De Nederlandsche Bank (DNB) heeft Aon Hewitt Risk & Financial Management op 25 augustus 2016 een last onder dwangsom opgelegd en op 1 november 2016 een bestuurlijke boete van 10.000 euro. Beide formele maatregelen zijn volgens DNB opgelegd vanwege het overtreden van artikel 3:72, eerste lid, van de Wft in samenhang met de bij of krachtens het vijfde lid van dit artikel gestelde voorschriften. Aon Hewitt had de halfjaarrapportage over de eerste helft van 2016 niet tijdig bij DNB ingediend
In een persverklaring verklaart de toezichthouder: “DNB heeft vastgesteld dat Aon Hewitt artikel 3:72, eerste lid, van de Wft in samenhang met de bij of krachtens het vijfde lid van dit artikel gestelde voorschriften heeft overtreden, doordat Aon Hewitt de halfjaarrapportage over de eerste helft van 2016 niet binnen de voorgeschreven termijn (11 augustus 2016) bij DNB heeft ingediend. Hiervoor heeft DNB een last onder dwangsom opgelegd met daarbij een begunstigingstermijn van twee weken. Aon Hewitt heeft voornoemde rapportage binnen deze termijn bij DNB ingediend. Hierdoor heeft Aon Hewitt geen dwangsommen verbeurd. Aon Hewitt heeft inmiddels maatregelen genomen om herhaling van deze overtreding te voorkomen.”
Het basisbedrag voor overtreding van artikel 3:72, eerste lid, van de Wft bedraagt EUR 500.000,-. Bij het bepalen van de hoogte van deze boete heeft DNB in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst en duur van de overtreding, de mate van verwijtbaarheid, de bijzondere omstandigheden van het geval en de draagkracht van Aon Hewitt. Tegen bovengenoemde besluiten is geen bezwaar aangetekend. Dit betekent dat de last onder dwangsom en de bestuurlijke boete inmiddels onherroepelijk zijn geworden, aldus DNB.
