Geen standaardmodel nodig voor verzekeringscertificaat en verklaring over schadeverleden in Europese e-kaart voor diensten

 

Er is voor aansprakelijkheidsverzekeraars geen standaardmodel nodig voor het verzekeringscertificaat en de verklaring over het schadeverleden in de Europese e-kaart voor diensten, zo blijkt uit het conceptrapport van Anneleen van Bossuyt (Commissie Interne markt en consumentenbescherming van het Europees Parlement, foto), dat zij begin deze week (16 oktober jl.) heeft gepubliceerd over de door de Europese Commissie voorgestelde verordening voor de Europese e-kaart voor diensten. In de voorgestelde verordening over de e-kaart zijn ook voorschriften opgenomen voor aansprakelijkheidsverzekeraars: een gestandaardiseerd verzekeringscertificaat en een gestandaardiseerde verklaring over het schadeverleden. Naar verwachting stelt de commissie in maart volgend jaar haar rapport vast, waarna het parlement plenair een standpunt zal innemen.

Van Bossuyt onderkent dat de verschillen tussen lidstaten te groot zijn om tot een betekenisvol gestandaardiseerd verzekeringscertificaat te komen. “Bovendien bestaat het risico dat zo’n certificaat incompleet is. Het certificaat en verklaring moeten wel worden verstrekt maar dit mag vormvrij. Hiermee wordt aangesloten bij de huidige praktijk, waarin dit goed werkt.” Om deze redenen noemt het Verbond van Verzekeraars het positief dat Van Bossuyt de commissie voorstelt om voor het verzekeringscertificaat en de verklaring over het schadeverleden geen standaardmodel te introduceren.  “Met het schrappen van de standaardmodellen komt zij voor een deel tegemoet aan de zorgen en bezwaren die door het Verbond van Verzekeraars en Insurance Europe bij stakeholders onder de aandacht zijn gebracht.

Minder te spreken

Over een aantal andere zaken van de publicatie is het Verbond minder te spreken. Zo wil de Europese Commissie verzekeraars ook verplichten bij de acceptatie en premieberekening rekening te houden met de verklaring over de claimhistorie. “Die voorgestelde verplichting laat Van Bossuyt met haar conceptrapport onaangepast”, aldus Verbond, volgens wie het vanwege de contractsvrijheid van verzekeraars en hun klanten te ver gaat om voor te schrijven dat de claimhistorie moet worden betrokken bij het acceptatiebeleid en de premieberekening.

“Verzekeraars maken een eigen risicoanalyse, waarbij zij desgewenst gebruik kunnen maken van informatie over de claimhistorie. De schadehistorie is daarbij slechts één van de vele factoren waar verzekeraars rekening mee (kunnen en mogen) houden in hun acceptatiebeleid en premiestelling. Bovendien is het zeer moeilijk voor verzekeraars in het gastland om de schadehistorie van het thuisland, waar de risico’s en aansprakelijkheidsregels verschillen van die in het gastland, te beoordelen”, stelt het Verbond, dat van mening is dat zowel de Europese Commissie als Van Bossuyt hierbij voorbijgaan aan de fundamentele verschillen die er bestaan op het vlak van risicoblootstelling en aansprakelijkheidsregels tussen lidstaten. ‘Verzekeraars houden in hun acceptatiebeleid en prijsberekening rekening met deze realiteit.”

Verder geeft het Verbond van Verzekeraars aan dat het bij de verdere behandeling van de voorgestelde verordening door het parlement en de Raad van de Europese Unie in Brussel en Den Haag onder de aandacht zak blijven brengen dat aansprakelijkheidsverzekeringen ook volgens de betrokken dienstensectoren nu geen belemmering vormen voor een goed werkende interne markt voor diensten. “De waardering van het schadeverleden moet een zaak van individueel maatschappijbeleid blijven. Een verplichte regeling voegt hier niets toe”, aldus het Verbond.

Lees hier het hele rapport. http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-%2f%2fEP%2f%2fNONSGML%2bCOMPARL%2bPE-609.529%2b01%2bDOC%2bPDF%2bV0%2f%2fEN