Maandcolumn Adfiz-directeur Enno Wiertsema: WC-eend

Ik heb in columns wel vaker aangegeven dat ik – en met mij veel adviseurs die ik spreek – me zorgen maak om de steeds groter wordende groep mensen met (ernstige) geldzorgen. En dat dit, los van het onbeschrijflijke persoonlijke leed, ook zijn weerslag heeft op onze maatschappij, de economie en de (financiële) positie van werkgevers. Want een werknemer met geldzorgen past zich moeilijker aan aan veranderende arbeidsomstandigheden, verzuimt vaker en functioneert minder goed op de werkvloer.  

Ik ben dan ook blij met de niet aflatende aandacht die Wijzer in Geldzaken vraagt voor financieel kwetsbaren en het belang van financieel fitte werknemers. En de campagne die ze onlangs zijn gestart om het taboe op praten over geldzorgen op de werkvloer aan te pakken om zo werknemers financieel fit te krijgen en te houden. Want hoewel een grote meerderheid van de werkgevers onderkent dat personeel met geldzorgen een groot risico vormt voor de organisatie, en de financiële gezondheid van werknemers ziet als een belangrijk onderdeel van het HR-beleid, blijkt schaamte en ongemak praten over geldzorgen op de werkvloer in de weg te staan. En daarmee dus ook het vergroten van de financiële fitheid van werknemers. Dat niemand daarbij gebaat is, moge duidelijk zijn. 

Dus het is goed dat er aandacht voor is. En dat er gewerkt wordt aan het scheppen van een klimaat dat nodig is om geldzorgen wél bespreekbaar te maken op de werkvloer. En aan het ontwikkelen van de benodigde vaardigheden. En ook dat het voor werkgevers duidelijk wordt welke hulpmogelijkheden er allemaal zijn. En naar welke instanties ze werknemers met financiële problemen kunnen doorverwijzen. Maar dat is slechts één kant van het verhaal. Want net zoals het goed is dat je een passende brandverzekering sluit voor het geval je bedrijf in vlammen opgaat, is het ook belangrijk dat je er alles aan doet om te voorkomen dat het zover komt. Preventie dus. 

Als het gaat om de lichamelijke gezondheid van mensen is het volkomen normaal en vanzelfsprekend om fitheid niet los te zien van aandacht voor het voorkomen van gezondheidsklachten. Sterker nog, (advies over) preventie is een integraal onderdeel van het Nederlandse gezondheidsbeleid. Waarom is dat niet het geval als we het hebben over de financiële gezondheid van mensen? Daar valt namelijk een hoop te winnen als we echt willen voorkomen dat mensen in de penarie terecht komen. Of dat werkgevers geconfronteerd worden met uitval en hoge verzuimkosten. En dat, welvarend als we zijn, bijna een vijfde (!) van de Nederlandse huishoudens kampt met ernstige betalingsproblemen.  

Onze ideeën over het voorkomen van financiële problemen zijn niet ingewikkeld: zorg ervoor dat iedereen op een laagdrempelige manier toegang kan krijgen tot financieel advies. Dat kan fiscaal gefaciliteerd worden, door de advieskosten aftrekbaar te maken, maar ook op andere manieren. Bijvoorbeeld als onderdeel van de arbeidsvoorwaarden van werknemers. Afspraken maken over opleidingen en duurzame inzetbaarheid is inmiddels volstrekt normaal. Dan is het toch niet raar om in dat rijtje ook afspraken over de financiële fitheid van werknemers mee te nemen?  

Maar elke keer als ik dit roep of een dergelijke uitspraak van mezelf teruglees, denk ik: ‘Enno, je klinkt een beetje als ‘Wij van WC-eend adviseren WC-eend’. Terwijl ik er toch echt heilig van overtuigd ben, en vele (internationale) onderzoeken het ook uitwijzen, dat adviseurs een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de financiële fitheid van mensen en daarmee het voorkomen van financiële ellende. Of zoals Annemarie van Gaal het eerder dit jaar tijdens een online evenement van Adfiz zei: “Door de financieel adviseur als ’tomtom’ in te zetten voor werknemers, kan veel maatschappelijke ellende worden voorkomen”. Dus tegen de wetgever en al die consumentenorganisaties en toezichthouders die écht begaan zijn met de financiële gezondheid van mensen, zeg ik: ‘Wil je mensen echt helpen om op een snelle en efficiënte manier financieel fit te worden en te blijven? Help mij dan om financieel advies voor iedereen toegankelijk te maken en te houden. Goede ideeën zijn er genoeg, nu moeten we ze gaan uitvoeren.’