Pensioenthermometer AON: Dekkingsgraden pensioenfondsen stagneren

De indicatieve gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen is in januari stabiel gebleven op 100%. Ook de aandelenmarkten bleven vrijwel stabiel en de vastrentende waarden leverden door een rentestijging wat in. De verplichtingen daarentegen daalden door de gestegen rente, maar deze daling bleef beperkt door de gedaalde Ultimate Forward Rate (UFR). Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon, wereldwijd dienstverlener op het gebied van risico-, pensioen- en gezondheidsoplossingen, die dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bijhoudt.

De indicatieve beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, is stabiel gebleven op 94%. Deze dekkingsgraad ligt boven het aangepaste tijdelijke wettelijk vereiste minimum van 90%. Omdat de 94% een gemiddelde betreft, zullen er ook fondsen zijn met een lagere beleidsdekkingsgraad. Zo blijft het nog spannend of alle fondsen uit de gevarenzone zijn. De rente steeg in januari: per saldo steeg in een maand tijd de risicovrije rente over de eerste 40 jaar met gemiddeld 11 basispunten. De Ultimate Forward Rate (UFR), waarmee pensioenfondsen de waarde van hun toekomstige verplichtingen berekenen, daalde echter door de gefaseerde overgang naar de nieuwe systematiek. Door de rentestijging nam de waarde van de verplichtingen af met ongeveer 1%.

Aandelenmarkten stagneren
In januari werd aanvankelijk het positieve sentiment uit december voortgezet. In veel landen gingen vaccinatieprogramma’s van start, waardoor beleggers hoop hielden op herstel van de economische activiteit. De aandelenmarkten zijn hier al flink op vooruitgelopen. Voor de inauguratie van Joe Biden namen de onzekerheden toe. De Amerikaanse president Trump had voor vertrek nog even de relatie met China op scherp gezet door Chinese aandelen te weren op Amerikaanse beurzen. Ook bleef de beloofde soepele machtsoverdracht van Donald Trump uit en vond pas plaats nadat enkele van zijn aanhangers het senaatsgebouw hadden bestormd. Na zijn inauguratie kondigde Biden direct zijn plannen aan voor een nieuw stimuleringspakket ter waarde van naar schatting $ 1,9 biljoen.

De voorzitter van de FED, Jerome Powell, meldde in zijn maandelijkse speech dat inflatie weleens kan oplopen in het herstel van de economie en dat het opkoopprogramma teruggebracht zou kunnen worden als het herstel daar is. Ondertussen zijn in veel Europese landen de lockdownmaatregelen verzwaard met een avondklok, waardoor de angst voor een dubbele economische recessie toeneemt.

Op de financiële markten stegen de wereldwijde aandelen in januari uiteindelijk nauwelijks, terwijl ze voor de inauguratie nog met ruim 4% waren opgelopen. De aandelen van ontwikkelde markten daalden met bijna 1%. Alleen aandelen van de opkomende markten stegen met ongeveer 4%, gesteund door goede resultaten van de Chinese aandelenmarkt als gevolg van een groeiende Chinese economie. Binnen de vastrentende waardenportefeuille werd het rendement vooral bepaald door de oplopende rente van met name de wat langere looptijden. Dit zorgde voor een daling van de vastrentende waardenportefeuille met ongeveer 1,5%. De totale portefeuille behaalde deze maand een rendement van minus 0,8%.

Transitie-FTK pas na de zomer naar Tweede Kamer
Afgelopen week werd bekend dat het wetsvoorstel voor de pensioenstelselherziening pas na de zomer naar de Tweede Kamer gaat. Een belangrijk onderdeel van dit wetsvoorstel is het zogenoemde ‘transitie-FTK’. Dit transitiekader moet al per 1 januari 2022 van kracht worden en fondsen moeten voor die tijd vaststellen of ze gebruik willen maken van dit kader. Het kader is bedoeld voor fondsen die naar verwachting de rechten zullen invaren in het nieuwe contract. Fondsen zullen daarom dit jaar al vast moeten stellen of zij willen invaren. “

Wij roepen fondsen op om dit jaar te starten met verkennende berekeningen”, zegt Frank Driessen, Chief Executive Officer van Aon’s Retirement Solutions. “Op basis van verkennende berekeningen kan bepaald worden of het fonds de intentie heeft om in te varen en zodoende te kiezen voor het transitie-FTK.” Een belangrijk element binnen het transitie-FTK is dat er een richtdekkingsgraad gaat gelden van minimaal 95%. Dit is voor een gemiddeld fonds nodig om een generatie-evenwichtige overstap te maken naar het nieuwe stelsel. Fondsen moeten jaarlijks een overbruggingsplan opstellen om aan te tonen dat ze tijdig naar de richtdekkingsgraad van 95% toegroeien.

Zorgen bij pensioenfondsen
Met het transitie-FTK worden de kortingsregels versoepeld. Een fonds moet een minimale dekkingsgraad hebben van 90% en daarnaast laten zien dat het kan toegroeien naar een richtdekkingsgraad van minimaal 95%. De minimaal vereiste richtdekkingsgraad kan ook hoger liggen, bijvoorbeeld bij een jong fonds. De fondsen krijgen de komende periode nog te maken met de dalende UFR wat per 1 januari van dit jaar, afhankelijk van het fonds, al circa 0,6% dekkingsgraad kostte. Met name de grote fondsen zitten aan de onderkant van het spectrum qua dekkingsgraad en waarschuwen voor een grote kans op pensioenkortingen de komende jaren als er niet verder versoepeld wordt.

Driessen: “De lage rente blijft fondsen parten spelen tijdens de transitieperiode en met alle steunpakketten kan de rente voorlopig nog wel laag blijven.” Inmiddels hebben veel fondsen de premie voor 2021 vastgesteld. Voor veel medewerkers was er een flinke teleurstelling op de loonstrook te zien. Pensioen is een stuk duurder geworden. En bij de fondsen die de premie niet verhoogd hebben, is de opbouw veelal verlaagd. Ondanks de oproep van minister Koolmees om de premies stabiel te houden, zijn de omstandigheden op dit moment zodanig dat veel fondsen die oproep niet tegemoet konden komen. Driessen: “Het blijven moeilijke tijden voor pensioenfondsen en dat komt het draagvlak niet ten goede.”