Het UBO-register is een feit, wat nu?

Sinds zondag 27 september 2020 is de registratieverplichting dan eindelijk een feit. Sindsdien moet voor iedere registratieplichtige entiteit een Ultimate Beneficial Owner (UBO) worden geregistreerd. Welke voordelen heeft het UBO-register nou echt voor financiële marktpartijen? En hoe zit het precies met de terugmeldplicht voor Wwft-plichtige instellingen? Leon Bex, legal consultant bij adviesbureau Charco & Dique, legt in onderstaand artikel de belangrijkste zaken nog eens uit. 

Voordelen voor financiële marktpartijen 

Op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) moeten financiële instellingen de uiteindelijk begunstigden kennen van ondernemingen waarmee ze zaken doen om zo de integriteitrisico’s beter te kunnen beheersen. Het UBO-register kan zo de kosten en complexiteit van relatie/klantonderzoek en risicobeheer verminderen. Ook kan een openbaar register een groter concurrentievermogen mogelijk maken. Het kan kleine en middelgrote ondernemingen helpen om toegang te krijgen tot nieuwe markten en het kan eraan bijdragen dat overheids- en commerciële contracten naar het bedrijf gaan dat het meest geschikt is voor de taak.

Een ander voordeel dat de invoering van het UBO-register met zich meebrengt, is dat witwassen, terrorismefinanciering, fraude en corruptie beter kunnen worden bestreden. Het register vergroot de stabiliteit van financiële markten en kan beleggers in staat stellen kapitaal beter toe te wijzen.

Niet alle informatie is openbaar

Bepaalde gegevens in het UBO-register worden openbaar, en andere niet. Het openbare deel van het UBO-register is alleen doorzoekbaar op naam van de onderneming of rechtspersoon. Zoeken op naam van de UBO is dus niet mogelijk. Wie gegevens uit het register wil opvragen moet hiervoor betalen. Niet iedereen mag overigens gegevens opvragen. Kredietinstellingen, financiële instellingen en notarissen krijgen op grond van de wet inzage in de vijf gegevens die in het openbare deel van het register beschikbaar zijn over een UBO. De overige gegevens zijn voor hen niet in te zien, uit privacyoverwegingen. 

De niet openbare gegevens zijn alleen door bevoegde autoriteiten en FIU-Nederland in te zien. In uitzonderlijke omstandigheden kan een UBO verzoeken de openbare gegevens af te laten schermen. Instanties zoals het Openbaar Ministerie, de politie, de Belastingdienst en de Financiële Inlichtingen Eenheid kunnen wel altijd alle gegevens inzien.

Registratieplicht

De registratieplicht geldt voor de volgende in Nederland opgerichte entiteiten:

  • Niet-beursgenoteerde besloten vennootschappen;
  • Niet-beursgenoteerde naamloze vennootschappen;
  • Stichtingen;
  • Verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid;
  • Verenigingen met beperkte rechtsbevoegdheid maar met onderneming;
  • Onderlinge waarborgmaatschappijen;
  • Coöperaties;
  • Maatschappen;
  • Vennootschappen onder firma;
  • Commanditaire vennootschappen;
  • Europese naamloze vennootschappen;
  • Europese coöperatieve vennootschappen; en
  • Europese economische samenwerkingsverbanden.

Registratieplichtige entiteiten die niet zijn opgericht in Nederland maar in een andere lidstaat van de Europese Unie, hebben een registratieplicht in de lidstaat waar zij opgericht zijn.

Overgangsregeling

Indien een registratieplichtige entiteit al bestond op het moment van inwerkingtreding geldt een overgangsregeling. In die situatie heeft de registratieplichtige entiteit tot 27 maart 2022 de tijd om de (dan actuele) UBO (of UBO’s) te registreren in het UBO-register. Nieuw opgerichte registratieplichtige entiteiten (zoals hierboven genoemd) dienen direct een UBO te registreren. 

Wie registreert? De UBO moet worden geregistreerd door de registratieplichtige entiteit. Om dit te doen moet een organisatie de vereiste informatie inwinnen bij de UBO. De UBO is verplicht om hieraan mee te werken. Vervolgens doet de betreffende organisatie opgave van de UBO bij de Kamer van Koophandel, die de registratie verwerkt in het register. 

Terugmeldplicht voor Wwft-plichtige instellingen

In artikel 10c van de Wwft is een zogenaamde ‘terugmeldplicht’ opgenomen. Deze geldt voor alle instellingen waarop de Wwft van toepassing is, inclusief advocaten en notarissen. Zij moeten verplicht melding maken aan de Kamer van Koophandel als er discrepanties bestaan tussen de gegevens van het UBO-register en de gegevens die blijken uit het eigen Wwft-cliëntenonderzoek.

Gedurende de eerste overgangsperiode van achttien maanden is het alleen mogelijk om een tegenstrijdigheid te melden als er gegevens zijn gemeld in het UBO-register door de vennootschap of onderneming. Als in deze periode een juridische entiteit nog geen gegevens over haar UBO’s heeft geregistreerd, is het niet mogelijk om een terugmelding te doen.

Op dit moment (twee weken na inwerkingtreding van het UBO-register) is er nog geen voorziening actief. Op de website van de Kamer van Koophandel is een niet werkende URL zichtbaar voor terugmeldingen.Verwacht mag worden dat deze voorziening voor terugmelding binnen twee maanden na de start van het UBO-register, dus voor begin december 2020, beschikbaar zal worden.

Economisch delict 

Wanneer de registratieplichtige entiteit handelt in strijd met de UBO-registratieverplichtingen, kan sprake zijn van een economisch delict in de zin van de Wet Economische Delicten. Er wordt gewerkt aan een wetsvoorstel voor het zogenaamde UBO-register 2 of Trustregister. Dit geldt voor de Fondsen voor Gemene Rekening (FGR) en de enigszins daarmee vergelijkbare Angelsaksische trusts. Hiervoor gaan namelijk anders regels gelden, zoals bijvoorbeeld een apart register en een overgangsregeling van drie maanden.

 Bron: www.charcoendique.nl