Friss:  Data is de grootste uitdaging in de strijd tegen verzekeringsfraude

In de strijd tegen fraude zien verzekeraars meerdere uitdagingen. Eén van de problemen die verzekeraars uitlichten in het Insurance Fraud & Digital Transformation Survey 2016  van Friss is de kwaliteit van data. Sommige uitdagingen vloeien voort uit het gebrek aan internationale uniformiteit op het gebied van dataopslag en de wijze waarop interne registratiesystemen worden gebruikt. Daarnaast mag de invloed van vooroordelen niet onderschat worden. De grootste fraude-uitdagingen voor verzekeraars zijn gerelateerd aan data: problemen met de bescherming van data en privacy (36%), beperkte toegang tot externe databronnen (36%) en problemen met de kwaliteit van interne data (30%).Als andere uitdagingen van verzekeraars op fraudegebied worden genoemd: samenwerking met andere verzekeraars (25%), bijblijven met de modus operandi van de hedendaagse moderne fraudeur (24%), er meer een prioriteit voor de IT-afdeling van maken (18%), onvoldoende financiële steun vanuit de organisatie (16%), gedateerde interne fraude-systemen (14%), versterking van de eigen fraude-onderzoeksunit(4%) en geen commitment  van de directie (23%).

Verzekeraars zouden fraude effectiever aan kunnen pakken wanneer toegang tot externe databronnen gemakkelijker zou zijn. Wanneer men spreekt over externe data dan gaat het bijvoorbeeld over informatie uit een handelsregister, de betaalmoraliteit of het betaalgedrag en het schadeverleden maar ook over demografische gegevens en voertuiginformatie.Informatie uit deze externe bronnen kan een completer beeld geven en daarmee een acceptatie, afwijzing of eventuele aangepaste voorwaarden goed en verantwoord onderbouwen.

Gebruik externe data

Het al dan niet mogen gebruiken van externe data verschilt per land. In Europa wordt de privacywetgeving strenger en het gebruik van externe data ligt steeds gevoeliger. In Scandinavische landen is een kredietcheck vrij eenvoudig, in Noorwegen en Zweden zijn zelfs de belastingaangiftes openbaar. Transparantie gaat hier boven privacy. In Midden- en Zuid-Europa is de bescherming van de consument strikter.

Elke verzekeraar is heel zuinig op de informatie over de eigen klanten. Veel is bekend over hun bezit, de waarde daarvan, hoe lang iemand al eigenaar is en welke claims er zijn geweest in de afgelopen periode. Bij de aanvraag voor een nieuwe verzekering kan externe data het beeld aanvullen. Het kan daarbij gaan om bijvoorbeeld kredietwaardigheid, de historie van een nieuw te verzekeren object (zoals een auto) of de claimhistorie bij andere verzekeraars. Het kan dus voorkomen dat een voorbeeldige klant met een inboedelverzekering ergens anders een heel ander verleden heeft opgebouwd met zijn autoverzekering, inclusief dubieuze schadeclaims.

Voor aanvragen door nieuwe klanten zijn externe bronnen misschien nog wel belangrijker om tot een goede beoordeling te kunnen komen. Met vrij algemene gegevens kunnen de verstrekte gegevens van de aanvraag al worden aangevuld tot een completer beeld. Dat kan informatie zijn over een voertuig, een kredietcheck of demografische gegevens over de woonomgeving zoals urbanisatiegraad, inbraakcijfers of type woningen in een wijk. Vaak niet genoeg om definitieve conclusies te trekken maar wel richtinggevend voor verdere communicatie met de aanvrager en voor het afwegen van de risico’s. Alle verkregen informatie komt terecht in de database van de verzekeraar en voegt waarde toe aan de interne informatie met meer informatie over de klanten maar ook over eventuele afwegingen bij het afsluiten van polissen. Hiermee kunnen claims makkelijker worden geverifieerd en kunnen fraude en slechte risico’s in het acceptatieproces al worden geweerd. Zo zetten verzekeraars de stap van reactieve fraudedetectie naar proactieve fraudepreventie.