Er komt geen officieel onderzoek naar wanbeleid bij verzekeraar Delta Lloyd. De Ondernemingskamer heeft in een vonnis een verzoek van grootaandeelhouder Highfields voor zo’n enquête afgewezen, meldt het FD vandaag. Highfields Capital bezat begin dit jaar, toen de aandeelhouders moesten stemmen over een omstreden claimemissie van € 650 miljoen, 10% van de stukken. Highfields heeft veel geld verloren op Delta Lloyd en een onderzoek naar wanbeleid zou de verzekeraar veel tijd en mogelijk geld kosten. Het is de tweede keer dat Highfields een juridisch gevecht met Delta Lloyd verliest. Eerder dit jaar vroeg de belegger in een soort kort geding om de aandeelhoudersvergadering voor de emissie op te schorten, maar dat proces verloor Highfields op alle punten.

Highfields had verzocht om een enquête naar wanbeleid omdat Delta Lloyd vanaf 2015 wisselende en verkeerde informatie had gegeven over de solvabiliteit. Een verslechtering van deze maatstaf voor degelijkheid was de aanleiding voor de emissie en dat was weer de oorzaak van een stevige koersdaling op de beurs. Maar volgens de Ondernemingskamer zijn er geen redenen om te twijfelen aan een juist beleid rond deze informatievoorziening. Highfields klaagde verder dat het onvoldoende contact kon leggen met de verzekeraar, maar ook dat argument veegde de Ondernemingskamer van tafel. Delta Lloyd heeft immers meermalen overlegd met zijn grootste aandeelhouder.

Punten van kritiek

Toch heeft de Ondernemingskamer wel een paar punten van kritiek. Zo had de verzekeraar een geplande ‘investor day’ van 2 december te elfder ure afgelast. Delta Lloyd had een nieuwe bijeenkomst met beleggers kunnen plannen voor de aandeelhoudersvergadering, omdat zo’n bijeenkomst ‘zich beter leent voor gedetailleerde cijfermatige beantwoording van vragen dan een aandeelhoudersvergadering’.Highfields voerde verder aan dat Delta Lloyd een te hoge solvabiliteit nastreeft en dat dat nadelig is voor aandeelhouders. Maar de Ondernemingskamer wil daarover niet oordelen en wijst op de bevoegdheden van het bestuur en de aandeelhoudersvergadering. De Ondernemingkamer wijst de Amerikaanse belegger Highfields er bovendien op dat in Nederland het bestuur niet uitsluitend de belangen van de aandeelhouder dient. De  Ondernemingskamer erkent dat er onduidelijkheden zitten in het contract, maar stelt er meteen bij dat niets erop wijst dat andere aandeelhouders er de dupe van zijn.

 bron FD