Global 3000 klanten behoren tot ’s werelds grootste en meest succesvolle organisaties. De applicaties van Pega zijn zowel lokaal beschikbaar als in de cloud. Ze zijn gebouwd op het uniforme Pega 7-platform dat visuele tools gebruikt om toepassingen eenvoudig aan te passen of uit te breiden aan de strategische zakelijke behoeften van de klant. Pega-klanten melden onder meer dat Pega hen de snelste time to value, zeer snelle implementatie, efficiënt hergebruik en wereldwijde schaalbaarheid biedt. Voor meer informatie: www.pega.com.

Jaarresultaat Atradius 2016: lichte premiegroei, fors beter resultaat

 

Atradius heeft vorig jaar de totale premieomzet nam toe met 2,5% tot € 1.761 miljoen in 2016 vergeleken met €1.718 miljoen in 2015. Bij constante wisselkoersen betekende dit een toename van 3,4%. “Europa, Azië en Oceanië lieten een veelbelovende omzetgroei zien die in lijn ligt met de ambitie van Atradius om in deze regio’s uit te breiden. De bedrijfsactiviteiten voor multinationals (Global), Bonding en Instalment Credit Protection presteerden goed en genereerden een toename van hun omzet”, aldus de kredietverzekeraar in een toelichting op de jaarcijfers.

De bruto schadelast viel met € 701,1 miljoen in 2016 2,9% lager uit dan de € 721,7 miljoen van 2015, ondanks een gestage instroom van schades van gemiddelde grootte beïnvloed door zwakkere faillissementsvooruitzichten in veel markten. Alle bedrijfsactiviteiten van Atradius droegen bij tot de verbetering.  De bruto operationele verzekeringskosten namen 0,4% af tot € 613,4 miljoen in 2016, komende van € 616,1 miljoen in 2015, met een verbetering van de kostenratio vergeleken met 2015. Het netto beleggingsresultaat, inclusief het inkomstenaandeel van geassocieerde deelnemingen, kwam uit op € 45 miljoen, een toename van 24,9% vergeleken met 2015.  Het bedrijfsresultaat voor herverzekering verbeterde met 16,3% tot € 424,0 miljoen, komende van €s364,6 miljoen in 2015. De positieve ontwikkelingen in schades en kosten resulteerden in een  bruto combined ratio van 78 % tegen 80,6% in 2015.

Isidoro Unda, Voorzitter van de Raad van Bestuur van Atradius, licht toe: “2016 was opnieuw een sterk jaar voor Atradius. We hebben met succes verbeteringen doorgevoerd in onze activiteiten ten gunste van de kostenstructuur en die ons ook in staat stellen onze operationele efficiëntie en effectiviteit verder te verhogen. Elk  jaar opnieuw streven wij ernaar om onze klanten en zakenpartners kwaliteitsdienstverlening, regelmatig bijgewerkte informatie over hun afnemers, ondersteuning bij hun incasso en snelle vergoeding van hun claims te leveren. Dit heeft geleid tot een zeer hoge klantretentie van 93 procent.”

Vooruitzichten
Kijknd naar de toekomst stelt Atradius dat er in 2017 een aanzienlijke mate van onzekerheid is met betrekking tot de vooruitzichten voor wereldwijde en regionale handel. “De verwachte heronderhandeling van een groot aantal handelsovereenkomsten over de hele wereld zou de groei van internationale handel mogelijk kunnen vertragen. Een bijeffect hiervan zou een toename van het aantal wanbetalingen kunnen zijn, gezien verwacht wordt dat handelskosten zullen toenemen, wat druk uitoefent op een aantal bedrijven om hun cashmanagement te verbeteren. Dit zou ook zorgen voor een verhoogde behoefte aan informatie en incassodiensten om de kredietwaardigheid van afnemers beter te kunnen bewaken en achterstallige betalingen te incasseren.”

 Isidoro Unda besluit: “Elk jaar staan bedrijven voor nieuwe mogelijke hindernissen om hun winst te kunnen verhogen en hun betalingsrisico’s te kunnen beheren. Bij Atradius hebben we een sterke bedrijfscultuur die erop gericht is dat we kunnen beantwoorden aan de toenemende behoeften van onze klanten om hun openstaande vorderingen veilig te stellen. We doen dit door onze kredietverzekerings-, garanties-, kredietinformatie- en incassocapaciteiten uit te breiden naar nieuwe markten, door continu de beschikbaarheid van informatie over afnemers te verbeteren en door te innoveren zodat we nieuwe diensten aan onze klanten kunnen leveren.”

fkoopsom regresrecht Wmo voor verzekeraars lager nu gemeente eigen bijdrage mag vragen

schade

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Verbond van Verzekeraars hebben hun overeenkomst over het regresrecht aangepast. In 2017 mogen gemeenten wel een eigen bijdrage vragen aan regrescliënten die gebruikmaken van een Wmo-voorziening. Eerder mocht dat niet. Later praten het Verbond en de VNG over een langdurige overeenkomst.

De VNG en het Verbond van Verzekeraars tekenden bij de inwerkingtreding van de nieuwe Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) al een overeenkomst voor 2015 en 2016 waarin de gemeenten het regresrecht afkochten bij verzekeraars. Aansprakelijkheidsverzekeraars lopen zo geen risico dat gemeenten hoge kosten willen verhalen voor cliënten die door schuld van een derde partij gebruik moeten maken van gemeentelijke Wmo-voorzieningen.

VWS dringt aan op eigen bijdrage

Die eerste overeenkomst is nu verlengd tot eind 2017. Belangrijke wijziging is de mogelijkheid die gemeenten krijgen om een eigen bijdrage te vragen aan de regrescliënt, net als bij reguliere Wmo-cliënten. Afgelopen twee jaar mocht dat niet, en daarmee was ook rekening gehouden in de hoogte van de afkoopsom die verzekeraars betaalden. Op aandringen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is dat nu gewijzigd. VWS constateerde dat de vrijstelling in strijd is met het Uitvoeringsbesluit Maatschappelijke ondersteuning.

Voor gemeenten wordt de overeenkomst met verzekeraars nu een stuk eenvoudiger. Ze kunnen elke Wmo-cliënt hetzelfde behandelen nu ook aan regrescliënten een eigen bijdrage mag worden gevraagd. Voor verzekeraars verandert er meer. Regrescliënten kunnen de kosten voor de eigen bijdrage namelijk wel betrekken bij de schadevergoedingsregeling die zij met hun aansprakelijkheidsverzekeraar afsluiten.

Precieze afkoopsom nog niet bekend

De hoogte van de afkoopsom die verzekeraars in 2017 betalen, is nog niet bekend. Die wordt uiterlijk 1 juli vastgesteld. Verwacht wordt dat die lager is, nu de eigen bijdrage van regrescliënten niet meer onder het afkoopbedrag valt.

Later dit jaar onderhandelen VNG en het Verbond over een meerjarige overeenkomst vanaf 2018. De minimale deelname is vastgesteld op 80% van de gemeenten. Doen er minder mee, dan kunnen Verbond en VNG beslissen de overeenkomst te ontbinden.

Eerste publicatie door Paul de Kuyper op 6 mrt 2017

Financieel advies: It’s a man’s world

branche

Dat er veel vrouwelijk talent in de financiële dienstverlening rondloopt, zal donderdag weer blijken bij de bekendmaking van de am:top 50 powervrouwen. De kille cijfers over het intermediair van het Ratinginstituut Financieel Dienstverleners (RiFD) laten een ander beeld zien. Van de bestuurders bij advieskantoren is nog geen 17% vrouw.

Net als eerder bleek bij het onderzoek van het RiFD naar de vergrijzing in de branche, blijkt ook bij het onderzoek naar de sekseverdeling dat de financiële dienstverlening het slechter doet dan andere sectoren. Voor het hele mkb is de man-vrouw verdeling 65%-35%. Dit laatste percentage wordt volgens het RiFD niet beïnvloedt door het aantal zzp’ers, ook daar is de man-vrouwverdeling hetzelfde als bij het mkb in zijn totaliteit.

Vrouwelijke competenties onderbenut

Bij advieskantoren met maar één bestuurder is dat slechts in 10% van de gevallen een vrouw. Bij bedrijven met 5 of meer bestuurders verdubbelt dat percentage, al is de kans dat het dan alsnog een onderonsje van mannen is nog altijd 35%. Volgens het RiFD betekent dit dat vrouwelijke competenties ook bij grotere bedrijven met meerdere bestuurders nog maar weinig worden benut. “In dat geval zou namelijk sprake moeten zijn van 100% kans op minimaal één vrouw in het bestuur.”

Geen betere creditrating

In weerwil van de generieke aanname dat vrouwen meer risicomijdend zijn, hebben bedrijven met maar één vrouwelijke bestuurder geen betere creditrating (risico op insolventie) dan bedrijven waar één man aan het roer staat. In beide gevallen ligt de rating op 7,2. Gemengde bedrijven doen het met een 7,5 wel iets beter.

Lees hier de de complete Marktflitsenspecial over het aandeel vrouwelijke bestuurders bij het intermediair

Verzekeraar meer ‘streetwise’ bij aanpak fraude

Verzekeraars gaan steeds meer ‘streetwise’ te werk bij de aanpak van verzekeringsfraude, onder meer door informatie vaker te delen. Het aantal fraudeonderzoeken dat verzekeraars in 2016 bij het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit (CBV) van het Verbond van Verzekeraars meldden, steeg met 21%nt. Door de denk- en handelswijze van fraudeurs beter te analyseren en te voorspellen, stijgt het aandeel onderzoeken naar fraude in de acceptatiefase. Het aantal gemelde onderzoeken naar fraude met motorrijtuigen steeg vorig jaar fors, het aantal sjoemelgevallen met ziekteverzuim verdubbelde zelfs ruim.

Dat blijkt uit de ‘voorjaarsfactsheet’  van het CBV. In de zomer is duidelijk hoeveel onderzoeken daadwerkelijk zijn afgerond en hoeveel miljoen euro verzekeringsfraude daarmee is opgespoord of voorkomen. In de top zes van fraudeonderzoeken is niets veranderd, al steeg het aantal gemelde onderzoeken bij alle fraudevormen behalve rechtsbijstand.Opvallend noemt het Vebrond  (zeer) ruime verdubbeling van het aantal incidentonderzoeken naar fraude met ziekteverzuimverzekeringen. Het CBV gaf vorig jaar negen sectorbrede waarschuwingen voor nieuwe fraudevormen en –werkwijzen, waaronder een omvangrijke fraude met sluwe studenten die studievertraging simuleerden. Dat betrof valse claims van scholieren en studenten die na een (in scene gezet) scooterongeval onterecht stelden studievertraging op te lopen. De normbedragen voor een jaar studievertraging liggen tussen de 15.000 en 20.000 euro. De frauduleuze claims liepen deels stuk op ontbrekende medische onderbouwing.

Vliegende start lik-op-stukaanpak

Veel sjoemelaars hebben inmiddels al de gevolgen van de nieuwe lik-op-stukaanpak van verzekeraars om fraude tegen te gaan in hun portemonnee gevoeld. Deze aanpak, waarbij fraudeurs direct een rekening krijgen gepresenteerd van minimaal 532 euro, heeft in de laatste maanden van vorig jaar al geleid tot meer dan honderd fraudeurs die via uitvoeringsorganisatie SODA een factuur ontvingen. Het grootste gedeelte daarvan is inmiddels volledig geïncasseerd of afgehandeld met een betalingsregeling. Eind dit jaar geven naar verwachting alle schadeverzekeraars ‘lik op stuk’ bij bewezen valse claims – vooral ook om daarmee hun interne onderzoekskosten te verhalen.

Verbondsdirecteur Schade Leo de Boer is blij met de voortvarende start van deze aanpak. ‘Wie fraudeert, betaalt de rekening. Fraude is een misdrijf en dus strafbaar, het blijft lang niet altijd bij deze rekening. Verzekeraars kunnen je ook royeren en in het Landelijk waarschuwingssysteem zetten en dan wordt het wel lastiger of heel duur om je nog te verzekeren.’ De Boer benadrukt dat verzekeraars steeds slimmer – ‘streetwise’ – worden en daardoor ook steeds meer signalen van onrechtmatig gedrag al bij het aanvragen van verzekeringen vinden. Dat percentage onderzoeken steeg in een paar jaar tijd ook van 40 procent naar 60 procent van het totaalaantal fraudeonderzoeken

britse verzekeraars zwaar geraakt door nieuwe rekenregels letselschade

6

schade

Voor Britse (auto)aansprakelijkheidsverzekeraars dreigt een forse verhoging van de letselschade-uitkeringen. De regering heeft dinsdag bepaald dat de discount rate, een belangrijke factor bij het bepalen van de omvang van een uitkering, sterk omlaag gaat. Daarmee kunnen eenmalige letseluitkeringen niet meer met een vast percentage voor verondersteld rendement worden verlaagd. Verzekeraars dringen aan op een andere rekenmethode.

De aanpassing is bekendgemaakt door de Lord Chancellor, die onder meer toeziet op het onafhankelijk functioneren van de rechtbanken. Die functie wordt vervuld door minister van Justitie Elizabeth Truss. Als letselschadeslachtoffers een eenmalige uitkering ontvangen, wordt het bedrag dat zij krijgen verlaagd aan de hand van het rendement dat zij kunnen maken door het bedrag te investeren. Deze zogeheten discount rate wordt bepaald aan de hand van de rendementen op de minst risicovolle beleggingen.

Enig acceptabele tarief

Dinsdag maakte Truss bekend dat die factor wordt verlaagd van 2,5% naar -0,75%. Dat zou betekenen dat letseluitkeringen voortaan moeten worden verhoogd in plaats van verlaagd: de ontvanger teert in de toekomst immers in op zijn geld. “Volgens de wet moeten claimanten worden behandeld als risicoaverse investeerders, rekening houdend met het gegeven dat zij financieel afhankelijk zijn van de uitkering, soms voor de rest van hun leven.” De discount rate is sinds 2001 niet gewijzigd, maar volgens Truss “is dit het enige wettelijk acceptabele tarief dat ik kan vaststellen”.

Consultatie

Ze voorziet – naast hogere letseluitkeringen – “een significante impact op de verzekeringsindustrie en een bijkomend effect op de gezondheidszorg”. Komende maand wordt een consultatie gestart om de gevolgen in kaart te brengen en mogelijke hervormingen voor te leggen, zoals een andere methode om de discount rate vast te stellen. Het nieuwe tarief gaat in per 20 maart.

Miljoenen winst verdampt

De verzekeringsbranche reageert geschokt. Een van de grootste verzekeraars Aviva kondigt aan dat de nettowinst over 2016 met € 450 mln neerwaarts wordt bijgesteld als gevolg van de aanpassing. Ageas denkt € 100 mln te moeten slikken. Minister van Financiën Philip Hammond heeft beloofd snel met de consultatie te starten. In allerijl is dinsdag een vergadering belegd met de minister, 14 verzekeraars en de voorzitters van intermediairverenigingen. Huw Evans, directeur van het Britse Verbond van Verzekeraars ABI, noemt de maatregel “extreem roekeloos”. De topman van verzekeraar QBE (extra verlies € 150 mln) vindt dat Truss de kwestie “ongelooflijk slecht” heeft aangepakt.

De branche dringt aan op snelle hervorming van de methodiek. De basis voor de discount rate wordt gevormd door de driejarige rente op indexgerelateerde staatsobligaties en die is negatief. Verzekeraars vinden dat geen goede weerspiegeling van hoe letselslachtoffers met hun uitkering omgaan. Bovendien zijn ze boos dat hun mening niet is gevraagd.

Eerste publicatie door Rob van de Laar op 1 mrt 2017

Laatste update: 1 mrt 2017

809 keer bekeken

Gerelateerde tags

K personal injury rate change to particularly hit reinsurers

28-02-2017

More on this story

·         UK insurance industry outraged by “crazy” Lord Chancellor discount rate move
27-02-2017

Other related

·         Willis warns on motor reinsurers’ reserve charge from potential UK discount rate change
20-02-2017

·         Navigators poaches international casualty head from Chubb
24-02-2017

·         Chubb appoints head of SME for UK and Ireland
25-05-2016

The magnitude of the UK’s reduction of the personal injury rate has shocked the UK insurance industry and raised concerns also among reinsurers, which are expected to be particularly hard hit.

“This has been incredibly bad handled,” said Richard Pryce, CEO of QBE Europe at a 27 Feb. press briefing in London.

“To have something major as this going on at results time makes it almost untenable for some companies. You’ve seen people delaying results. […] It was almost thrown at us in the last minute,” Pryce said. “It just doesn’t give a good look to the UK economy from outside,” he noted.

The UK’s Lord Chancellor and Justice Secretary Elizabeth Truss has decided to change the Ogden discount rate to -0.75 percent from 2.5 percent. The so-called Ogden tables are used to calculate compensation awards for serious personal injuries.

QBE took an assessment on a rate of 1.5 percent, and Pryce suggested that no one expected it to go to -0.75 percent. Now the business will need to be repriced.

Dave Matcham, CEO of the International Underwriting Association (IUA), commented in a written statement: “Inevitably, premiums will be under significant pressure for businesses and consumers across the UK.”

“The discount rate has not been reviewed for some time. Many IUA members have therefore acted prudently and have already planned for some reduction within their business models. The scale of the cut announced by the Lord Chancellor, however, is far beyond general industry expectations and clearly demonstrates a need for urgent reform to this process.”

Due to the change in the discount rate Britain’s largest motor insurer Direct Line Insurance Group expects its pre-tax profit to fall between £215 million and £230 million pounds after reinsurance recoveries, according to a Reuters news report.

The Ogden rate decision will not only impact the major motor companies in the UK, but the reinsurance world, because motor insurers spread their risk globally and that’s going to have a wider impact, Pryce said. The new rate applies to past and future business.

According to analysis by Willis Towers Watson, a broker, the Ogden rate change will cost the insurance industry, in particular the reinsurers of this market, a material one-off reserve charge of approximately £5.8 billion. In addition, there would be a roughly £850 million per annum increase in the cost of providing motor insurance in the future.

Stephen Jones, a director at Willis Towers Watson, said: “The immediate impact of such an aggressive cut is going to be painful for both drivers and insurers. Reserves for past claims that have not yet been paid will have to rise, while the costs of future claims will also go up.”

The broker expects UK motorists will be required to fund the cost of this change to the tune of between £25 and £65 per policy per year depending on the speed at which the motor insurance industry looks to re-establish its balance sheet strength.

“Looking beyond today’s decision, we would strongly recommend that the Ogden rate, which until now had been left unchanged for 16 years, should be either regularly reviewed and revised or pegged to an independent economic indicator so that we do not find ourselves in a similarly difficult position in the future,” said Jones.

UK insurance industry outraged by “crazy” Lord Chancellor discount rate move

27-02-2017

More on this story

·         UK personal injury rate change to particularly hit reinsurers
28-02-2017

Other related

·         Swiss Re exec named new chair of ABI committee
02-03-2016

·         UK insurance fraud rises to £1.3bn
02-06-2014

·         UK December storms to cost £1.3bn in payouts: ABI
11-01-2016

The UK insurance industry has expressed its concern over the Lord Chancellor’s decision to change the Ogden discount rate to -0.75 percent from 2.5 percen

 

Turien introduceert applicatie voor intermediair om aansprakelijkheidsrisico’s in kaart te brengen: de Liability Scan

 

Om  adviseurs om de aansprakelijkheidsrisico’s van hun klanten en prospects inzichtelijk te maken biedt Turien & Co in samenwerking met SRMS B.V. de risicoanalyseapplicatie Liability Scan aan. Hiermee kunnen adviseurs de aansprakelijkheidsrisico’s van bedrijven gemakkelijk in kaart brengen en adviseren over de beheersing én verzekering daarvan. Het doorlopen van de scan resulteert in een overzichtelijk rapport waarmee adviseur én klant meteen aan de slag kunnen.

 

Om een gedegen advies te kunnen geven is het volgerns Turien & Co zaak de juiste vragen te stellen en deze vervolgens te vertalen naar een kwalitatief hoogwaardig advies. “Van adviseurs wordt op dit vlak steeds meer verlangd. Een softwareapplicatie die dit proces ondersteunt is hierbij een zeer prettig hulpmiddel. SRMS B.V. ontwikkelt al zeven jaar online analysetools voor adviseurs. Turien & Co. en SRMS B.V. rollen in de komende maanden gezamenlijk de laagdrempelige Liability Scan uit waarmee adviseurs de meest uiteenlopende aansprakelijkheidsrisico’s in kaart kunnen brengen, zoals schade veroorzaakt door gebouwen of gegevensdiefstal. Vervolgens worden klantspecifieke adviezen gegeven over de beheersing én verzekering van die risico’s. De scan zal binnenkort geïntroduceerd worden.”

 

Adviseurs helpen

“Met het beschikbaar stellen van deze risicoanalysetool willen wij adviseurs ondersteunen in het verlenen van kwalitatief hoogwaardig advies aan de klant”, geeft drs. Peter van Geijtenbeek, algemeen directeur van Turien & Co., aan. “Afgelopen jaar zijn bij ons al meerdere activiteiten ondernomen om adviseurs beter te ondersteunen. De oprichting van een nieuw bedrijf waarin services worden verleend op het gebied van verzuimbeheersing is hiervan een ander voorbeeld. Het aanbieden van de risicoanalysetool is een volgende stap. De tool wordt op intekening kosteloos beschikbaar gesteld aan de adviseurs die met Turien & Co. samenwerken. Wij zijn ervan overtuigd dat de Liability Scan hulp biedt bij een adviesgesprek. Bij een integrale risicoanalyse op het gebied van aansprakelijkheid past het niet om bepaalde risico’s niet in kaart te brengen. De tool is daarom ook niet beperkt tot de producten of doelgroepen waar Turien & Co. een oplossing voor biedt” aldus Peter van Geijtenbeek.

 

Mr. Jan Hamburger, manager commercie bij Turien & Co. geeft aan dat de aansprakelijkheidspropositie van Turien & Co. een sterke ontwikkeling doormaakt. “Op het gebied van werkgeversaansprakelijkheid zijn we al ruim vijftien jaar één van de marktleiders. Vanaf 2007 biedt de assuradeur ook beroeps- en bestuurdersaansprakelijkheid aan en sinds 2014 ook cyberverzekeringen. De komende tijd wil Turien & Co. in toenemende mate de eigen sterke aansprakelijkheidsproducten combineren met die van Nationale-Nederlanden, Zurich en Hiscox. Wij vinden aansprakelijkheidsverzekeringen zeer adviesgevoelig. De verzekeringsmarkt voor aansprakelijkheid is erg dynamisch. Nieuwe risico’s, wetten en jurisprudentie betekenen dat we onze aansprakelijkheidsverzekeringen continu moeten blijven (door)ontwikkelen. Door snel en adequaat in te spelen op deze ontwikkelingen kunnen we het verschil maken” aldus Jan Hamburger.

 

 

Leo de Boer (Verbond) noemt kritiek FOCWA uit de lucht gegrepen

3

Verbondsdirecteur Leo de Boer zegt ‘met verbazing’ kernnis te hebben genomen van de kritiek van DOCWA-voorzitter Peter Brussel dat verzekeraars net hun prijsbeleid het kwaliteitsniveau van schadeherstel in gevaar brengen. “Een uitspraak die u op geen enkele wijze onderbouwt en bovendien niet eerder ter sprake heeft gebracht bij onze leden noch bij het Verbond.”Vervolgens verbindt u aan deze uit de lucht gegrepen stelling ook nog een de conclusie dat verzekeraars de (verkeers)veiligheid in gevaar brengen. Tegen een dergelijke framing maak ik ernstig bezwaar. U jaagt daarmee de consument onterecht angst aan en dat vind ik een kwalijke zaak. Dit klemt nog eens te meer nu u deze uitspraken doet in uw functie als voorzitter van de branchevereniging van herstellers.”

                                                                                                                  

 

 Vorige week verspreidde Focwa een persbericht onder de titel ‘Eisen van verzekeraars brengt veiligheid in gevaar’, waarin de brancheorganisatie waarschuwde voor een onverantwoorde race to the bottom omdat sommige verzekeraars op dit moment schadeherstelbedrijven opnieuw onder druk zouden zetten om hun prijzen te verlagen. “Verzekeraars claimen dat zij willen dat schadeherstellers investeren in kennis en kunde om auto’s veilig te herstellen. Dat betekent dat verzekeraars de sleutel in handen hebben voor tevreden klanten met veilige herstelde auto’s.”

In plaats vanverzekeraars publiekelijk onheus te bejegenen zou Focwa er volgens De Boer beter aan doen haar leden te ondersteunen bij de uitdagingen die hen staan te wachten bij hetvoldoen ana de eigen kwaliteitsstandaard.”

De Boer heeft Brussel uitgenodigd voor een gesprek. “Gelet op het gezamenlijk belang van verzekeraars en schadeherstellers bij kwalitatief herstel in een gezonde branche lijkt het me goed om op korte termijn een afspraak in te plannen.”

 

NN Group increases stake in Delta Lloyd to 8.8%

 

27 February 2017
Press release

This is a press release by NN Group N.V. (‘NN Group’), pursuant to the provisions of Section 4 Paragraph 3 and Section 13 Paragraphs 1 and 2 of the Decree on Public Takeover Bids (Besluit Openbare Biedingen Wft) (the ‘Decree’) in connection with the recommended public offer by NN Group for all the issued and outstanding ordinary shares in the capital of Delta Lloyd N.V. (‘Delta Lloyd’). This announcement does not constitute an offer, or any solicitation of any offer, to buy or subscribe for any securities. Any offer will be made only by means of the Offer Memorandum, which is available as of 2 February 2017, and subject to the restrictions set forth therein. Terms not defined in this press release will have the meaning given thereto in the Offer Memorandum. This announcement is not for release, publication or distribution, in whole or in part, in or into, directly or indirectly, Canada or Japan or in any other jurisdiction in which such release, publication or distribution would be unlawful.

Reference is made to the joint press release by NN Group and Delta Lloyd dated 2 February 2017 regarding the publication of the Offer Memorandum for the recommended public cash offer by NN Group Bidco B.V., a directly wholly-owned subsidiary of NN Group (’the Offeror’), to all holders of issued and outstanding ordinary shares in the capital of Delta Lloyd (the ‘Shares’) to acquire their Shares at a price of EUR 5.40 (cum dividend) in cash for each Share (the ‘Offer’).

 

NN Group announces that, on 27 February 2017, NN Group or its brokers (acting as agents for NN Group) acquired a total of 3,800,138 Shares in the open market at a volume weighted average price of EUR 5.3642 per Share. The highest price per Share paid in a transaction conducted on 27 February 2017 was EUR 5.37.

 

Date Transaction type Total number of shares Type of shares Volume weighted average price in EUR
24 February 2017 Purchase 765,711 Ordinary 5.347
27 February 2017 Purchase 3,800,138 Ordinary 5.3642

 

 

Together with the 37,039,337 Shares already held by NN Group or its brokers (acting as agents for NN Group) prior to 27 February 2017, NN Group or its brokers (acting as agents for NN Group) now holds 40,839,475 Shares, representing 8.8% of the aggregate number of issued and outstanding ordinary and preference shares in the capital of Delta Lloyd and 9.0% of the issued and outstanding ordinary share capital of Delta Lloyd.

 

To the extent required, NN Group will notify the Financial Markets Authority (Autoriteit Financiële Markten) in accordance with Section 5:38 of the Dutch Act on Financial Supervision (Wet op het Financieel Toezicht).

Offer Memorandum, Position Statement and further information

Information regarding the Offer is made available by way of the Offer Memorandum and/or the Position Statement dated 2 February 2017.

 

Digital copies of the Offer Memorandum are available on the websites of Delta Lloyd (www.deltalloyd.com) and NN Group (www.nn-group.com). Copies of the Offer Memorandum are also available free of charge at the offices of Delta Lloyd and the Settlement Agent at the addresses mentioned below. A digital copy of the Position Statement is available on the website of Delta Lloyd (www.deltalloyd.com).

 

Delta Lloyd

Delta Lloyd N.V.

Amstelplein 6

1096 BC Amsterdam

The Netherlands

 

Settlement Agent (ABN AMRO)

Gustav Mahlerlaan 10

P.O. Box 283

1000 EA Amsterdam

The Netherlands

 

Other

To the extent permissible under applicable law or regulation, NN Group or its brokers (acting as agents for NN Group) may from time to time after the date hereof, and other than pursuant to the intended offer, directly or indirectly purchase, or arrange to purchase, ordinary shares in the capital of Delta Lloyd, that are the subject of

 

 

 

ING België ontslaat helft minder medewerkers’

Het hoofdkantoor van ING België in Brussel. foto: HH

Er vallen minder gedwongen ontslagen bij ING België. Vakbonden en de directie hebben daarover een mondeling akkoord bereikt. Waar er eerst werd uitgegaan van maximaal 1700 ontslagen wordt dit nu ten hoogste 890, zo meldt de Vlaamse zakenkrant De Tijd.

Begin oktober 2016 kondigde ING aan 3500 banen te schrappen bij de Belgische tak van de bank. Er zouden 1700 mensen via collectief ontslag op straat komen te staan. De aangekondigde afslanking maakte in België een golf van publieke verontwaardiging los.

Eindeloopbaanregeling

Een deel van de gedwongen ontslagen wordt gecompenseerd door het aantrekkelijker te maken voor oudere medewerkers om vrijwillig te vertrekken. Een bestaande eindeloopbaanregeling wordt breder toegankelijk. 55-plussers die minstens tien jaar bij het bedrijf werken kunnen ook van de regeling gebruikmaken.

Ook wordt overwogen twintig extra bankkantoren open te houden. Daarmee zouden 200 ontslagen kunnen worden afgewend.

Nieuwe ceo

Rik Vandenberghe, de huidige ceo van ING België, maakte in januari bekend te vertrekken bij de bank. Hij stapt aanstaande dinsdag over naar de Belgische bouwgroep Besix. Zijn vertrek ‘verbaasde’ de bonden, die bang waren dat de onderhandelingen niet voor zijn vertrek zouden worden afgerond.

Donderdag presenteerde ING een opvolger voor Vandenberge. Erik Van Den Eynden, het huidige hoofd van een deel van de zakenbank van ING, neemt bij goedkeuring van de toezichthouders de taken van Vandenberghe over. Hij zal verantwoordelijk worden voor de uitvoering van het sociaal plan. Ook moet Van Den Eynden met de bonden onderhandelen over enkele andere heikele thema’s, zoals de afvlakking van de loonstijging.

Verbond steunt UvA-onderzoek ‘Risk & Regulation’

Hoe kunnen toezichtsregels zo goed mogelijk aansluiten bij de economische werkelijkheid waarmee verzekeraars te maken hebben? Het Verbond steunt de komende vijf jaar het onderzoek van professor Roger Laeven (Universiteit van Amsterdam) dat richt zich op deze en andere vragen op het gebied van ‘risk & regulation’.

Het onderzoek, waar Laeven de komende vijf jaar een dag per week aan besteedt, gaat er in de kern om dat de juridische werkelijkheid niet altijd aansluit bij de economische werkelijkheid. Verzekeraars ervaren die spanning met enige regelmaat, bijvoorbeeld binnen het toezichtsregime Solvency II.

Roger Laeven, mede-oprichter en een van de directeuren van het Amsterdam Center of Excellence in Risk and Macro Finance (ACRM), bekleedt aan de UvA de leerstoel Risk & Insurance. Het Verbond heeft deze leerstoel de afgelopen vijf jaar voor 80 procent gefinancierd. Voor 2011 was wetenschappelijk onderzoek op dit specifieke terrein in ons land nauwelijks aanwezig.

Toonaangevende bladen

Vijf jaar later hebben de werkzaamheden van Laeven onder meer geleid tot publicaties in toonaangevende bladen, symposia en onderzoek door diverse promovendi en afstudeerders. Ook heeft Laeven zitting in de Insurance and Reinsurance Stakeholdergroup (IRSG) van EIOPA. Door het succes van de leerstoel heeft de UvA, conform de afspraak die destijds is gemaakt, de financiering inmiddels overgenomen.

Om het onderzoek toch te blijven steunen, heeft het Verbond positief gereageerd op het verzoek om sponsoring van de leerstoel de komende vijf jaar voor een dag in de week voort te zetten. Dat gaat in de vorm van een zogeheten ‘research grant’ die specifiek gericht is op het onderwerp ‘risk & regulation’.

Dialoog over klimaat en verzekeren in volle gang

Hogere temperaturen, extremere neerslag en een stijgende zeespiegel. Het klimaat verandert en Nederland moet zich daaraan aanpassen. Wat is daarin de rol van verzekeringen? Die vraag staat centraal tijdens de Klimaatadaptatiedialoog, die deze week echt is losgebarsten.

 

Eind vorig jaar stemde het kabinet in met de Nationale Klimaatadaptatiestrategie (NAS). Deze beschrijft hoe het klimaat in Nederland zich naar verwachting ontwikkelt en hoe we daarmee kunnen omgaan. Een dialoog over de verzekerbaarheid van klimaatrisico’s is een belangrijk onderdeel van de NAS. Ook het Verbond en DNB zijn bezig met klimaatprojecten en wilden graag in gesprek met partners.

 

Daarom ging een groot aantal partijen afgelopen dinsdag met elkaar om de tafel in het insuranceLAB van het Verbond. Aanwezig waren vertegenwoordigers van onder andere verzekeraars, ministeries, DNB, Adfiz, het KNMI, de Unie van Waterschappen en natuurlijk het Projectteam NAS.

Sneller dan verwacht

Stef Meijs, projectleider van de NAS, hield de aanwezigen voor dat de klimaatverandering ‘sneller gaat dan we met z’n allen hadden verwacht’ en dat we hier dus ‘gewoon rekening mee moeten houden’.

Het is lastig om precies te voorspellen hoe het weer in Nederland zich gaat ontwikkelen, vertelde Rob van Dorland van het KNMI. De klimaatscenario’s van het instituut uit 2014 geven wel een aantal robuuste tendensen. Naast de bekende stijgende temperaturen en zeespiegel gaat het dan bijvoorbeeld om een toename van de totale jaarlijkse neerslag en om buien met meer hagel, bliksem en windstoten.

Het veranderende weer leidt tot meer schade aan bijvoorbeeld woningen, bedrijfspanden en voertuigen, verwacht zowel het Verbond als DNB.  Bijvoorbeeld door extreme neerslag, overstroming of horizontale wateroverlast – denk aan water dat een perceel op stroomt van een hoger gelegen terrein. In welke mate is deze schade te verzekeren? Welke obstakels staan de verzekerbaarheid van klimaatrisico’s in de weg? En wat zijn oplossingen daarvoor? Over die vragen bogen de deelnemers zich in groepjes.

Data

Dat leverde een flink aantal interessante inzichten en ideeën op. Zoals: gemeenten en verzekeraars moeten data over wateroverlast met elkaar delen, zodat ze daar allebei hun voordeel mee kunnen doen. Meer in het algemeen zijn bewustwording van de risico’s en het stimuleren van preventieve maatregelen van belang om een stijgende schadelast te voorkomen, vond de zaal.

Ook het onderwerp ‘overstroming’ kwam uitgebreid aan bod. Nederland is daar grotendeels niet tegen verzekerd. Het Verbond heeft in het verleden verschillende initiatieven voor een overstromingsverzekering aangedragen, maar deze zijn om verschillende redenen gestrand. Conclusie van de zaal was dat er een projectgroep moet komen die nog eens goed kijkt naar de rol van verzekeraars enerzijds en de overheid en de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts) anderzijds.

Klimaatvisie

Genoeg voer voor verdere discussie dus. Het Projectteam NAS neemt de inzichten van de bijeenkomst mee bij het opstellen van een concreet uitvoeringsprogramma, dat er dit jaar moet komen. DNB en het Verbond betrekken ze in hun eigen klimaatprogramma’s. Zo heeft het Verbond een issuecommissie klimaat ingesteld, die werkt aan een klimaatvisie. Samen kijken de drie partijen naar mogelijke vervolgactiviteiten.

Dialoog over klimaat en verzekeren in volle gang

Hogere temperaturen, extremere neerslag en een stijgende zeespiegel. Het klimaat verandert en Nederland moet zich daaraan aanpassen. Wat is daarin de rol van verzekeringen? Die vraag staat centraal tijdens de Klimaatadaptatiedialoog, die deze week echt is losgebarsten.

 

Eind vorig jaar stemde het kabinet in met de Nationale Klimaatadaptatiestrategie (NAS). Deze beschrijft hoe het klimaat in Nederland zich naar verwachting ontwikkelt en hoe we daarmee kunnen omgaan. Een dialoog over de verzekerbaarheid van klimaatrisico’s is een belangrijk onderdeel van de NAS. Ook het Verbond en DNB zijn bezig met klimaatprojecten en wilden graag in gesprek met partners.

 

Daarom ging een groot aantal partijen afgelopen dinsdag met elkaar om de tafel in het insuranceLAB van het Verbond. Aanwezig waren vertegenwoordigers van onder andere verzekeraars, ministeries, DNB, Adfiz, het KNMI, de Unie van Waterschappen en natuurlijk het Projectteam NAS.

Sneller dan verwacht

Stef Meijs, projectleider van de NAS, hield de aanwezigen voor dat de klimaatverandering ‘sneller gaat dan we met z’n allen hadden verwacht’ en dat we hier dus ‘gewoon rekening mee moeten houden’.

Het is lastig om precies te voorspellen hoe het weer in Nederland zich gaat ontwikkelen, vertelde Rob van Dorland van het KNMI. De klimaatscenario’s van het instituut uit 2014 geven wel een aantal robuuste tendensen. Naast de bekende stijgende temperaturen en zeespiegel gaat het dan bijvoorbeeld om een toename van de totale jaarlijkse neerslag en om buien met meer hagel, bliksem en windstoten.

Het veranderende weer leidt tot meer schade aan bijvoorbeeld woningen, bedrijfspanden en voertuigen, verwacht zowel het Verbond als DNB.  Bijvoorbeeld door extreme neerslag, overstroming of horizontale wateroverlast – denk aan water dat een perceel op stroomt van een hoger gelegen terrein. In welke mate is deze schade te verzekeren? Welke obstakels staan de verzekerbaarheid van klimaatrisico’s in de weg? En wat zijn oplossingen daarvoor? Over die vragen bogen de deelnemers zich in groepjes.

Data

Dat leverde een flink aantal interessante inzichten en ideeën op. Zoals: gemeenten en verzekeraars moeten data over wateroverlast met elkaar delen, zodat ze daar allebei hun voordeel mee kunnen doen. Meer in het algemeen zijn bewustwording van de risico’s en het stimuleren van preventieve maatregelen van belang om een stijgende schadelast te voorkomen, vond de zaal.

Ook het onderwerp ‘overstroming’ kwam uitgebreid aan bod. Nederland is daar grotendeels niet tegen verzekerd. Het Verbond heeft in het verleden verschillende initiatieven voor een overstromingsverzekering aangedragen, maar deze zijn om verschillende redenen gestrand. Conclusie van de zaal was dat er een projectgroep moet komen die nog eens goed kijkt naar de rol van verzekeraars enerzijds en de overheid en de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts) anderzijds.

Klimaatvisie

Genoeg voer voor verdere discussie dus. Het Projectteam NAS neemt de inzichten van de bijeenkomst mee bij het opstellen van een concreet uitvoeringsprogramma, dat er dit jaar moet komen. DNB en het Verbond betrekken ze in hun eigen klimaatprogramma’s. Zo heeft het Verbond een issuecommissie klimaat ingesteld, die werkt aan een klimaatvisie. Samen kijken de drie partijen naar mogelijke vervolgactiviteiten.

Verankerd in internationale klassiekerwereld AIG losses widen to $3bn in Q4 as claims jump

15-02-2017

American International Group (AIG) reported a net loss of $3.04 billion, up from a negative $1.84 billion in the same period of 2015, impacted by a $5.6 billion prior year adverse reserve development.

As a result, AIG recorded a full-year net loss of $849 million compared to a net income of 2.20 billion in 2015.

“We took decisive actions in 2016 to dramatically reduce uncertainty and deliver higher quality, more sustainable earnings in the future,” said Peter Hancock, AIG president and CEO.

During the first quarter of 2017, AIG entered into an adverse development reinsurance agreement with National Indemnity Company, a Berkshire Hathaway subsidiary. The agreement retroactively covers the majority of US long tail lines reserves for accident years 2015 and prior.

Total full-year 2016 adverse development on subject lines of $5.3 billion is included under, and will be 80 percent, or $4.2 billion, covered by the adverse development reinsurance agreement with National Indemnity Company, AIG said. The agreement covers roughly half of total commercial insurance loss reserves at the company and should generate a deferred pre-tax gain before discounting of approximately $2.6 billion in the first quarter of 2017, the company said.

“The comprehensive adverse reserve development cover significantly reduces the risk of further reserve additions in some of the most volatile lines, and we responded definitively to emerging severity trends that we believe are materially impacting the overall U.S. Casualty market,” Hancock said.

“Going forward, we expect to see the results from our improved underwriting platform, reduced expense base, and the strong improvement in our business mix. We remain committed to continuing to execute our clearly defined transformation plan, as well as achieving our financial goals, including the return of the remainder of the $25 billion to shareholders we announced in January of last year subject to regulatory and rating agency considerations and future profitability improvements.”

In the press release, AIG stressed other actions taken to improve the company’s performance such as cutting costs and improving liquidity.
For the full-year 2016, general operating and other expenses declined $1.7 billion, or 13.4 percent to $11.0 billion from the prior year. AIG also completed or announced over 10 transactions which in the aggregate will generate approximately $10 billion of liquidity, most of which was received in 2016. Included in that amount was the sale of United Guaranty Corporation to Arch Capital Group that closed on Dec. 31, 2016.

AIG is also addressing the issues in its US casualty line which have been the primary driver of recent adverse development by changing the overall mix of business and utilizing more rigorous pricing tools in US casualty lines.

The net premiums written associated with those lines have declined approximately 39 percent since the end of 2015, and the adverse development reinsurance agreement covers the majority of the US casualty reserves.

In the fourth quarter of 2016, total commercial insurance combined ratio was 241.6 percent, up from 163.3 percent in the same period a year ago. The underwriting loss was driven by liability and financial lines with a combined ratio of 338.7 percent, leading to a pre-tax operating loss of $ 4.98 billion in the fourth quarter.

 

NN: winst vierde kwartaal niet genoeg voor beter resultaat over geheel 2016

Verzekeraar NN heeft in het laatste kwartaal de operationele winst zien in vergelijking met een jaar eerder zien stijgen met 12,6% tot € 282 miljoen. Dat was niet goed genoeg om geheel 2016 beter af te sluiten dan een jaar eerder. Voor geheel 2016 kwam het operationele resltaat uit op  € 1,23 miljard, 14,5% lager dan de € 1,44 miljard.De resultaten werden het afgelopen haar in negatieve zin beïnvloed door enkele zware sormen met veel schadeclaims. De Solvency II ratio nam toe van 236% naar 241%

In een toelichting op de cijfers zegt bestuursvoorzitter Lard Friese: Ceo Lard Friese zegt dat een veelbewogen en belangrijk jaar voor NN Group is geweest, waarin we belangrijke stappen hebben gezet. Zo hebben we geïnvesteerd in het versnellen van veranderingen en in het innoveren van de klantervaring, en we hebben gewerkt aan nieuwe en verbeterde producten en diensten. In april heeft ING haar belang in NN Group volledig afgebouwd. We zijn in staat gebleken om een sterke kapitaalpositie te behouden, waardoor we goed gepositioneerd waren om volatiele marktbewegingen te doorstaan. Deze sterke financiële positie bood ons de mogelijkheid om een belangrijke stap te zetten richting consolidatie op de Nederlandse markt voor verzekeren en vermogensbeheer en om in oktober 2016, een voorgenomen bod aan te kondigen op alle uitstaande aandelen Delta Lloyd.  Deze transactie betekent een belangrijke stap op weg naar het bouwen van een winstgevend bedrijf voor de toekomst en om onze leidende positie in Nederland en België te versterken.”

 

 

Genomineerden NVGA AM Innovatieprijs bekend

branche

De selectiecommissie van de NVGA AM Innovatieprijs heeft haar nominaties bekend gemaakt. Vijf innovaties dingen mee naar de prestigieuze prijs: Connect Claims van CED Group, webapplicatie SUREnet van SUREbusiness, het Overstromingsrisicomodel van de Neerlandse, Schadeveiling van Openclaims Netherlands en het Adviesportaal van C-Profile.

Maar liefst 23 partners in de volmachtketen maakten van de mogelijkheid gebruik om hun innovatie in aanmerking te laten komen voor de NVGA AM Innovatieprijs. De Selectiecommissie had er, gelet op het hoge niveau van de inzendingen een zware dobber aan, maar nomineerde uiteindelijk de vijf voornoemde innovaties. De winnaar zal bekend gemaakt worden tijdens de Marktdag Volmachten op 19 april in ’t Spant in Bussum.

Om recht te doen aan de kwaliteit en de hoeveelheid inzendingen treft u hier alle ingezonden innovaties aan van de partijen die instemden met publicatie.

 

Gaps in US flood data may create losses for insurers

14-02-2017

More on this story

·         2016 major natural catastrophe losses highest since 2012
10-02-2017

·         US flood and wind most destructive hazards in 2016
26-01-2017

Other related

·         2016 was costliest nat cat year since 2012
04-01-2017

·         Reinsurers face growth opportunity in US flood risk
30-11-2016

·         NFIP: The test before the flood
30-11-2016

US underwriters need a more detailed understanding of flood risk if they are to capitalise on the growing private insurance market, according to global flood mapping specialist JBA Risk Management.

“The US catastrophe risk market has understandably been focused on hurricane and earthquake which are relatively less complex to model than flood,” said Matt Reid, managing director JBA Risk Management USA. “However, with the private flood insurance market opening up, there are gaps in most datasets which can lead to costly mistakes for underwriters looking to assess their risk.”

Reid was speaking at the RAA conference in Orlando, Florida, which marks the launch of JBA Risk Management’s expansion in the US. Flood is the most widespread and prevalent peril in the US, but, according to JBA Risk Management, the insurance market does not have widespread access to detailed, up-to-date, high quality information that considers all sources of flooding.

JBA operates in the UK and Canada, and it now aims to grow its presence in the US through its new office based in California

3333333333333

New horizons: how diverse growth strategies can advance digitalisation in the insurance industry

January 13, 2017

 

 

 

DOWNLOAD

We are delighted to introduce Willis Towers Watson’s latest report investigating merger and acquisition (M&A) trends in the insurance sector, carried out in conjunction with Mergermarket, the global proprietary M&A intelligence provider.

We surveyed 200 senior-level executives to map the changing attitude of insurers to digital technologies and to examine the extent to which companies are using M&A strategies to realise their digitalisation ambitions.

How would you characterise the level of adoption of digital technologies in the insurance sector compared to other financial service sectors?

The survey identifies where insurers see the biggest gaps in their digital capabilities and reveals how they plan to close them. Do they believe, for example, that digital transformation can be led from within the company, or will the race to secure the benefits of digitalisation power a new wave of corporate transactions?

The full report is available via the Download link.

DOWNLOAD

ew horizons How diverse growth strategies can advance digitalisation in the insurance industry

New horizons How diverse growth strategies can advance digitalisation in the insurance industry

Insurance playing catch up In terms of digitalisation, the insurance sector is lagging behind other financial services in implementing digital technology. Well over half of those surveyed believe this to be the case. There are a number of reasons behind the sector’s seeming reluctance to take advantage of the opportunities that digitalisation offers. The complex maze of regulations has often been cited by insurers as a reason for slow adoption and while this is valid, our survey reveals a deeper and possibly more disturbing reason – fear. Notably, the fear of failure or the fear of being first to market. While this is understandable, insurers need to put their heads above the digital parapet, if they are to engage with the next generation of policyholders. Technology transforms Despite the reticence within the industry, firms are in no doubt that technology will drive substantial changes. From distribution to policy servicing and loss adjustment, our survey reveals that no part of the process will remain untouched by technology. And, as technology evolves, insurers need to stay ahead of the game. While big data and mobile delivery is the wave of the present, blockchain is on the horizon and could be a game changer for the industry. With this level of transformation, insurers need to be in the driving seat, otherwise they risk getting left behind as leaner start-ups or tech giants take to the field. Watch your back Complacency and procrastination could spell disaster. Our survey reveals that few insurers believe that a challenger from outside the sector will steal a march and most think that digital change will happen relatively slowly, allowing incumbents to copy innovations and maintain pace. However, what if a technological giant with access to capital and greater brand recognition turned its sights on the insurance industry? The mobile phone industry, once dominated by Nokia and Blackberry, demonstrates how seemingly invulnerable market leaders can quickly be toppled by faster-innovating competitors. ‘Wait and see’ is no longer an option. Time to change Our survey shows that many firms acknowledge the need to move fast to transform themselves digitally. And they are utilising a range of options to get there – internal research and development; internal and external venture arms; partnerships and M&A or, more likely, a mixture of all these routes. Moreover, our survey shows inorganic growth via partnerships, minority stakes or outright acquisition will increase in the near future. This means that companies need to have the skills to adapt and to integrate innovative start-ups. And this will involve a change of culture and strategy. E

Conclusion No time for hesitation The key lesson from this survey is that insurers cannot afford to remain in the slow lane when it comes to adopting digital technology With digital transformation now rising up the agenda for the majority of insurers – and new entrants with a non-financial services background now beginning to circle – those companies that do not confront these challenges risk being left behind. Our respondents agree that while the window of opportunity for digitalisation in insurance is now wide open, it will not remain so forever. There are a range of key takeaways from the research that can help insurers grasp those opportunities: Have a digital strategy. “It is important for insurers to have a digital vision and strategy that is clear throughout the organisation, and really understanding how digital will drive top line and bottom line growth. This will help prioritise what areas to focus on and allocate resources more efficiently and effectively. Companies that don’t do this initial groundwork may find their businesses all over the place, making disparate investments into: new technologies, digital solutions, and forming partnerships that may turn out to be the wrong ones,” says Nicholas Chen of Willis Towers Watson. This strategy must be based on the realities of the market in which you operate, including the evolving demands of customers, the competitive offerings of leading rivals and the digital opportunities available. Visualise the future of your business. An insurer’s digital investment targets will depend upon where its sees its long-term future. “Think about where you see your business in 20 years’ time – will you be a wholesaler, developing products for the whole market, or do you see yourself as a retailer that can slickly engage and integrate with other emerging retail models?” says Willis Towers Watson’s Gary Williams. Internal innovation will pay dividends, but be prepared to fail. “We always read about the success stories but the reality is that not all your ideas will succeed and it’s important to accept that and learn from your failure,” says Willis Towers Watson’s Carsten Hoffmann. Just as most start-up businesses fail, insurers need to accept that it just will not be possible to commercialise all their ideas – and that setbacks and failed experiments will help identify the innovations that do work for the business. M&A is vital to the path to digitalisation. “It’s very difficult as an incumbent to have a large enough pipeline of technologies, so you’re going to need to look outwards, to partnerships, to venture capital, to development and to M&A,” says Rafal Walkiewicz of Willis Towers Watson. He believes the most successful insurers will engage in a broad range of external investments in order to achieve their goals. But, at the same time, M&A and organic growth are not mutually exclusive – insurers should examine opportunities for both. Identify the data in your business and work out how to monetise it. “Some of the applications of data and analytics technologies are only just emerging, but even now there is a huge benefit to come from looking at the data you already hold in your business and improving what you do with it,” says Scott Spearman of Willis Towers Watson. In other words, concentrating on the future is important, but so too is unlocking the value of the present. Consider whether the culture of your business is digital ready. “Too often, insurers are risk averse and afraid of failure, and that’s not a good basis from which to innovate, whether you’re doing it internally or working with partners where you may stifle their entrepreneurial creativity,” says Heloise Rossouw of Willis Towers Watson. One major challenge for insurers will be to make this cultural shift. They need to adopt a mindset where experimentation and failure are acceptable. Future distribution and improved margins. “To improve margins in the current low-return environment, insurers need to find margins in the way they do business and grow their customer base which technology can help with. Disruption in how firms do business is needed for product innovation as is improved engagement with future generations of policyholders which can improve customer lifetime value and profit margins,” says Waheeda Narker of Willis Towers Watson.

Londense  markt kan nog nooit vertoonde schadecalamiteit van  200 miljard aan

Een onderzoek van verzekeraar Hiscox heeft uitgewezen dat de Londense verzekeringsmarkt een nog nooit eerder voorgekomen schadecalamiteit van $ 200 miljard aan kan. Een consortium van de Londense verzekeringsmarkt liet ondezoek doe naar twee grote elkaar kort na elkaar opvolgende fictieve calamiteiten, waaronder een extreem zware orkaan, een record cyberschade,  een ineenstoring van de aandelenmarkten en en failissement van een grote herverzekeraar. Een schade van $ 200 miljard is te vergelijken met twee keer de omvang van orkaan Katrina en minimaal vier keer zo hoog als de verzekerde schade als gevolgen van ‘nine eleven’.

Bij het dry run-project zijn 28 Londense verzeekribngsbedrijbven – en instellingen betrokken. Het resultaat toont volgens de onderzoekers de robuustheid en kapitaalkracht van de betrokken bedrijven aan.

Britse autopremies naar recordniveau

De autoverzekeringspremies in het Verenigd Koninkrijk  zijn volgens het Britse Verbond van Verzekeraars ABI naar een recordniveau gestegen: met meer dan vijf keer het inflatiepercentage als gevolg van de verhoging van de assurantiebelasting (van 6 naar 12%), gestegen herstelkosten (+ 32% naar gemiddeld  £1,678en de groeiende letselschadebedragen, (met 2,3 naar gemiddeld £10,674) vooral als gevolg van whiplashclaims.

Volgens ABI’s Motor Premium Tracker, dat de werkelijke premiebedragen monitort die consumenten betalen voor hun autopolis, bedroeg de gemiddelde premie voor een ‘all risks’-dekking in het vierde kwartaal van het vorig jaar £462 tegen £443 in het tweede kwartaal en 4,9% hoger dan de £442 in het derde kwartaal, in Q2 2012. De gemiddelde autopremie over geheel 2016 is hierdoor 9.3% hoger dan de gemiddelde premie over 2015. (Bij het schrijven van dit artikel was de koers van het pond 1,17 euro)
What is the discount rate? 

VERZEKERAAR MAG BIJ FRAUDE NIET ALLE POLISSEN OPZEGGEN

 Een verzekeraar mag niet alle polissen van de betreffende klant opzeggen ook al heeft hij bij het aangaan van één van deze verzekeringen iets verzwegen. Dat stelt de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening (Kifid).
7 februari 2017

De consument meldde bij Unigarant een schade door lekkage. Volgens het schadeformulier was de schade ontstaan kort na ingangsdatum van de verzekering. Uit onderzoek bleek dat de schade daarvoor was ontstaan. Unigarant wees de claim af, beëindigde de verzekering en registreerde de persoonsgegevens van de verzekeringnemer in het Incidentenregister en het EVR. Van de incidentenregistratie heeft de verzekeraar ook melding aan het CBV gedaan. Voorts heeft de verzekeraar de onderzoekskosten teruggevorderd.

De Commissie is van oordeel dat “de feiten en omstandigheden de conclusie rechtvaardigen dat sprake is van een gegronde verdenking van fraude door Consument. De door Consument gegeven verklaringen voor de geconstateerde onregelmatigheden zijn niet aannemelijk en overigens ook niet consistent. Voor beëindiging van de verzekeringen van Consument waarop de fraude niet betrekking had bestaat geen grond en Verzekeraar dient die verzekeringen in kracht te herstellen. De andere door Verzekeraar  getroffen maatregelen zijn terecht zodat de overige vorderingen van Consument worden
afgewezen.”

Behalve een Woonpakket had de verzekeringnemer bij Unigarant twee autoverzekeringen en twee bromfietspolissen lopen (waarvan er een was geschorst). De polissen buiten het Woonpakket moeten binnen vier weken worden hersteld.

NN Group acquires 5.3% stake in Delta Lloyd

 

 

This is a press release by NN Group N.V. (‘NN Group’), pursuant to the provisions of Section 4 Paragraph 3 and Section 13 Paragraphs 1 and 2 of the Decree on Public Takeover Bids (Besluit Openbare Biedingen Wft) (the ‘Decree’) in connection with the recommended public offer by NN Group for all the issued and outstanding ordinary shares in the capital of Delta Lloyd N.V. (‘Delta Lloyd’). This announcement does not constitute an offer, or any solicitation of any offer, to buy or subscribe for any securities. Any offer is made only by means of the Offer Memorandum, which was made available on 2 February 2017, and subject to the restrictions set forth therein. Terms not defined in this press release will have the meaning given thereto in the Offer Memorandum. This announcement is not for release, publication or distribution, in whole or in part, in or into, directly or indirectly, Canada or Japan or in any other jurisdiction in which such release, publication or distribution would be unlawful.

 

 

 

Reference is made to the joint press release by NN Group and Delta Lloyd, dated 2 February 2017 regarding the publication of the Offer Memorandum in connection with the recommended public cash offer by NN Group Bidco B.V., a directly wholly-owned subsidiary of NN Group (’the Offeror’) to all holders of issued and outstanding ordinary shares in the capital of Delta Lloyd (the ‘Shares’) to acquire their Shares at a price of EUR 5.40 (cum dividend) in cash for each Share (the ‘Offer’).

 

NN Group announces today that, NN Group acquired 24,618,525 Shares held by Talpa Beheer B.V. through a private transaction against a consideration of EUR 5.36 per Share, representing a total value of EUR 131,955,294. The consideration was paid from the cash capital available at the holding company.

 

Together with the 11,655,101 Shares already held by NN Group prior to 7 February 2017, NN Group holds 36,273,626 Shares, representing 7.8% of the aggregate number of issued and outstanding ordinary and preference shares in the capital of Delta Lloyd and 8.0% of the issued and outstanding ordinary share capital of Delta Lloyd.

 

NN Group has notified the AFM in accordance with Section 5:38 of the Dutch Act on Financial Supervision (Wet op het Financieel Toezicht).

 

Offer Memorandum, Position Statement and further information

Information regarding the Offer is made available by way of the Offer Memorandum and/or the Position Statement dated 2 February 2017.

 

Digital copies of the Offer Memorandum are available on the websites of Delta Lloyd (www.deltalloyd.com) and NN Group (www.nn-group.com). Copies of the Offer Memorandum are also available free of charge at the offices of Delta Lloyd and the Settlement Agent at the addresses mentioned below. A digital copy of the Position Statement is available on the website of Delta Lloyd (www.deltalloyd.com

Talanx achieves Group net income of slightly above EUR 900 million

 

Hannover, 7 February 2017

On the basis of consolidated, preliminary numbers for the fiscal year 2016, the Talanx Aktiengesellschaft has achieved a Group net income of slightly above EUR 900 million (2015: EUR 734 million), thereby clearly surpassing its own earnings target. On the one hand, this results from lower than expected large losses in the Group. On the other hand, special tax effects have also contributed to the improvement of the result.

Subject to the approval of the supervisory board, the dividend proposal for the fiscal year 2016 to the AGM will be increased to EUR 1.35 (2015: EUR 1.30). For 2017, Talanx raises the outlook for Group net income to around EUR 800 million from previously at least EUR 750 million.

Talanx will release its final financial results as well as its annual report on 20 March 2017.

reventieabonnement De Goudse hult inbreker in nevelen

7

schade

De Goudse heeft in samenwerking met beveiligingsspecialist Een Veilig Gevoel een nieuw preventieabonnement voor zakelijke schadeverzekeringen geïntroduceerd. De ondernemer kan daarbij onder meer kiezen voor de module Mistgenerator. Deze voorkomt dat inbrekers iets kunnen zien als ze hun slag willen slaan.

Bij het preventieabonnement hoeven ondernemers geen investeringen te doen of iets te regelen. Ze betalen één termijnbedrag waarbij service en onderhoud zijn inbegrepen. Daarbij kunnen ze kiezen uit zeven modules: Brand- en vluchtveiligheid, Elektrische installatie, Inbraakpreventie, Bakwand en afzuiginstallatie, Camerabeveiliging, Smart Safe Service en de module Mistgenerator.

Wat je niet kan zien, kan je ook niet meenemen.

De Mistgenerator zorgt ervoor dat een winkel of bedrijfsruimte binnen enkele seconden vol staat met onschadelijke mist. Zo kan een inbreker of overvaller niets meer zien. “En wat hij niet kan zien, kan hij ook niet meenemen” aldus De Goudse. Deze module is volgens de verzekeraar vooral interessant voor winkels die diefstalgevoelige producten verkopen, zoals een sportwinkel, slijterij, winkels met merkkleding en parfumerieën.”

Eerste publicatie door Robert Paling op 7 feb 2017

Laatste update: 7 feb 2017

455 keer bekeken

Gerelateerde tags

 

Global reinsurers face challenges as they seek growth in India

06-02-2017

 

szefei / Shutterstock, Inc.

More on this story

·         XL Catlin to open India reinsurance branch before April
23-01-2017

·         SCOR to start underwriting life and P&C reinsurance in India in April
09-11-2016

Other related

·         Reinsurance in India: all that glitters is not gold
06-02-2017

·         Hannover Re reveals how structured deals will drive its 2017 growth
03-02-2017

·         Hannover Re will realign its portfolio in response to the soft market
02-02-2017

Global reinsurers are piling into India in search for growth. A number of foreign reinsurers have recently received approval to open a branch in India. The list includes Swiss Re, Munich Re, Lloyd’s, Hannover Re and XL Catlin.

Reinsurers are excited about India because of the insurance growth potential they see for the country. Drivers for growth are the bright economic outlook on the one side and a low insurance penetration on the other.

However, this is likely to increase competition in an already soft market, according to experts speaking to Intelligent Insurer.

After latest regulation prioritized foreign reinsurers with branches in India, the country’s market is likely to become more competitive, driven by a flurry of global players setting up domestic offices.

“As more reinsurers set up branches, competition in India will grow,” Michael Marx, managing director Asia Pacific at Hannover Re, said.

“It’s just a matter of time until the right of first refusal will be weakened or scrapped […] competition will become similarly intense as in other Asian markets.”

Marx also believes that at some point the so-called cross-border reinsurers, which are not locally registered, will be able to write business in the same way as they did in the past.

Higher competition comes as India, similarly to other parts of the world, is experiencing a period of low rates.

The soft market is the main challenge for reinsurers to grow in India, said Brendan Plessis, head of emerging markets of XL Catlin. But there may be more.

One potential issue is that the primary insurance market is currently operating in a challenging underwriting environment.

“Right now the domestic insurance results are not that great, registering combined ratios in excess of 100 percent,” Marx said. “This creates a challenge for reinsurance in India.”

In addition, Marx believes that capital requirements for insurers in India are likely to rise, further constraining primary insurers’ ability to grow the business. Also, finding the right staff in India to grow the reinsurance business is unlikely to be easy, especially as more players enter the market, he notes.

Despite the short-term challenges, the reinsurance industry is convinced that the potential of the market is real.

“Crop insurance and health insurance will be the major drivers for the industry growth in India this year,” said Kalpana Sampat, the new CEO of Swiss Re’s India branch.

Hitesh Kotak, the new CEO of Munich Re’s branch in India, added: “We certainly see India as one of the high primary growth markets with future growth potential across all segments of insurance.

“The growing Indian market is an important pillar in our strategy.”

This is just a snapshot of a wider story. If you want to find out more about why giants like Swiss Re and Hannover Re believe that India will be a major driver for growth, please click here.

Did you enjoy reading this story? Sign up to our free daily newsletters and get stories like this sent straight to your inbox.

XL Catlin, Hannover Re, Munich Re, Swiss Re, India, Asia Pacific, Reinsurance, Insurance, Michael Marx, Kalpana Sampat, Hitesh Kotak, Brendan Plessis

 

Run-off in Europe tipped to reach new high of €8bn in 2017

03-02-2017

More on this story

·         A changing landscape
23-10-2016

·         DARAG’s Arndt Gossmann predicts “new peak” for run-off sector
10-02-2016

The run-off market in Europe will hit new highs in 2017 with the value of deals potentially double what they were in 2016, the chief executive of one run-off specialist has claimed.

Arndt Gossmann, Group CEO of run-off specialist DARAG, said many European insurers are now entering the run-off market at the same time meaning the market will see intense activity superseding the approximately €4.4 billion of deals completed last year.

“For this year, once again, we foresee a new peak,” Gossmann said. “We expect the total volume of non-life run-off deals to reach €8 billion within 2017 and to see the first €1 billion worth run-off transaction that comes from the mid-market.

“This increase in deals is not surprising given that Europe’s biggest insurers are entering the run-off market all at once. Many of these companies had already put in place their strategies and plans for transferring closed books of business in areas that will offer maximum capital relief, yet waited until the Solvency II regulation was finalised and in force before going forward with them.

“The mid-market is bound to follow. All this creates an explosive market of opportunities. However, most run-off is driven by Solvency II requirements. It will take a bit more time until it is widely acknowledged as an efficient capital management strategy. Still, we are getting there’, he concludes.”

Gossmann also makes a number of other predictions for the run-off market in Europe in 2017. These include more run-off opportunities and transactions coming from the Continent; the onset of more diverse and aggressive pricing; insurers adopting a more personalised and differentiated value proposition as they target younger generations; further disruption in the industry caused by technology; and a growing influence of alternative capital in the run-off sector.

“The legacy sector is influenced and shaped by the regulatory, political, societal and economic trends surrounding it. Recently, the insurance industry has been presented with various challenges, some – like Brexit – rather unexpected,” Gossmann said.

“One thing is for sure: change is an absolute certainty. For insurers, structured solutions for inactive business are key to successfully responding to uncertainties resulting from such a dynamic environment. DARAG is confident that the run-off market will gain strength in the coming years as the re/insurance industry embraces the advantages offered in its quest to succeed in an ever-changing competitive landscape.”

Did you enjoy reading this story? Sign up to our free daily newsletters and get stories like this sent straight to your inbox.

ommercial P&C rates continue decline, Trump drives optimism

03-02-2017

More on this story

·         US commercial P&C rates continue downward trend in Q3
01-11-2016

Commercial property/casualty (P/C) rates declined in the fourth quarter of 2016 across small, medium and large accounts for the eighth straight quarter, according to The Council of Agents & Brokers’ Commercial P/C Market Survey.

The average rate decrease was 3.3 percent, similar to the third quarter’s 3.2 percent decrease. Large accounts saw the largest decrease at 4.9 percent, followed by medium accounts at 3.8 percent and small accounts at just 1.3 percent.

Premium pricing saw the greatest decline throughout 2016 since decline started during the fourth quarter of 2014. However, survey respondents noted that the decrease in rates in the fourth quarter were fairly consistent with Q3 2016, signalling some stability in the market.

One broker from a mid-market firm on the east coast noted that the continuation of the soft market is no surprise, as increased competition puts downward pressure on premium pricing.

Ken Crerar, president/CEO of The Council, said: “While premium rate decreases have been steady throughout the past two years, there is normalisation in the market across most lines of businesses.

“However, commercial auto continues to harden and go against these trends.”

Many respondents said that carriers were underwriting new businesses very aggressively, often putting incumbents at an inferior position. “While renewal pricing is closer to being flat,” one broker explained, “new business pricing is more aggressive and softer.” Other carriers were writing accounts with tough losses, leading to more coverage across the board.

When asked which business issues kept them awake at night, talent management was overwhelmingly selected as the first choice. Price competition/excess capacity came next, followed by increasing cost of business (i.e. regulation, compliance, other).

Respondents also tended to be optimistic about the uncertain future within their client markets under the new Trump administration and Republican-controlled Congress. “Brokers are monitoring developments closely regarding increased federal spending on infrastructure, a shift in the corporate tax structure and any loosening of the regulatory environment, particularly in financial services and energy sectors,” said Crerar.

Did you enjoy reading this story? Sign up to our free daily newsletters and get stories like this sent straight to your inbox.

Donald Trump, Property and Casualty, The Council of Agents & Brokers, North Americ

      Fusie ACE-Chubb draagt bij tot explosieve omzet- en winstgroei

Mede door een explosieve winst- en omzetgroei in het laatste kwartaal van 2016 heeft Chubb na de krachtenbundeling met ACE het afgelopen jaar afgesloten met een netto winst van  $ 4,1 miljard, een toename met 45,9% ten opzichte van het jaar daarvoor. De bruto premie-met steeg met iets meer dan de helft van $  23 miljard naar $ 34,9 miljard.Ondanks de toenemende schadelast uit vooral natuurrampen realiseerde de vezekeraar vorig jaar ruit schadeverzekeringen een combined ratio van 88,7% tegen 87,4% een jaar eerder en een verzekeringstechnisch resultaat van $ 3 miljard, $ 1,1 miljard meer dand $ 1,9 miljard  in 2015.Bestuursvoporzitter en CEO Evanm Greenberg spreekt sdan ook van een ‘very good year’ voor zijn organisatie, zowel wat de financiële als de overige resultaten betreft

Verbond verwelkomt rapport over fintech

Het Verbond is positief over het rapport over de Europese fintech-sector van Cora van Nieuwenhuizen. De VVD-Europarlementariër en fintechrapporteur voor het Europees Parlement doet een aantal aanbevelingen om innoveren gemakkelijker maken. “Het Verbond omarmt innovatie en is dan ook blij dat hier op Europees niveau werk van wordt gemaakt”, zegt beleidsadviseur Harold Mahadew.

 

Van Nieuwenhuizen pleit er onder andere voor om financiële dienstverleners de ruimte te geven te experimenteren met nieuwe producten of diensten, terwijl toezichthouders meekijken. Zo kunnen zij ervaring opdoen, zonder dat het klantbelang of de financiële stabiliteit in het geding komen.

 

Het Verbond kan zich vinden in deze aanbeveling. Mahadew wijst erop dat DNB en AFM sinds 1 januari met het programma Maatwerk voor Innovatie de mogelijkheid bieden om te experimenteren. “Maar dit is gebaseerd op de ruimte die de Nederlandse wetgeving biedt, terwijl veel van de regels van Europa komen. Die moeten sterk gemoderniseerd worden voor het digitale tijdperk.”

Techniekneutraal

Het Verbond vindt dat EU-wetgeving en toezicht moeten zijn gebaseerd op twee pijlers en is blij dat deze terugkomen in het rapport. De eerste is dat wetten gericht moeten zijn op activiteiten en niet op instellingen. Zo worden consumenten adequaat beschermd, of ze nu klant zijn van een bestaande partij of van een insurtech-startup. Daarnaast moet wetgeving techniekneutraal zijn. Dit houdt in dat dezelfde normen gelden, ongeacht de technologie die wordt ingezet.

Experts

Van Nieuwenhuizen heeft voor haar rapport gesproken met verschillende experts en partijen, waaronder het Verbond. Dat heeft haar bijgepraat over de zaken waar Nederlandse verzekeraars tegenaan lopen. Het Europees parlement buigt zich vanaf eind februari over de aanbevelingen. De Europese Commissie komt later dit jaar met een eigen fintech-actieplan en neemt het rapport daarin mee.

Lees ook het interview met Van Nieuwenhuizen in Verzekerd!

Tweede Adfiz Particulier Platform op 29 maart in teken van robo-advies

 

Woensdag 29 maart organiseert Adfiz haar 2e Particulier Platform. Robo-advies is het thema van het plenaire programma. Aansluitend zijn er parallelle expertsessies over thema’s als schade, hypotheken en leven. Sinds vorig jaar kent Adfiz twee landelijke bijeenkomsten voor de particuliere en de zakelijke markt. Deelname is voor leden kosteloos. Niet-leden kunnen hun interesse doorgeven via info@adfiz.nl.

 

De impact van robo-advies

In het plenaire programma worden de kansen en uitdagingen van robo-advies verkend. Adfiz ziet robo-advies als een kansrijke aanvulling op persoonlijk advies. Kunstmatig intelligente robots kunnen delen van financiële adviestrajecten automatiseren. Daardoor komt er meer tijd vrij voor persoonlijk advies. Maar wat betekenen robots nu echt voor het werk van de financieel adviseur? Met behulp van robo-advies kun je je klanten sneller en goedkoper helpen, zeker buiten kantooruren. Tegelijk kan het ook risicio’s met zich meebrengen. En hoe zorg je dat de kwaliteit van je advies even goed blijft?

 

Over deze vragen gaat Adfiz met de deelnemers in gesprek naar aanleiding van drie interessante visies op robo-advies van:

·         Reinier Pollman (programmamanager Innovatie & Fintech bij de AFM) als toezichthouder.

·         Martin Haagoort (Data Scientist en Managing Director bij Berenschot) als organisatieadviseur.

·         Paul van Brederode (directeur bij A.J.H. de Bruijn Assurantiën en Adfiz-lid) als financieel adviseur.

 

Praktisch

Het tweede Adfiz Particulier Platform vindt plaats op 29 maart tussen 13.00 en 19.00 uur in Antropia Cultuur-en Congrescentrum te Driebergen. Aanmelden kan via de site van Adfiz. Niet-leden kun hier ook doorgeven dat ze  interesse hebben

NN lanceert bod op Delta Lloyd

Het bod van verzekeraar NN Group op branchegenoot Delta Lloyd is officieel gelanceerd. In een gezamenlijk persbericht meldden beide ondernemingen vandaag (2 februari 2017) dat de aanmeldtermijn vrijdag begint en loopt tot 7 april. Die termijn kan nog verlengd worden.Aandeelhouders van Delta Lloyd kunnen op 29 maart een bijzondere aandeelhoudersvergadering bijwonen over het bod van €5,40 per aandeel, wat neerkomt op een totale waarde van 2,5 miljard euro .

 

NN Group, het bedrijf achter Nationale-Nederlanden, zal het bod gestand doen wanneer 95% van de stukken zijn aangeboden. Dat is de ondergrens waarbij een grootaandeelhouder een uitrookprocedure kan starten om het restant van de aandelen in handen te krijgen.NN neemt echter ook genoegen met ten minste 67% van de aandelen, op voorwaarde dat de aandeelhoudersvergadering van Delta Lloyd een fusie goedkeurt.Beide ondernemingen en hun ondernemingsraden ondersteunen het bod. Ze verwachten dat het bod in het tweede kwartaal kan worden afgerond, meldt het FD vandaag

 

Lard Friese, CEO van NN Group: “Met de lancering van het bod zijn we een stap dichterbij het samenbrengen van twee toonaangevende bedrijven in de verzekerings-, bank- en asset managementsector en een stap dichterbij het verstevigen van onze posities in Nederland en België. De combinatie creëert waarde voor aandeelhouders en is een stimulans voor verdere verbetering van de service en klant beleving. We erkennen dat het combineren van onze activiteiten een behoorlijke inspanning zal vergen van ons allen maar het zal ook tot meer mogelijkheden leiden. Wij zijn blij dat de transactie de steun en aanbeveling geniet van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen van Delta Lloyd en wij zijn er van overtuigd dat het bod in het belang is van de stakeholders van beide ondernemingen.”

 

Hans van der Noordaa, CEO Delta Lloyd: “Wij zijn ervan overtuigd dat een combinatie van NN Group en Delta Lloyd in het langetermijnbelang is van onze stakeholders, waaronder onze aandeelhouders. Het bod voorziet in een zekere premie in contanten voor onze aandeelhouders. De Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen van Delta Lloyd bevelen de aandeelhouders van Delta Lloyd dan ook aan het bod te accepteren en hun aandelen onder het bod aan te melden. De gecombineerde onderneming zal een leidend verzekerings- en pensioenbedrijf op de Nederlandse markt worden, met een sterke aanwezigheid in België en een aantrekkelijke propositie in vermogensbeheer en banking. Onze klanten zullen profiteren van de sterke kapitaalpositie, klantfocus en het uitstekende vermogen voor innovatie en productontwikkeling die deze combinatie zal brengen. Helaas zal het gerespecteerde en sterke Delta Lloyd merk ophouden te bestaan en de combinatie van de twee bedrijven zal leiden tot onzekerheid voor de werknemers. Wij zullen er alles aan doen om hen te voorzien van een nieuw perspectief en mogelijkheden in het nieuwe bedrijf of ergens anders.”

 

Kostenbesparing en merknamen

NN Group zegt te verwachten dat de fusie zal leiden tot een jaarlijkse kostenbesparing van zo’n 150 miljoen euro vanaf 2020. De synergiën worden naar verwachting vooral behaald op Leven en Schade (50 procent) en Bank & Vermogensbeheer (30 procent).Het overige deel van de kostensynergiën wordt naar verwachting behaald via gecentraliseerde functies en andere segmenten.

 

De merken van NN Group zullen de merken worden van de Gecombineerde Groep. Het merk ‘Delta Lloyd’ zal niet langer actief worden gebruikt voor commerciële activiteiten en zal naar verwachting op een prudente wijze gradueel worden vervangen. De merken ‘OHRA’ en ‘BeFrank’ zullen worden behouden en de Gecombineerde Groep ondersteunt de continuering van het gebruik van het merk ABN Amro door de ABN Amro joint venture. De Gecombineerde Groep heeft de intentie om NN Group’s APF merk (‘De Nationale’) te blijven gebruiken en om Delta Lloyds’s APF brand te discontinueren, aldus het persbericht.

De hoofdkantoren zullen worden gecombineerd op het hoofdkantoor van NN Group in Den Haag. Delta Lloyds locatie in Amsterdam zal blijven bestaan voor een periode van tenminste drie jaren na de aandelenoverdracht. De locaties in Zwolle (ABN Amro) en Arnhem (OHRA) blijven bestaan. meldt VVP vandaag

 

Bronnen: FD, VVP

 

 

Publication of Offer Memorandum – Offer to be discussed at Delta Lloyd EGMs on

29 March 2017 – Offer Period ends 7 April 2017, unless extended

 

Transaction highlights

  • The offer is an all-cash public offer for the issued and outstanding ordinary shares in the capital of Delta Lloyd at an offer price of EUR 5.40 (cum dividend) per ordinary share, representing a total consideration of EUR 2.5 billion
  • Offer is supported and recommended by the Delta Lloyd Executive Board and the Delta Lloyd Supervisory Board
  • Positive advice has been obtained from both the NN Group and Delta Lloyd Works Councils
  • Offer Period during which Shares may be tendered pursuant to the Offer will commence at 09:00 hours, CET, on 3 February and will expire at 17:40 hours, CET, on 7 April 2017, unless extended
  • Delta Lloyd will hold an extraordinary general meeting of Shareholders at 10:30 hours, CET, on 29 March 2017, during which, amongst other matters, the Offer will be discussed. Immediately following the meeting, Delta Lloyd will hold a second EGM to resolve upon the Legal Merger
  • The Offer is subject to the satisfaction or waiver of the Offer Conditions as set out in the Offer Memorandum
  • The Offer is subject to a minimum acceptance level of 95% of the Shares. The minimum acceptance level is lowered to 67% if the Legal Merger is approved at the Delta Lloyd EGM
  • The Offer is expected to be completed in the second quarter of 2017

 

With the publication of the Offer Memorandum today, and with reference to the joint press release of NN Group and Delta Lloyd dated 23 December 2016, NN Group and Delta Lloyd jointly announce that NN Group Bidco B.V., a directly wholly-owned subsidiary of NN Group (’the Offeror’) is making a recommended public cash offer to all holders of issued and outstanding ordinary shares in the capital of Delta Lloyd (the ‘Shares’) to acquire their Shares at a price of EUR 5.40 (cum dividend) in cash (the ‘Offer Price’) for each Share (the ‘Offer’).

 

Lard Friese, CEO of NN Group: ‘With the launch of the offer today, we are one step closer to bringing together two leading insurance, banking and asset management companies and strengthen our positions in the Netherlands and Belgium. The combination is anticipated to create value for shareholders and will drive further improvement in customer service and experience. We recognise that combining our businesses will require significant effort from all of us, but it will also lead to enhanced opportunities. We are pleased with the support and recommendation of the Delta Lloyd Boards and are convinced that the offer is in the interests of both companies’ stakeholders.’

 

Hans van der Noordaa, CEO of Delta Lloyd: ‘We believe a combination of NN Group and Delta Lloyd is in the long term interest of our stakeholders including our shareholders. The offer provides a certain cash premium for our shareholders. Therefore the Delta Lloyd Boards recommend to the shareholders of Delta Lloyd to accept the offer and to tender their shares pursuant to the offer. The combined company will be a leading insurance and pension company in the Dutch market, with strong presence in Belgium and an attractive proposition in asset management and banking. Our customers will benefit from the solid capital position, customer focus and excellent capabilities for innovation and product development this combination will bring. Unfortunately, the well respected and strong Delta Lloyd brand will cease to exist and the combination of the two companies will result in uncertainty for employees. We will do everything we can to provide them with a new perspective and opportunities within the new company or elsewhere.’

The Offer

The Offeror is making the Offer on the terms and subject to the conditions and restrictions contained in the offer memorandum dated 2 February 2017 (the ‘Offer Memorandum’). Subject to the Offer being declared unconditional (gestanddoening), holders of Shares (the ‘Shareholders’) tendering their Shares under the Offer will receive the Offer Price in consideration for each Share validly tendered (or defectively tendered provided that such defect has been waived by the Offeror).

 

If, between the date of the Offer Memorandum and the Settlement Date, Delta Lloyd, by any means whatsoever, declares any cash or share dividend or other distribution and the record date for such cash or share dividend or other distribution occurs on or prior to the Settlement Date, then the Offer Price will be reduced by the full amount of such distribution made by Delta Lloyd in respect of each Share (before any applicable withholding tax). For the avoidance of doubt, the interim dividend of EUR 0.10 (ten euro cent) per Share declared by Delta Lloyd and paid on 8 September 2016 will not be deducted from the Offer Price.

 

The Offer values 100% of the Shares of Delta Lloyd at EUR 2.5 billion. The Offer Price represents a premium of approximately 31% over the closing price of EUR 4.12 per Share on 4 October 2016, the last trading day before NN Group initially announced its intention to make an offer for Delta Lloyd. Furthermore it represents a premium of approximately 38% relative to the average closing price during the last month and a premium of approximately 55% relative to the average closing price during the last three months prior to the initial announcement.

 

As previously announced on 23 December 2016, NN Group will be able to pay the consideration of the Offer for an amount of EUR 1.4 billion with cash from its own available resources. For the remainder, NN Group has, subject to customary conditions, committed debt financing made available to it from reputable global financial institutions.

 

Strategic rationale

NN Group and Delta Lloyd believe that a combination of Delta Lloyd and the Dutch and Belgian activities of NN Group (the ‘Combined Group’) is compelling. The Offer and all transactions contemplated therewith (the ‘Transaction’) will result in an overall stronger platform within the Benelux from which to provide enhanced customer propositions and generate shareholder return:

  • Additional scale and capabilities will result in an improved customer proposition within the Dutch pension market;
  • Doubling the size of the non-life insurance business will drive underwriting results and customer experience;
  • The integration of two leading asset management businesses creates additional scale and expertise;
  • Increased size and scale of the banking business, thereby improving the competitive offering to existing and new customers;
  • Doubling the presence in Belgium, leading to a strong life insurance market share with a more diversified offering through additional channels.

 

The Combined Group will be better placed to capture opportunities that technological innovation brings and will provide increased possibilities for knowledge sharing, strengthening capabilities and talent development. It will bring a perspective of growth and lead to opportunities for employees of both companies and will facilitate continuous improvement in customer service and experience.

 

Synergies and cash generation

The Offeror currently estimates cost synergies which will reduce the annual cost base by approximately EUR 150 million pre-tax, expected to be achieved by 2020. This is anticipated to occur in a range of areas including:

 

  • Integration of operational and supporting activities in Life and Non-life, including commercial migration
  • Full integration of Bank & Asset Management
  • Removal of overlap in centralised functions
  • Reduction in project spend

 

The Offeror estimates that approximately half of the cost synergies will be realised in the Life and Non-life segments, while efficiency improvements in the Bank & Asset Management businesses will account for approximately 30% of expected cost synergies. The remainder of cost synergies is expected to be achieved in centralised functions and other segments.

 

Based on its due diligence, NN Group believes that there will be some initial capital synergies from the combination (stemming mainly from diversification benefits) but also expects meaningful negative impacts from the alignment of actuarial assumptions under NN Group ownership. Over time, NN Group sees potential for further capital synergies, the transition of Delta Lloyd’s legal entities onto the NN Group Partial Internal Model, but also the removal of the longevity hedge benefit currently included in Delta Lloyd’s standard formula approach. NN Group will provide additional information on potential cost and capital synergies in due course.

 

Recommendation by Delta Lloyd’s Executive Board and Supervisory Board

After due and careful consideration, both the Delta Lloyd Executive Board and the Delta Lloyd Supervisory Board are of the opinion that the Offer is in the best interest of Delta Lloyd and its stakeholders. As is further set out in Delta Lloyd’s position statement (the ‘Position Statement’), published by Delta Lloyd today, the Delta Lloyd Executive Board and Delta Lloyd Supervisory Board support the Offer and the Legal Merger, recommend to the Shareholders to accept the Offer and to tender their Shares pursuant to the Offer, and recommend voting in favour of all Offer EGM Resolutions and the Legal Merger Resolution.

 

On 23 December 2016, Goldman Sachs issued a fairness opinion to the Delta Lloyd Executive Board and Supervisory Board, and on 22 December 2016 Bank of America Merrill Lynch issued a fairness opinion to the Delta Lloyd Supervisory Board, in each case as to the fairness, as of such date, and based upon and subject to the factors and assumptions set forth in each fairness opinion, that the EUR 5.40 in cash to be paid pursuant to the Offer or the Exchange Ratio of NN Group shares to be issued in connection with the Legal Merger, as applicable, to the holders of Shares, collectively, is fair from a financial point of view to such holders.

 

The full text of these fairness opinions is included in the Position Statement. The opinions of Goldman Sachs and Bank of America Merrill Lynch are given to (i) the Delta Lloyd Executive Board and the Delta Lloyd Supervisory Board and (ii) the Delta Lloyd Supervisory Board, respectively, and not to the Shareholders. As such, the fairness opinions do not contain a recommendation to the Shareholders as to whether they should tender their Shares under the Offer or how they should vote or act with respect to the Legal Merger or any other matter.

 

Further undertakings

NN Group and Delta Lloyd have agreed to certain covenants in respect of corporate governance, post-closing legal merger, strategy, organisation, integration and employees for a duration of three years after settlement (the ‘Non-Financial Covenants’).

 

Delta Lloyd Executive Board

As of the Settlement Date, Mr Abrahams, Ms Mijer and Mr van Riet shall continue to serve on the Delta Lloyd Executive Board and will remain in office for as long as appropriate. In addition, two additional members identified by the Offeror, being Mr Knibbe and Ms van Vredenburch, will, subject to the Offer having been declared unconditional and completion of the applicable formal corporate procedures, be appointed to the Delta Lloyd Executive Board by the Delta Lloyd Supervisory Board as of the Settlement Date. Furthermore, subject to the Offer having been declared unconditional, Mr Knibbe will be the CEO of Delta Lloyd as of the Settlement Date. The Delta Lloyd Works Council supports the nomination of these new members of the Executive Board. Their appointment has been approved by the Dutch Central Bank (DNB) and the AFM.

 

When members of the Delta Lloyd Executive Board leave office, the Offeror will respect the agreed notice period as well as the existing severance arrangements. In line with the Dutch Corporate Governance Code the existing severance arrangements provide for a severance payment of no more than one year’s salary.

Mr Van der Noordaa will, subject to the Offer having been declared unconditional and effective as per the Settlement Date, resign as member of the Delta Lloyd Executive Board. In connection with his resignation Mr Van der Noordaa will receive a severance payment of EUR 950,000, which amount is, in line with the Dutch Corporate Governance Code, no more than one year’s salary.

 

Delta Lloyd Supervisory Board

Subject to the Offer being declared unconditional and the relevant resolutions having been adopted at the Offer EGM, the Delta Lloyd Supervisory Board will as of the Settlement Date consist of Mr Friese, Mr Rueda and Mr Erasmus, Mr Ruijter and Ms Streit. Mr Ruijter and Ms Streit (the ‘Continuing Members’) shall qualify as independent within the Dutch Corporate Governance Code. Mr Ruijter shall continue to be the chairman of the Delta Lloyd Supervisory Board. The Delta Lloyd Executive Board and the Delta Lloyd Works Council support the nominations. The Delta Lloyd Works Council has selected Mr Ruijter to qualify as member of the Delta Lloyd Supervisory Board appointed pursuant to its enhanced right of recommendation as from the Settlement Date. It follows that the enhanced right of recommendation of the Delta Lloyd Works Council does not apply to the vacancies for which Mr Friese, Mr Rueda and Mr Erasmus have been nominated for appointment. The appointment of Mr Friese, Mr Rueda and Mr Erasmus has been approved by DNB and the AFM.

 

The Continuing Members will continue to serve on the Delta Lloyd Supervisory

HDI verkoopt deel schadeportefeuille aan De Goudse

2

Verzekeraar HDI heeft per 31 januari 2017 een deel van zijn zakelijke schadeportefeuille aan De Goudse verkocht aan De Goudse. Het gaat onder andere om aansprakelijkheid-, brand-  en inventarisverzekeringen.Volgens manager director Joost Vink past de verkoop van de schadeportefeuille bij de strategie en positionering die HDI voor de Nederlandse markt heeft gekozen, meldt AM.

Marcel Moons, bestuurslid Verzekeringen & Operaties van De Goudse, stelt in hetzelfde artikel dat de portefeuille goed aansluit bij het profiel van De Goudse. “De nieuw verworven portefeuille vormt een mooie uitbreiding met zakelijke schadeverzekeringen, onder andere op het gebied van aansprakelijkheid, brand, inventaris/goederen, CAR/montage, werkmaterieel en motorrijtuigen.”

Bron AM

Innovatie in de zakelijke verzekeringsmarkt!

 

Volmachtbedrijf PURE B.V. uit Amsterdam start met uniek online aanbod voor de zakelijke markt.

 

Onder het label PURE2insure heeft PURE de innovatieve website www.pure2insure.nl ontwikkeld voor zakelijke schadeverzekeringen. Hiermee kunnen bedrijven, maar ook ZZP’ers, VVE’s en sport- en recreatieverenigingen op eenvoudige wijze schadeverzekeringen rechtstreeks bij PURE afsluiten, zonder tussenkomst van een adviseur (execution only).

 

Onderzoek heeft uitgewezen dat meer dan 40% van de bedrijven op zoek is naar een mogelijkheid om zijn verzekeringen via internet af te sluiten. Tot nu toe ontbrak daarvoor een simpele, doeltreffende oplossing.

 

Mede-oprichter Dick Scheepvaart spreekt dan ook van een zeer concurrerende propositie. “Wij zijn de eerste aanbieder in de markt die op een efficiënte en voor de klant begrijpelijke manier een volledig palet aan dekkingen beschikbaar stelt. Met slechts enkele muisklikken stelt de klant zelf een pakketpolis samen en ziet binnen enkele seconden de bijbehorende premie. Na het verstrekken van relevante bedrijfsgegevens kan de aanvraag worden afgerond, waarna de klant de polis direct in zijn/haar mailbox ontvangt. De aanvraagprocedure is volledig geautomatiseerd.”

 

Lloyd’s Coverholder

PURE is ‘Approved Coverholder’ bij het fameuze Lloyd’s in Londen. Deze bijzondere situatie stelt PURE in staat om een aantal zelf ontwikkelde verzekeringsoplossingen op een vernieuwende wijze aan te bieden. “Wij geloven dat de schadeverzekeringsmarkt veel efficiënter kan functioneren als de markt zich openstelt voor innovatie. Met de lancering van PURE2insure hebben wij daartoe een aanzet gegeven”, benadrukt mede-oprichter Marco Worms.

 

Het aanbod

Het zakelijke productassortiment van PURE2insure bestaat uit brand- en aansprakelijkheidsdekkingen. Ook transport- en ongevallen verzekeringen maken onderdeel uit van dit assortiment. Daarnaast zal het aanbod nog dit jaar worden uitgebreid met bijzondere dekkingen, waaronder die voor cybercriminaliteit en beroepsaansprakelijkheid.

 

Volmacht

De producten van PURE2insure worden in volmacht gesloten. Risicodragers zijn Lloyd’s Syndicaten en China Taiping Insurance (UK) Co. Ltd.

 

Innovation Award

Juist vanwege het innovatieve karakter is het PURE2insure-concept reeds tijdens de ontwikkelingsfase genomineerd voor de prestigieuze Lloyd’s Innovation Award 2016.

 

Advies

PURE2insure biedt zijn producten online en rechtstreeks aan op basis van execution only. Via de website wordt de klant zo uitgebreid mogelijk geïnformeerd, opdat deze zelf een verantwoorde keuze kan maken. Desondanks staat het de klant geheel vrij om zich te laten bijstaan door een financieel dienstverlener. Onderling kunnen zij daarvoor een vergoeding afspreken. Daarmee heeft ook de financieel dienstverlener toegang tot het aanbod van PURE2insure.

 

De website www.pure2insure.nl, ontwikkeld in samenwerking met ICT-dienstverlener OpenC en softwareleverancier realXS, is afgelopen week gelanceerd.

 

Stichting toetsing verzekeraars start  thema-onderzoek fraude in  februari

Dit jaar staat bij de Stichting toetsing verzekeraars (Stv) in het teken van afronding van de cyclus met thema-onderzoeken. Dat betekent dat de Stv begin 2018 alle keurmerknormen heeft  getoetst bij de keurmerkhouders. Maar voordat het zo ver is, kunnen de keurmemrkhoduers een aantal malen een bezoek van Stv-medewerkers verwachten bij keurmerkhouders langs. In een vandaag (30 januari jl.) verschenen nieuwsbrief meldt de Stv een overzicht van de thema-onderzoeken die nog volgen.

Thema-onderzoek Fraude

Eind 2016 hebben alle keurmerkhouders de informatie-uitvraag over het thema Fraude van het Stv ontvangen. Dit thema-onderzoek richt zich op de norm over fraudebeleid. Tijdens dit thema-onderzoek richt de Stv zich op het fraudebeleid en de daadwerkelijke fraude-aanpak van de keurmerkhouders. Vanaf eind februari zullen de eerste bedrijfsbezoeken voor dit thema plaatsvinden en in de zomer van 2017 kunt u de overkoepelende themarapportage tegemoetzien.

In de zomer van dit jaar start de Stv het thema-onderzoek Kwaliteitsbeleid , waarin wordt ingegaan op normen Kwaliteitsbeleid, Interne kwaliteitsaudits en Klanttevredenheidsonderzoek. Daarin wordt in elk geval de rapportage wrden opgevraagd van de meest recente interne audit, conform de eis bij norm 13 Interne kwaliteitsaudit. Enkele keurmerkhouders hebben niet kunnen meedoen met een van de thema-onderzoeken, bijvoorbeeld omdat zij een onderzochte verzekering niet verkopen. Bij deze keurmerkhouders zal de Stv in 2017 die relevante normen ook nog toetsen, zodat eind 2017 de beoordeling van alle normen zijn afgerond. Daarnaast wordt dit jaar gebruikt  om eventuele herbeoordelingen op recente thema’s te doen.

Met betrrekking tot het jaar 2018 en verder  stelt de Stv: “Na 2017 is de beoordelingscyclus met thema-onderzoeken afgerond. Om te bepalen hoe wij onze onderzoeken daarna verder zullen vormgeven, hebben wij een klankbordgroep samengesteld. Deze klankbordgroep bestaat uit elf bestuurders en directeuren van keurmerkhouders; groot en klein, uit alle branches. In 2017 zal de klankbordgroep input geven over de normen van het Keurmerk en de toetsing daarvan na 2017. De eerste bijeenkomst van de klankbordgroep staat eind februari gepland. Wij houden u in deze nieuwsbrief op de hoogte van ontwikkelingen uit de klankbordgroep.”

Vivat leidt elf medewerkers op tot big data-experts

Verzekeraar Vivat gaat elf  medewerkers opleiden tIt big data-expert. Zij gaan  gaan de Data Expert-opleiding volgen bij de Jheronimus Academy of Data Science (JADS). De VIVAT Academy is de eerste businesspartner aan wie JADS een maatwerk Masteropleiding aanbiedt.Hiermee wil de verzekeraar beter kunnen inspelen op de klant en beter risico’s kunnen inschatten en voorspellende analyses kunnen maken.

 

“Door een professionele focus op big data zijn wij in staat om nog sneller en beter in te spelen op de individuele behoefte van de klant. Daarnaast kunnen er nog betere risico-inschattingen en voorspellende analyses worden gemaakt. De VIVAT Academy is de eerste business partner aan wie JADS een maatwerk Masteropleiding aanbiedt” zegtBart Rentenaar, IT manager Data bij Vivat: “Het belang van data- en informatieanalyse neemt in de huidige maatschappij steeds meer toe en zal ook binnen Vivat een steeds grotere rol gaan spelen. De beschikbare data kunnen we nog beter gebruiken voor vele toepassingen in onze dagelijkse werkzaamheden. De centrale vraag is: welke informatie zit in de beschikbare data en hoe kunnen we hier nog beter de klant mee bedienen.”

 

?.’

 

Nieuw initiatief

De Vivat Academy is een nieuw initiatief van de verzekeraar. “Hiermee willen we een plek creëren waar continu ontwikkelen voorop staat en waarin we van elkaar kunnen leren. De elf medewerkers van verschillende bedrijfsonderdelen, met een diverse achtergrond, zijn inmiddels begonnenaan de Data Expert opleiding. Hier gaan ze aan de slag met cases uit de dagelijkse praktijk. Onderwerpen zoals fraudedetectie, (klant-)risicomodellen, analyses van het klantsentiment, prijsstrategieën, retentiemodellen en analyses voor nieuwe producten en diensten. Belangrijke onderdelen van de opleiding zijn daarnaast het ethische aspect en de privacywaarborging van klanten.

 

 Jheronimus Academy of Data Science (JADS) is een samenwerking tussen de Provincie Noord-Brabant, de gemeente ‘s-Hertogenbosch, Universiteit van Tilburg en de Technische Universiteit Eindhoven. De opleiding biedt verschillende bachelor- en masterprogramma’s aan op het gebied van data science.

 

VNAB verwelkomt nieuwe leden en geassocieerd deelnemersDe VNAB heeft per 1 januari 2017 Veerhaven Assuradeuren als verzekeraarslid (gevolmachtigd agent) mogen verwelkomen. Daarnaast breidt Verweij & Hoebee het deelnemerschap van de VNAB per 1 februari uit met het geasocieerd deelnemerschap