“Nederlandse verzekeraars zetten met prijsgedreven commodity-aanpak deur wagenwijd open voor (buitenlandse) concurrenten”

 

“Verzekeraars laten met hun prijsgedreven commodity-aanpak premieomzet liggen en zetten de deur voor (buitenlandse) concurrenten open. Niet op een kier, maar wagenwijd.”  Dat zegt Levent Türkmen, directeur-eigenaar en initiatiefnemer van serviceprovider SUREbusiness, in een interview in het volgende week verschijnende  digitale magazine van Risk & Business.

Volgens hem is de behoefte van ondernemers aan onafhankelijk advies op het gebied van zakelijke schadeverzekeringen structureel van aard en zal deze komende jaren eerder groter dan kleiner worden. Mede daardoor zullen steeds meer advieskantoren hun activiteiten verleggen van de particuliere naar de zakelijke verzekeringsmarkt. “Des te merkwaardiger is het dat het aanbod aan zakelijke verzekeringsproducten verschraalt. Het lijkt erop dat (vooral de traditionele Nederlandse) schadeverzekeraars vanuit het rendement-denken bepaalde zakelijke risico’s, zeker in volmacht, niet of nauwelijks nog willen verzekeren en zich beperken tot commodity-risico’s, waarbij men elkaar met lagere premies de loef probeert af te steken. Mede daardoor is er per aanbieder sprake van een sterke verschraling van het aanbod.  Terwijl er door de juiste risicopremie te vragen veel meer mogelijk zou zijn. ”

Als knelpunten noemt hij onder meer aansprakelijkheid (vooral Beroeps-), horecarisico’s, garageverzekeringen, CAR, milieuschade, duurdere auto’s (DGA) maar ook de soms beperkte limieten voor brandrisico’s. “Mede hierdoor worden wij gedwongen om over de grens te kijken naar nieuwe risicodragers. En die vinden we ook. Ik signaleer ook een sterke belangstelling van buitenlandse risicodragers om dekkingscapaciteit aan te bieden in de Nederlandse markt.

Koerswijziging

Volgens Türkmen is er een koerswijziging nodig.  “Verzekeraars hebben volmachtbedrijven jarenlang teveel hun gang laten gaan en zijn uit vrees markt te verliezen meegegaan in de premieconcurrentie met een verlies van grip op de tarifering als gevolg. Door de verslechterde schaderesultaten gaat men dan beknibbelen op de vergoeding. Daar is niemand bij gebaat. Volmachtverzekeraars zouden daarom de juiste risicopremies moeten vragen, ook bij iets minder aantrekkelijke risico’s. Tegelijk mogen ze van hun volmachtpartners verwachten dat deze professioneel omgaan met tarieven en clausules en dus ook de volmacht intrekken als dit niet zo is. Daarmee zouden zij een goed signaal afgeven richting een gezonde markt waarin ook voor hen rendement te behalen is, risico’s weer verzekerd kunnen worden en de zo cruciale schaderegeling niet langer als sluitpost hoeft te fungeren. Daarmee is eenieder gebaat. Ale marktpartijen hebben nu eenmaal belang bij een gezonde zakelijke verzekeringsmarkt, ook de klant.”