Marsh-directeur Hans Taal: Dat ruim twee derde bedrijven niet of slechts enigszins op hoogte was van de implicaties van de verhardende markt, vind ik zowel teleurstellend als verbazingwekkend 

“Dat ruim twee derde van de ondernemingen niet of slechts enigszins bekend is met een verhardende verzekeringsmarkt en/of met de gevolgen daarvan voor (de continuïteit) van hun bedrijf, vind ik persoonlijk zowel  teleurstellend als verbazingwekkend, zegt Hans Taal, Director Corporate bij Marsh, in een interview in Risk & Business Magazine over de eerste editie van de Nationale Benchmark Schadeverzekeringen van zijn bedrijf.

Teleurstellend,  omdat het dé taak is van het intermediair in Nederland om bedrijven te informeren en te adviseren. Kennelijk zijn wij daar met zijn allen niet voldoende in geslaagd. Verbazingwekkend, omdat het onderzoek werd gehouden onder bedrijven met een jaaromzet tussen de 50 miljoen en 1 miljard euro. Dit zijn toch bedrijven waarbij in het algemeen bedrijfscontinuïteit hoog op de agenda staat en waar je zou verwachten dat de ontwikkelingen in de verzekeringsmarkt bekend zouden moeten zijn.”

Andere opvallende uitkomsten zijn volgens hem dat twee van de vijf bedrijven aanvullende preventie-eisen kregen opgelegd, waarvan bij 70% een investering werd verlangd van meer dan 50.000 euro, dat drie van de vijf bedrijven aangeeft dat er ruimte is voor verbetering van het continuatieproces en dat twee derde van de bedrijven voor 2021 een verdere verharding en verslechtering van de verzekeringsdekkingen verwacht.

 Opstelling verzekeraars

In het interview werd Taal ook gevraagd hoe hij aankijkt tegen de opstelling van verzekeraars in de harde markt. Zijn antwoord: “Met mixed feelings. Vooropgesteld, ook in de verzekeringsmarkt gaat het aloude marktprincipe  van vraag en aanbod op. Wordt het aanbod, zoals momenteel, schaarser, dan gaat de prijs omhoog. Als verzekeraars verlies leiden op de tekening van hun portefeuille, dan staat het hen natuurlijk vrij om premies aan te passen. Aan de andere kant ageren wij als Marsh zeer stellig tegen aanpassingen die disproportioneel zijn,  tegen het volstrekt ongenuanceerd aankijken tegen risico’s en  helemaal tegen het terugtrekken van verzekeraars uit bepaalde branches waardoor bepaalde risico’s vrijwel of geheel onverzekerbaar worden, zoals bijvoorbeeld food-, recycling- en houtbewerkingsbedrijven. Soms worden gehele portefeuilles opgezegd, zonder dat er naar individuele risico’s wordt gekeken.”

Reactie bedrijven

Bedrijven regeren volgens de onderzoekers verschillend op de handelwijze van verzekeraars. “Enerzijds zijn er bedrijven die goed en ruimschoots van tevoren zijn geïnformeerd, weten wat er speelt en zijn in ieder geval niet verbaasd over aanpassingen. Hierbij merken wij wel dat bedrijven vaak onbegrip hebben voor de omvang  van de aanpassingen en over de timing: aanpassingsvoorstellen vlak voor het einde van het jaar waardoor bedrijven het gevoel hebben met hun rug tegen de muur te staan. Dit gevoel wordt versterkt als bedrijven geen alternatieven krijgen gepresenteerd omdat de markt hier geen mogelijkheden biedt.”

Voor die bedrijven die niet zijn geïnformeerd en dus niet weten wat er speelt is de verrassing compleet en het onbegrip des te groter, vervolgt Taal, die in het algemeen  bij bedrijven overigens wel  begrip constateert voor de aanpassingen, zeker als de situatie wordt uitgelegd. “Het onbegrip bij bedrijven zit dan vooral in het gebrek aan nuance dan wel in disproportionele maatregelen of one size fits all-aanpassingen zonder dat rekening wordt gehouden met een jarenlange positieve schadehistorie . Al deze zaken worden allesbehalve als  partnership ervaren.”

Taal besluit het interview met een aantal tips aan bedrijven en verzekeraars op basis van het rapport. Eén ervan is meer begrip te tonen voor elkaars positie. Het volledige interview vindt u hier:  http://riskenbusiness.nl/wp-content/uploads/2020/12/RB_5_2020.pdf