Op het Europese vasteland werden schadeclaims voor financiële risico’s de afgelopen jaren gedomineerd door claims voor beroepsaansprakelijkheid (PI) en in het kielzog van COVID-19 was een toename zichtbaar in claims op het gebied van bestuurders- en commissarissenaansprakelijkheid (D&O) en cyber, zo blijkt uit het Marsh-rapport ‘Financial Lines: Time to build resilience’.
De financial lines-claims werden gedomineerd door beroepsaansprakelijkheidsclaims, gevolgd door D&O, gezamenlijk goed voor bijna driekwart van alle claims. Bijna 74% van de schademeldingen had betrekking op beroeps (PI)- en bestuurdersaansprakelijkheid (D&O). Deze resulteren echter vaak in kleine betalingen, meestal ter dekking van verdedigingskosten.
De tweede groep van schadegevallen kwam veel minder vaak voor, maar had een aanzienlijke financiële impact. Crime/fraudeclaims maakten 9% van de claims uit, maar konden tot aanzienlijke betalingen leiden. Cybermeldingen, goed voor 4% van de schadegevallen, zijn nog beperkt, maar duidelijk in opmars.
Top zes sectoren voor aantal claims
De zes sectoren met de meeste meldingen van schademeldingen hadden waren financiële instellingen en holdings, communicatie/ media/ technologie;vastgoed, bouwnijverheid, industrie en zakelijke dienstverlening.
Voor de meeste van deze belangrijke sectoren werden de schademeldingen gedomineerd door beroepsaansprakelijkheidsclaims (PI), variërend van 41% voor financiële instellingen en holdings tot 70% voor zakelijke dienstverleners, gevolgd door D&O-claims. De overgrote meerderheid van de PI-claims van financiële instellingen betrof mis-selling of schending van een mandaat. Bij zakelijke dienstverleners ging het vaak om schending van contractuele aansprakelijkheid. Andere sectoren die het meest te maken kregen met PI-claims waren CMT (46%), vastgoed (58%) en de bouw (49%).
Bij de klanten uit de productiesector was D&O goed voor het merendeel van hun claims (51%), terwijl slechts 3% betrekking had op beroepsaansprakelijkheid. Ook waren werkgeversaansprakelijkheidsclaims aanzienlijk hoger bij klanten in de productiesector dan die in de andere top zes bedrijfstakken, en was goed voor 24%van de gemelde schadegevallen.
Binnen financiële instellingen en holdings kochten banken in toenemende mate gecombineerde PI- en fraude/crime-polissen, wat aanzienlijk heeft bijgedragen tot de criminaliteits-/fraudeclaims voor dit contingent, namelijk 19%. D&O neemt nog steeds het op een na grootste aandeel in, goed voor bijna een kwart van de gevallen (24%).
In de zes geanalyseerde jaren hadden de meest voorkomende D&O-claims betrekking op algemene schendingen (breaches), waaronder contractbreuk, verzaken zorgplicht en schending van vertrouwen: 168 claims. Het zal geen verbazing wekken dat regelgevings- en financiële kwesties hoog op de lijst van de aantijgingen prijkten met 124 claims. Maar niet ver daar achter in de lijst stonden nalatigheid met 92 claims, criminele en regelgevingsprocedures met 81 claims en burgerlijke geschillen/aantijgingen met 81 claims. verigens lag ook bij D&O-claims het aanvankelijk geclaimde schadebedrag met € 20,3 miljoen beduidend lager dat de € 11.5 miljoen die uiteindelijk werd uitgekeerd.
I
Definitieve schikkingen versus oorspronkelijk schadeclaims
Uit Marsh’s analyse van de geclaimde bedragen en de uiteindelijke schikkingen blijkt dat, vaker vaak wel dan niet, de initiële schadebedragen voor werkgeversaansprakelijkheid (EPL), crime/fraude, en vooral D&O worden overschat. Voor cyber lijkt het tegendeel waar te zijn.
De overgrote meerderheid van de afgewikkelde en betaalde claims behoorde tot beroepsaansprakelijkheidsclaims (PI)-claims (215), op de voet gevolgd door D&O-claims (190). Aangezien deze groepen samen goed zijn voor 74% van alle gemelde schadegevallen vertegenwoordigen, is een hoge vertegenwoordiging te verwachten. Daarnaast hadden 64 claims betrekking op fraude/crime-zaken, 51 op werkgeversaansprakelijkheid en 21 op cyber.
Het percentage van de oorspronkelijke schadeclaim dat als schikking werd ontvangen, was betrekkelijk gevarieerd, waarbij PI-claims een score van 87% behaalden, werkgeversaansprakelijkeid 77%, fraude/criminaliteit 57%, en D&O 56%. Wat consistent is, is dat de uiteindelijke schikking van financiële schadeclaims vaak lager is dan het aanvankelijk gevorderde bedrag.
Op dit punt vormt cyber echter de absolute uitzondering. De 21 gemelde cyberschadeclaims kende een gezamenlijk schadebedrag van 12,9 miljoen euro maar uiteindelijk werd maar liefst 36,6 miljoen euro aan schadevergoeding uitgekeerd, oftewel maar liefst 284% van het oorspronkelijk geclaimde schadebedrag. In het Marsh-rapport wordt dit toegeschreven aan een aantal vorderingen met kleine initiële schadebedragen die tot aanzienlijk hogere schikkingen leidden.
