OM en verzekeraars experimenteren samen met nieuwe aanpak verzekeringsfraude

Op de agenda van de rechtbank in Rotterdam stonden afgelopen woensdag twee zaken rondom verzekeringsfraude gepland. In één van de zaken verdenkt het Openbaar Ministerie de verdachten van het opzettelijk veroorzaken van een aanrijding om zo bij de verzekeraar duizenden euro’s schadevergoeding te claimen. Uniek aan beide zaken is dat het dossier dat het Openbaar Ministerie gebruikt is opgesteld door de verzekeraar zelf en dus niet werd voorafgegaan door politieonderzoek.

In juli 2017 hebben het Verbond van Verzekeraars, Zorgverzekeraars Nederland, politie en het Openbaar Ministerie een convenant afgesloten met als doel om verzekeringsfraude samen effectiever aan te pakken. Dit heeft geresulteerd in een gezamenlijk experiment waarbij verzekeringsfraude door de maatschappij zelf wordt onderzocht. Het dossier wordt vervolgens overgedragen aan het Openbaar Ministerie, die oordeelt of het dossier volledig en correct is opgebouwd en de zaak op zitting aanbrengt.  

Oordeel rechtbank

Het experiment bestaat tot nu toe uit twee zaken, die beiden gisteren op de agenda stonden. Het doel van het experiment is om met deze zaken een juridisch oordeel te krijgen van de rechtbank over de verschillende vormen van samenwerking tussen publieke en private partijen. Specifieker: of de dossiervorming door private partijen voldoende en adequaat is om verdachten strafrechtelijk te kunnen vervolgen.

De achterliggende gedachte van dit experiment is dat de verzekeringsbranche zelf de expertise en capaciteit heeft om zorgvuldig onderzoek te doen naar mogelijke fraude. Verzekeraars kunnen verzekeringsfraudeurs nu al via het civiele recht sancties opleggen, daarvoor moet de verzekeraar een dossier opbouwen om aan te kunnen tonen dat er fraude heeft plaatsgevonden. Onderdeel daarvan is hoor-en-wederhoor en gesprekken met verdachten. Dit gebeurt door speciaal opgeleid en gecertificeerd personeel. Daarvan werken er circa 400 in de verzekeringsbranche.

Georganiseerde criminaliteit

Verzekeraars worden jaarlijks geconfronteerd met duizenden gevallen van fraude. Daardoor betalen huishoudens tientallen euro’s verzekeringspremie teveel. Dit varieert van het aandikken van een claim tot georganiseerde criminaliteit, zoals het op grote schaal in scene zetten van auto-ongelukken, de zogenoemde opzet-aanrijding. Deze zware vormen van fraude willen het Verbond van Verzekeraars en het Openbaar Ministerie graag gezamenlijk aanpakken.

Hiermee kan de politie-inzet worden beperkt, bijvoorbeeld tot het verhoren van verdachten of tot de inzet van strafvorderlijke bevoegdheden zoals het veiligstellen van bewijsstukken. Deze werkwijze kan zorgen voor een effectievere en efficiëntere en dus betekenisvollere politiebijdrage aan de opsporing van dergelijke criminaliteit. Beide zaken van afgelopen woensdag zijn aangehouden. Vermoedelijk worden die in oktober inhoudelijk behandeld. 

Voors en tegens

Het doel is meer mensen die de verzekering tillen aan te pakken zonder de politie extra te  belasten. Die laat volgens het OM nu veel fraudezaken liggen, omdat er te weinig personeel is en andere zaken zoals geweldsdelicten voorrang krijgen.,Al jaren wordt er veel verzekeringsfraude gepleegd, met name bij ongevallenverzekeringen, maar slechts een bedroevend aantal komt bij de strafrechter’’, zegt officier van justitie Petra Willemse in het AD. Het OM hoopt dat meer strafvervolging van fraudeurs ook een afschrikwekkende werking heeft. ,,Uiteindelijk betalen u en ik de schade in de vorm van een hogere verzekeringspremie.’’

Emeritus hoogleraar strafrecht Anton van Kalmthout geeft de proeftuin weinig kans van slagen. In hetelfde artikel in het AD zegt hij: “,, En ik hoop eerlijk gezegd ook niet dat het lukt. We proberen bij de politieverhoren al tunnelvisie te voorkomen. Maar tunnelvisie kun je nóg eerder verwachten van een verzekeringsmaatschappij, die belang heeft bij de opsporing en het terugkrijgen van zijn geld.’’ Hij benadrukt dat opsporing alleen mag worden gedaan door de politie en – ‘hoewel zeer ongebruikelijk’ – ook door het OM. ,,Maar zeker niet door een verzekeraar.’’ Verzekeraars mogen volgens hem wel bewijs verzamelen, maar hun mogelijkheden zijn – zoals bij elke andere particulier – beperkt. Zo mogen zij geen gesprekken van verdachten aftappen of afluisteren of dwangmiddelen gebruiken.

Van Kalmthout heeft meer bedenkingen. ,,Krijgen de verdachten wel een eerlijk proces wanneer de benadeelde verzekeraar als detective optreedt?”. Hij wijst op het zwijgrecht waar verdachten recht op hebben, maar ook op de ambtseed die opstellers van het strafdossier – zoals politieagenten – moeten afleggen. Daarmee wordt gezworen dat men naar eer en geweten en volgens de waarheid zal handelen. Schending van de ambtseed is strafbaar.

Ook Jeroen Soeteman, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten, is geen voorstander van de proeftuin. ,,Ik vind het een zorgelijke ontwikkeling dat we de opsporing aan particulieren overlaten, omdat de politie onvoldoende geld en capaciteit heeft. Wat is de volgende stap? Geven we burgers straks twee pistolen per straat, omdat er geen geld is voor surveillance?”Als strafrechtadvocaat durft hij zo’n proefproces overigens wel aan, zegt hij. ,,Ik word wel blij van een zaak waar alleen een dossier van een verzekeraar ligt. Zo’n onderzoek is bepaald niet onafhankelijk en weegt qua bewijswaarde veel minder zwaar dan een proces-verbaal van de politie. Als de verdachte blijft ontkennen, wordt het heel lastig te bewijzen dat hij de fraude echt heeft gepleegd.”

AANGEBODEN DOOR FRIEND



Bronnen: Verbond en AD