Kifid: Diefstal na babbeltruc en zakkenrollerij niet gedekt

 

De Geschillencommissie van het klachteninstituut Kifid heeft recentelijk in twee geschillen een bindende uitspraak gedaan over een dekkingsvraag. In het ene geval (Uitspraak 2017-709, 25-10-2017) ging het om een diefstalschade na een babbeltruc; in het andere geval (Uitspraak 2017-710, 25-10-2017) om een diefstalclaim door middel van zakkenrollerij.

Babbeltruc

Consument doet een beroep op haar woonverzekering in verband met diefstal van spullen uit haar woning middels een babbeltruc. Verzekeraar heeft de claim afgewezen onder verwijzing naar de Voorwaarden waarin wordt vermeld dat diefstal van inboedel uitsluitend wordt vergoed als er braak aan het woonhuis is te constateren. De Commissie oordeelt dat Verzekeraar niet gehouden is de schade aan Consument te vergoeden. Nu er geen sprake is van braak aan het woonhuis van Consument, is er niet voldaan aan de Voorwaarden en is er geen dekking. De Commissie ziet geen aanleiding te oordelen dat een beroep van Verzekeraar op deze primaire dekkingsbepaling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Het uitgangspunt is dat Verzekeraar met de dekkingsomschrijving de grenzen heeft omschreven waarbinnen hij bereid was dekking te verlenen, hetgeen hem vrijstaat. (Zie HR 9 juni 2006, NJ 2006, 326, r.o. 3.4.2). Afwijking van dit uitgangspunt is een uitzondering en is alleen aan de orde in bijzondere omstandigheden. Van dergelijke omstandigheden is de Commissie niet gebleken. De vordering wordt afgewezen.

De volledige uitspraak vindt u hier: https://www.kifid.nl/fileupload/jurisprudentie/GeschillenCommissie/2017/uitspraak_2017-709__bindend_.pdf.

Zakkenrollerij

De mobiele telefoon van Consument is gestolen uit zijn jaszak bij het verlaten van de trein op het station. Voordat Consument de trein verliet, heeft hij zijn mobiele telefoon in de zak van zijn jas gestopt en de rits van de jaszak dicht gedaan. Verzekeraar heeft het verzoek van Consument om dekking te verlenen op zijn verzekering afgewezen met een beroep op de Voorwaarden waarin zakkenrollerij als uitsluiting is opgenomen. De Commissie is van oordeel dat in de Voorwaarden duidelijk is geformuleerd dat zakkenrollen een omstandigheid is die niet door de verzekering wordt gedekt. Van belang is dat Verzekeraar met de dekkingsomschrijving de grenzen heeft omschreven waarbinnen hij bereid was dekking te verlenen, hetgeen hem vrijstond (HR 9 juni 2006, NJ 2006, 326, r.o. 3.4.2.). Het staat Verzekeraar dan ook vrij om de omstandigheid zakkenrollen als uitsluiting op te nemen. De stelling van Consument dat er hier sprake is van diefstal met braak slaagt niet, nu de gegeven feiten en omstandigheden duidelijk kunnen worden geschaard onder ‘zakkenrollerij’. Tevens blijkt uit het aan de Commissie ter beschikking gestelde proces-verbaal dat Consument aangifte heeft gedaan van het feit ‘zakkenrollerij/tassenrollerij’. Vordering wordt afgewezen

 Bekijk hier de complete uitspraak: https://www.kifid.nl/fileupload/jurisprudentie/GeschillenCommissie/2017/uitspraak_2017-710__bindend_.pdf.