IUMI: wereldwijde transportverzekeringsomzet groeit met 2% maar sector blijft voor grote uitdagingen staan

 

Tegen de achtergrond van een gunstige claimsontwikkeling in sommige marine-sectoren laten de statistieken van IUMI, de  International Union of Marine Insurance, in toenemende mate een discrepantie zien tussen premie-inkomsten, gedekte risico’s en schadelast. Op wereldwijde, gemiddelde basis zijn er volgens ede transportverzekeraarsorganisatie echter geen buffers aanwezig om buitengewone individuele of cumulatieve verliezen te dekken.

Gisteren (17 september jl.) presenteerde IUMI zijn jaarlijkse statistische rapport over de maritieme verzekeringsmarkt op de jaarlijkse conferentie van deze week in Kaapstad. Daaruit kwam onder meer naar voren dat de totale omzet uit transportverzekeringen  vorig jaar in vergelijking met 2016 worldwide is toegenomen met 2% tot $ 28,5 miljard.

De verdeling van het wereldwijde inkomen van$ 28,5 miljard tussen geografische regio’s bleef stabiel, met slechts een stijging van 1% van het marktaandeel in Azië en Latijns-Amerika in vergelijking met Europa. In 2017 vertegenwoordigde Europa 49% van het wereldwijde inkomen, Azië / Pacific 29%, Latijns-Amerika 10%, Noord-Amerika 6%, Midden-Oosten 4% en Afrika 2,4%. Kijkend naar branches heeft de goederentekening (cargo) het grootste aandeel in de mondiale premieomzet met 57% , gevolgd door casco met 24%, offshore-energy met 12% en (maritieme) aansprakelijkheid (anders dan P & I) met 7%.

Omzet per branches

Het premie-inkomen voor goederenverzekeringen wordt geraamd op $ 16,1 miljard voor 2017, wat een stijging van 6% betekent ten opzichte van de omzet in het jaar daarvoor. ‘Cargo’  was de enige line of business met een feitelijke toename van het premievolume en als gevolg daarvan ook van het relatieve aandeel van de totale wereldwijde premie. “Er moet echter worden opgemerkt dat deze stijging van het absolute aantal het gevolg was van een opleving van de handel (transportbewegingen) in combinatie met wisselkoersschommelingen, die de ladingpremies sterker beïnvloeden dan andere sectoren).

De periode 2014-2016 werd gekenmerkt door een buitengewone stijging van de schaderatio’s zien, voornamelijk veroorzaakt door de impact van uitschieters als gevolg van nat-cat-verliezen en andere calamiteiten. Gezien in de context van toenemende accumulatie aan risico’s waaraan zij worden blootgesteld en door de klimaatverandering, kan deze ontwikkeling  inmiddels worden beschouwd als ‘het nieuwe normaal’.

In 2017 werd  deze trend voortgezet en zal naar verwachting meer dan gemiddeld worden beïnvloed als gevolg van een aantal nat-cat-evenementen, waaronder orkanen (o.a Harvey, Irma & Maria),  de Mexicaanse aardbevingen, overstromingen in Bangladesh en de Californische bosbranden. Het resultaat van een ‘tekenjaar’ verslechtert altijd als gevolg van de vertraging bij het registreren en betalen van claims. Wanneer alle claims met betrekking tot het tekenjaar 2017 bekend zijn, wordt waarschijnlijk een uiteindelijke bruto schaderatio van ongeveer 80% gerapporteerd.

“Bijzonder zorgwekkend is het toenemende risico van grote calamiteiten die worden veroorzaakt door natuurrampen of menselijk faleneroorzaakte) in de goederentekening als gevolg van de waardeaccumulatie op enkele locaties of schepen, in combinatie met een sterkere nat-cat impact.

Casco

De cascosector boekte een wereldwijd verzekeringsresultaat van $ 6,9 miljard, wat een daling betekent van 2,3% op het resultaat van 2016.  De neerwaartse trend in de wereldwijde cascopremies lijkt ernstiger in vergelijking met de aantallen van wereldvloot en scheepswaarden. Terwijl de wereldwijde vloot in aantallen en in gemiddelde scheepsgroottes blijft groeien, zijn de gemiddelde verzekerde waarden sinds de financiële crash van 2008 jaar-op-jaar gedaald. Dit heeft, samen met de gedaalde vrachttarieven, een effect op het totale premie-inkomen. In 2017 was er een lichte stijging van de scheepswaarden in de bulkmarkt en in 2018 zullen de waarden waarschijnlijk stijgen voor de offshore-vloot, maar over het algemeen laten de cijfers van IUMI een toenemende discrepantie zien tussen de groei van de vloot en het premie-inkomen.

Er blijft een langdurige neerwaartse trend bestaan ​​in de frequentie van cascoschades  in het algemeen en voor de totale verliezen in het bijzonder. De frequentie van totale verliezen lijkt zijn mogelijk minimum te hebben bereikt met een recente fluctuatie tussen 0,05% – 0,1%. De vermindering in scheepswaarden verhoogt de waarschijnlijkheid van constructieve totale verliezen aangezien de reparatiekosten waarschijnlijk een geaccepteerd percentage van de verlaagde scheepswaarde overschrijden. “Kortom, ondanks een recent goedaardige claimomgeving – met uitzondering van orkaanschade op jachten – laat de stijging van de verliesratio duidelijk een toenemende kloof zien tussen een dalende opbrengst en verwachte schadekosten, zelfs zonder de impact van kostbare grote verliezen. Dit is een belangrijke reden tot bezorgdheid.

Offshore energie

Wereldwijde premies voor de offshore-energiesector bereikten in 2017 $ 3,5 miljard, wat een daling van 5% betekent ten opzichte van op 2016. Opgemerkt moet worden dat de daling van 2016 tot 2015 een enorme 21% bereikte. Het merendeel van de activiteiten in deze sector wordt verhandeld in Amerikaanse dollars en daarom hebben wisselkoersschommelingen weinig invloed. De sterke daling van de inkomsten uit 2014 als gevolg van de dalende olieprijs lijkt nu af te vlakken naarmate de olieprijs begint te stijgen.

De verliezen in deze sector, met name door orkanen, zijn de afgelopen jaren bescheiden geweest, waarbij in 2017 slechts twee verliezen werden genoteerd van meer dan $  1 miljoen.”