Leo de Boer (Verbond): “Als niemand een groep wil verzekeren, is dat een signaal aan de overheid”

Verzekeraars zijn er om te verzekeren, dat is hun ‘core business’, maar dat gaat niet ten koste van alles. Dat schreef Leo de Boer, directeur Schade van het Verbond van Verzekeraars, in een ingezonden opinie-artikel in het FD met als titel ‘Als niemand een groep wil verzekeren,  is dat een signaal aan de overheid’.  Hiermee reageerde hij op een eerder artikel in het FD onder de kop ‘Verzekeraars zetten risicovolle beroepen massaal buiten de deur’. “Naar aanleiding van dit bericht is er volgens ons een beeld ontstaan dat verzekeraars nog maar sporadisch een verzekering uitdelen. Niets is minder waar, ook niet voor verloskundigen, die zijn gewoon verzekerbaar.”

“Een verzekeraar bepaalt aan de hand van statistieken het risico dat moet worden verzekerd. Hoe groot is de kans dat er bijvoorbeeld bij een bedrijf brand uitbreekt en wat is dan de te verwachte schade? Op basis van deze gegevens rekent de verzekeraar de premie voor een bepaalde groep klanten uit. Als er weinig schades zijn, dan houdt de verzekeraar er aan het einde van het jaar wat aan over, maar niet als het tegenzit omdat het bijvoorbeeld flink heeft gestormd.

Het wordt pas problematisch als de premie en de schade structureel van elkaar gaan afwijken. In dat geval kan de verzekeraar de premie verhogen, de dekking verminderen, een eigen risico invoeren of preventie-eisen stellen. Vaak kiest de verzekeraar voor een combinatie van maatregelen met als doel om de pijn voor de klant te verzachten, want hij of zij kan per maand, en soms zelfs sneller, opzeggen.

Sinds het begin van dit decennium is de premie-schadeverhouding bij veel schadeverzekeringen sterk uit balans. Dat heeft ertoe geleid dat Nederland de laagste premies van Europa heeft, maar ook dat schadeverzekeraars bijna niets hebben verdiend in de afgelopen jaren. Ter illustratie: vorig jaar werd er twintig cent per euro autopremie verlies gedraaid. De DNB heeft daarover zijn zorgen al meerdere keren uitgesproken.

Meerdere oorzaken

Er zijn meerdere oorzaken voor de scheve verhouding tussen premie en schade. Er is een moordende concurrentie (er zijn meer dan honderd schadeverzekeraars), er zijn wettelijke nieuwe bufferregels ingevoerd (Solvency II) die dit soort verliezen keihard blootleggen, de assurantiebelasting is door het vorige kabinet fors verhoogd en de schadelast is flink toegenomen, bijvoorbeeld door toenemende advocaatkosten en het ‘appen’ achter het stuur. En al die tijd daalden de premies. Dan komt er een moment waarop verzekeraars ervoor kiezen om met bepaalde polissen te stoppen. De ene verzekeraar heeft wat meer geduld of vet op de botten dan de andere, maar uiteindelijk moeten er wel een keer zwarte cijfers worden geschreven.

Er zit ook een maatschappelijke kant aan dit verhaal. Mensen en bedrijven willen best een poosje solidair zijn als het een ander tegenzit -dat is de kern van verzekeren- maar niet tot in het oneindige. Bent u bereid om €20 premie per jaar extra te betalen omdat er al vier keer is ingebroken bij uw buurman die altijd de achterdeur heeft openstaan? Om solidariteit te blijven borgen, moet ook ergens een streep worden getrokken. Je kan de premie voor een hele groep niet blijven verhogen om een aantal flinke schadeveroorzakers verzekerd te houden.

En als geen enkele verzekeraar een bepaalde groep wil verzekeren, zou dat ook niet een signaal zijn voor beleidsmakers dat er binnen deze groep een structureel probleem is? Neem de afval- en recyclingbranche, waarin de afgelopen twee jaar tientallen branden hebben plaatsgevonden, met een hoop schade- en overlast tot gevolg. Sommige verzekeraars hebben vervolgens de verzekering opgezegd, als ultimum remedium. Dat was een wake-up call voor de recyclingbranche, die zelf met preventie aan de slag is gegaan en een beroep heeft gedaan op onze kennis over risico’s. Met resultaat, want de verzekerbaarheid van afvalverwerkingsbedrijven is toegenomen. Kunnen we dan niet achteraf concluderen dat verzekeraars gelijk hadden?

Nederland zo goed mogelijk verzekerbaar houden vinden de leden van het Verbond van Verzekeraars hun maatschappelijke opgave. Al honderden jaren. Dat staat ook in onze gedragscode. Maar het mag niet ten koste gaan van alles en van andere klanten, want in sommige gevallen leek de verzekering meer een soort pinautomaat geworden. Het voorbeeld met de afvalverwerkingsbedrijven laat zien dat risico’s door middel van bewustwording, preventie en risicomanagement vaak snel weer in een verzekerbare bandbreedte kunnen komen. Verzekeraars kunnen en willen daar ook bij helpen. De deur staat open.”