Onderzoek Radar: ‘Afhandeling letselschade onnodig vertraagd’

 Letselschadeslachtoffers moeten soms lange tijd wachten op uitbetaling van geleden schade, blijkt uit onderzoek van het TV-programma Radar onder 3.085 letselschadeslachtoffers. Twee derde van hen hebben het gevoel dat de afwikkeling van de zaak onnodig wordt vertraagd. Een meerderheid is ontevreden over hoe lang de afwikkeling van hun zaak duurt. Bij 55% wordt bovendien betwijfeld of hun klachten wel zijn veroorzaakt door het ongeluk. Het meest genoemde discussiepunt, door 66% van degenen die te maken hebben met een dergelijke discussie over het ‘causaal verband’, is de medische bewijslast.

“De handelswijze van de tegenpartij blijft niet zonder gevolgen: 43% kampt door het verloop van de zaak met psychisch leed, 59% ondervindt financiële nadelen. De helft van de ondervraagden zegt totaal geen grip te hebben op de afhandeling van hun zaak. Meer dan de helft voelt zich soms meer verdachte dan slachtoffer”, aldus het onderzoek.  Andere nadelen die genoemd worden: het verlies van een sociaal leven (29%) zich een ander persoon voelen (26%) depressie (23%), baanverlies (22%) en niet meer op vakantie kunnen (14%). Kleinere percentages mensen zien hun relatie stuklopen, moeten hun huis uit, zien hun kinderen niet of minder en moeten huisdieren wegdoen.

Twijfels aan medische bewijslast

Naarmate het geclaimde schadebedrag oploopt, wordt deze medische bewijslast steeds vaker in twijfel getrokken. Van de zaken waar het bedrag boven de 50.000 euro uitkomt, wordt volgens de onderzoekers in 80% getwijfeld aan het medisch bewijs. Veel slachtoffers hebben dan ook al meerdere, soms zelfs vele, verschillende medische adviezen op tafel gelegd. 56% van alle respondenten is niet tevreden over de tijd die de schade-afhandeling in beslag neemt; een meerderheid heeft het gevoel dat de zaak onnodig vertraagd wordt. Bovendien voelt 55% zich door de bejegening van de tegenpartij eerder verdachte dan slachtoffer, 58% zelfs permanent. Dit blijft niet zonder gevolgen: veel mensen geven aan dat zij (bovenop het letsel van het ongeluk) psychisch of financieel nadeel oplopen door de manier waarop de zaak wordt afgehandeld.

Een overgrote meerderheid zegt slechts gedeeltelijk of zelfs helemaal geen grip op de zaak te voelen. Veruit de meeste schade is veroorzaakt door een verkeersongeval (72%). In vijf procent van de gevallen is er sprake van een medische misser, in ‘één procent van een ondeugdelijk product. De gevolgen van het ongeluk zijn vaak niet gering. 44% heeft door het ongeval last van psychisch letsel. Een greep uit de toelichtingen: piekeren, angst, trauma, depressie, vermoeidheid, nachtmerries, concentratieproblemen, ongeremd gedrag en persoonlijkheidsveranderingen. Ook uit de genoemde kostenposten spreekt veel leed: medische kosten, smartengeld vanwege een verminderde kwaliteit van leven, verlies aan inkomen, kosten voor huishoudelijke hulp, zelfredzaamheid (bijvoorbeeld tuinonderhoud of schilderwerk), vervangend vervoer, materiële schade als gevolg van het lichamelijk letsel (bijvoorbeeld aanpassingen aan de woning) en affectieschade: een compensatie voor het verdriet vanwege het overlijden van een naaste.

Tegenpartij trekt klachten in twijfel

Dat de genoemde klachten daadwerkelijk zijn veroorzaakt door het ongeval, dat wordt nogal eens in twijfel getrokken; 55% van de ondervraagden geeft aan dat dit bij hun het geval is (geweest). Het vaakst (bij 66%) gaat deze discussie over het zogeheten ‘causaal verband’ over de medische bewijslast, bij 48% over de hoogte van de schadevergoeding. Enkele andere punten van discussie zijn: wie er aansprakelijk is voor het ongeval (23%), hoe het ongeval is gebeurd (18%) en of mensen zelf (deels) schuldig zijn aan het ongeval (17%).

Hoe hoger het schadebedrag, hoe vaker getwijfeld wordt – niet alleen aan de hoogte van de schadevergoeding, maar ook aan de medische bewijslast: bij zaken die boven de 50.000 euro uitkomen, wordt deze in 80% van de gevallen in twijfel getrokken. Van alle deelnemers waarbij discussie is ontstaan over de medische bewijslast heeft het grootste gedeelte al meerdere medische adviezen op tafel gelegd. Bij 71% meer dan één, en bij 35% zijn er al vier of meer adviezen gegeven. Dit aantal kan flink oplopen. Bij 16% is het causale verband afgewezen, wat inhoudt dat wordt gezegd dat de klachten níet door het ongeval veroorzaakt zijn. Bij nog eens 25% is dat gedeeltelijk het geval. Een ruime meerderheid (78%) vindt niet dat deze afwijzing van het verband tussen schade en ongeluk voldoende is onderbouwd.

Erkenning staat niet gelijk aan geld op je rekening

In twee derde van de gevallen in het onderzoek is er sprake van een partij met ‘schuld’ aan het ongeval; de aansprakelijke partij. Bij 73% heeft de tegenpartij de gehele aansprakelijkheid erkend. Bij nog eens 11% gedeeltelijk. Bij 9% is de aansprakelijkheid afgewezen. De erkenning gaat niet altijd even vlot: bij slechts de helft (52%) kwam de erkenning van de tegenpartij binnen de drie maanden die daarvoor staat. De rest moest langer wachten; bij een kwart (26%) duurde dit ten minste een jaar, voor 13% duurde het langer dan 3 jaar.

Van de mensen waarbij de aansprakelijkheid (gedeeltelijk) is erkend, geeft één  op de vijf (21%) aan dat er nog geen bedrag overeengekomen is. Wanneer dit wel het geval is, wil dat niet zeggen dat het overeengekomen bedrag gelijk is aan het geclaimde bedrag, zeker niet wanneer het om een fors bedrag gaat: vanaf claims hoger dan 75.000 euro zien we dat het percentage dat een bedrag claimt flink hoger is dan het percentage dat een dergelijk bedrag ook overeenkomt.

Ook kan het lang duren voordat er daadwerkelijk wordt uitgekeerd. 32% geeft aan dat het totale bedrag ondanks de erkenning op het moment van ondervraging nog niet is uitgekeerd. Van de mensen die wel het volledige bedrag uitbetaald hebben gekregen, geeft 60% aan dat dit niet binnen een jaar is gelukt. Bij 41% duurde langer dan twee jaar of langer, bij 19% zelfs langer dan 5 jaar.

Afhandeling schadezaken duurt onnodig lang

Van alle deelnemers is 56 procent niet te spreken over de tijd die de schadeafhandeling in beslag neemt, waarvan twee derde zelfs ‘heel ontevreden’ is. In sommige gevallen duurt de afhandeling van een letselschadezaak langer doordat de medische toestand nog verandert; deze kan beter of juist slechter worden. In dat geval zijn de uiteindelijke consequenties van het ongeval nog niet duidelijk. Dit speelt bij 34 van de ondervraagden; deze vertragende factor speelt dus lang niet altijd.

Als de behandeling van een letselschadeclaim langer dan twee jaar duurt, zou volgens de Gedragscode Behandeling Letselschade een mediator ingeschakeld moeten worden: een onafhankelijke partij tussen jou en de verzekeraar in. Van degenen waarbij de claim langer dan twee jaar loopt (of liep), hebben de meesten niet om mediation gevraagd, maar 78% heeft dit ook niet aangeboden gekregen.

Twee derde van alle deelnemers geeft aan dat zij het gevoel hebben dat de afhandeling onnodig wordt vertraagd. In drie kwart van de gevallen wijzen zij de verzekeraar van de tegenpartij aan als schuldige. Slechts 1 op de 5 (22%) heeft het gevoel dat zij grip hebben op de schadeafhandeling. 29% heeft dit gedeeltelijk, de helft van alle ervaringsdeskundigen heeft zegt geheel géén grip op de zaak te voelen.

In de uitzending van 31 augustus 2020 jl. besteedde Radar aandacht aan dit onderwerp Bekijk complete uitzending