De offshore energieverzekeringssector zet zijn periode van relatieve stagnatie voort met de IUMI (International Union of Marine Insurance) die voor 2020 een wereldwijde premiebasis van 3,6 miljard dollar rapporteert. Hoewel dit een lichte stijging is ten opzichte van 2019, zijn de premies de afgelopen zes jaar of langer op een laag niveau blijven steken. De aanhoudend lage schadecijfers hebben de lage premiebasis gedeeltelijk gecompenseerd, maar de winstgevendheid is beperkt gebleven.
Tijdens de IUMI-conferentie die dit jaar online vanuit Seoul werd gehouden, drong Frank Streidl, voorzitter van de Offshore Energy Committee, er bij verzekeraars in deze sector op aan om op zoek te gaan naar nieuwe kansen:”De economie en de maatschappij zullen altijd energie nodig hebben en de traditionele bronnen maken plaats voor duurzamere brandstoffen”, aldus Streidl. “Onze afhankelijkheid van olie en gas gaat over in hernieuwbare energiebronnen zoals wind- en zonne-energie. Op langere termijn zullen waterstof- en koolstofafvang en -opslagprocessen en -faciliteiten een steeds dominantere rol gaan spelen. Verzekeraars moeten deze verandering onderkennen en veel proactiever samenwerken met energiebedrijven om nieuwe en innovatieve verzekeringsproducten te leveren.
De versnelde overgang naar groenere energie zal volgens Streidl gedreven worden door een mix van politieke imperatieven, technologische vooruitgang en bedrijfsinitiatieven. “ Als de energieverzekeraars deze overgang zien als een kans en niet als een bedreiging, dan ziet het er naar uit dat het succes van de offshore energieverzekeringssector zich op lange termijn zal voortzetten.”
Hij zegt: “Verzekeraars moeten hand in hand gaan werken met energiebedrijven als partners in deze onvermijdelijke overgang. We moeten nieuwe verzekeringsproducten ontwikkelen die de overgang zonder hiaten afdekken. Onze rol is om in dit proces zowel betrouwbaar als transparant te zijn.”
Hoewel Streidl erkent dat de inkomsten uit de offshore olie-industrie de ontwikkeling van groenere brandstoffen financieel mogelijk maken, ziet hij ze als afzonderlijke entiteiten. Er zal behoefte blijven aan het produceren van olie en het verzekeren van conventionele offshore-energieactiva, maar in toenemende mate ook aan het dekken van de risico’s die samenhangen met nieuwe bronnen. Olie en gas zijn goed voor meer dan 90% van de premies in de offshore energiemarkt, maar Streidl ziet dat percentage de komende jaren, zij het langzaam, blijven dalen.
“De upstream energieverzekeringsmarkt is in een winterslaap”, zegt hij. “Wij moeten die in ons voordeel ombuigen. Er ligt een grote kans voor energieverzekeraars om een nieuwe en opwindende activiteitenportefeuille te creëren en om een facilitator – en geen belemmeraar – te zijn in de wereldwijde overgang naar een groenere samenleving.”
