EIOPA: Stresstest toont kwetsbaarheden Europese verzekeraars

Nederlandse verzekeringsgroepen zijn in vergelijking met hun Europese peers relatief kwetsbaar voor een verder dalende rente. Zij blijken minder vatbaar voor een plotseling stijgende rente in combinatie met dalende activaprijzen. Ook zijn Nederlandse verzekeraars goed bestand tegen natuurrampscenario’s. Dat blijkt uit een nieuwe stresstest voor Europese verzekeraars, waarvan de resultaten vorige week zijn gepubliceerd door EIOPA, de Europese toezichthouder voor verzekeraars en pensioenfondsen. De gevoeligheid voor een lagere rente van Nederlandse verzekeringsgroepen komt vooral doordat de verzekeraars die aan de stresstest deelnemen een relatief hoge concentratie in langlopende levensverzekeringen kennen.

Stresstesten zijn volgens DNB een belangrijk instrument geworden om risico’s in kaart te brengen. Toezichthouders zetten dan ook steeds vaker, en op steeds meer gebieden, stresstesten in. Met een stresstest kunnen kwetsbaarheden van een instelling of het financiële systeem worden blootgelegd voordat deze zich manifesteren. Hiertoe dient ook de tweejaarlijkse EIOPA stresstest voor verzekeraars, die met name bedoeld is om de gevoeligheid van verzekeraars voor extreme scenario’s in kaart te brengen en de impact hiervan op financiële stabiliteit te analyseren. Het gaat dus niet om de vraag of verzekeraars aan een specifieke eis voldoen (geen ‘pass or fail’).

Drie scenario’s

In de stresstest is de gevoeligheid voor drie verschillende scenario’s onderzocht. Het eerste scenario combineert een rentedaling, inclusief een onmiddellijke neerwaartse aanpassing van de UFR, wat in de praktijk niet waarschijnlijk is, met een verhoogd langlevenrisico. Deze combinatie van schokken maakt dit een zwaar scenario. In het tweede scenario, dat gegeven de huidige economische omstandigheden waarschijnlijker is, wordt een stijgende rente, daling van activaprijzen en een toename in het afkooprisico verondersteld.

Het derde scenario gaat uit van verschillende natuurrampen, zoals windstormen en overstromingen. Om de kwetsbaarheid van verzekeraars voor de verschillende scenario’s te beoordelen, wordt de financiële positie per ultimo 2017 vergeleken met die na stress. De ratio activa/passiva is een indicator om de impact van de stress scenario’s op het eigen vermogen van een verzekeraar te laten zien. Figuur 1 toont deze ratio voor de uitgangspositie en na toepassing van de drie scenario’s voor zowel de vijf aan de stresstest deelnemende Nederlandse verzekeraars (geaggregeerd) als het Europese gemiddelde.

Figuur 1 – Activa/passiva-ratio’s voor de vijf Nederlandse verzekeraars (gewogen op basis van totale activa) in de uitgangspositie en na toepassing van de drie scenario’s. Naast de LTG maatregelen is in de rechterbalk ook gecorrigeerd voor de Solvency II overgangsmaatregelen. Dit laatste is van belang omdat Nederlandse verzekeraars hier nauwelijks gebruik van maken.

Verzekeraars vooral kwetsbaar bij verder dalende rente in combinatie met langlevenschok

De uitkomsten laten zien dat de gemiddelde ratio zowel voor als na doorrekening van de stressscenario’s boven de 100% ligt. Tegelijk komt naar voren dat Nederlandse verzekeraars vooral kwetsbaar zijn voor het scenario van een dalende rente in combinatie met een toegenomen levensverwachting (scenario 1). In dit scenario daalt de marktrente nog verder ten opzichte van het huidige niveau, en wordt ook nog eens verondersteld dat de ultimate forward rate, de rente waartegen verplichtingen langer dan 20 jaar worden gewaardeerd, daalt naar 2,04%. De figuur laat zien dat de impact op het eigen vermogen aanzienlijk is in dit scenario. Ook is de impact groter dan voor het Europees gemiddelde van verzekeraars die meedoen aan de stresstest. Vooral wanneer de verzachtende impact van de zogenoemde Long Term Guarantee (LTG) maatregelen, die de balans van Nederlandse verzekeraars minder gevoelig maakt voor marktbewegingen, buiten beschouwing wordt gelaten is de impact groot.

Figuur 2 toont de onderliggende oorzaken van de impact van de stress in het eerste scenario op de geaggregeerde balans van de vijf Nederlandse verzekeraars. Door de dalende rente neemt de waarde van de activa toe, doordat prijzen van obligaties en leningen stijgen. Echter, de waarde van de verplichtingen neemt veel sterker toe door de combinatie van een gedaalde marktrente, een onmiddellijke neerwaartse aanpassing van de UFR en de langlevenschok. De Nederlandse verzekeringsgroepen zijn gevoelig voor dit scenario door hun concentratie in langlopende verplichtingen uit hoofde van levensverzekeringen en Defined Benefit pensioenproducten. De resultaten voor Nederlandse verzekeringsgroepen in relatie tot Europese peers worden dus vooral veroorzaakt door de aard van de schok en het bedrijfsmodel, maar betekenen dus niet zonder meer dat zij er slechter voorstaan dan Europese verzekeringsgroepen. Zoals bedoeld, zorgen de LTG-maatregelen voor een verzachting van de impact van de stress scenario’s.

Figuur 2 – De impact van een dalende rente, lagere ufr en een verhoogd langlevenrisico op de activa/passiva-ratio in scenario 1. De correctie voor LTG-maatregelen bevat ook de impact van overgangsmaatregelen.

Ook gevoelig voor combinatie stijgende rente en dalende activaprijzen

Nederlandse verzekeraars zijn in mindere mate gevoelig voor het scenario van een plotseling stijgende rente, dalende activaprijzen en een verhoogd afkooprisico (scenario 2). In tegenstelling tot het eerste scenario, wordt hier vooral de activazijde van de balans hard geraakt. Hoewel de impact van dit scenario kleiner is (figuur 1), laat de stresstest zien dat verzekeraars ook rekening moeten houden met een scenario waarin de rente snel stijgt en activaprijzen dalen; een scenario dat misschien wel waarschijnlijker is dan een verdere daling van de rente, in een tijd waarin het ruime monetaire beleid naar verwachting wordt afgebouwd en financiële condities mogelijk zullen verkrappen.

De resultaten van de stresstest laten ook zien dat Nederlandse verzekeraars relatief goed bestand zijn tegen de in de stresstest onderzochte natuurrampscenario’s (figuur 1). In dit scenario daalt de ratio van activa/passiva beperkt. Dit is in lijn met de bevindingen uit een eerdere analyse van DNB onder schadeverzekeraars.

 

De resultaten benadrukken de uitdagende omstandigheden waarin verzekeraars opereren en de noodzaak voor verzekeraars om verder te werken aan het toekomstbestendig maken van de sector. Verzekeraars zijn zich hier in het algemeen ook zeer van bewust en goede stappen zijn al gezet. Verder blijft het onverminderd van belang dat verzekeraars in hun kapitaal- en dividendbeleid rekening houden met de lage rente en de verzachtende impact die de UFR en de LTG-maatregelen hebben. Tot slot benadrukken de uitkomsten het belang van de totstandkoming van een Europees herstel- en resolutieraamwerk. In Nederland heeft de eerste Kamer onlangs al ingestemd met een wetsvoorstel voor een kader voor herstel en resolutie van verzekeraars.

Bron DNB/EIOPA: