DNB: Verzekeraars zetten bewust verlieslatende producten in de markt

Instellingen hanteren veelal een bewuste strategie als verlieslatende producten in de Motor WA- en de WIA-WGA-markt worden gezet, maar de risicobeheersing hierbij kan beter. Dat concludeert op basis vaneen onderzoek “Hoewel deze producten niet of nauwelijks winstgevend zijn, is de strategische rationale om deze producten in te zetten als trekkersproduct of als serviceproduct. Hierdoor passen zij in (of zijn zij noodzakelijk voor) het geheel van het schade- dan wel inkomensproductenpallet van de instelling. Risico’s die deze strategie met zich mee brengen, zoals een onevenwichtige productstrategie doordat relevante risico´s onvoldoende integraal worden afgewogen, kunnen echter wel beter worden beheerst. Verbeteringen op dat punt zijn wenselijk en soms ook nodig.”

DNB en de AFM hebben in 2017 gezamenlijk een sectorbreed onderzoek uitgevoerd aan de hand van het Product approval en reviewproces (PARP). Voor DNB was de hoofdvraag van het onderzoek of het in de Motor WA- en de WIA-WGA-markt zetten van verlieslatende producten onderdeel is van een bewuste strategie en of de daarbij genomen risico’s afdoende worden beheerst. Voor de AFM was de hoofdvraag of verzekeraars in de Motor WA-markt altijd op een evenwichtige wijze rekening houden met de belangen van klanten.

Het onderzoek is uitgevoerd op basis van deskresearch bij vijf schadeverzekeraars die representatief zijn voor de Motor WA-markt (zowel DNB als AFM) en bij vijf belangrijke spelers op de WIA/WGA-markt (alleen DNB). Door DNB zijn eveneens interviews afgenomen bij de onderzochte instellingen.

.Bevindingen AFM

De AFM concludeert dat de processen in hoofdlijnen adequaat beschreven zijn. Wel ziet de AFM dat de uitvoering in sommige gevallen tekort schiet. In andere gevallen kan de AFM op basis van de aangeleverde informatie niet vaststellen in hoeverre de uitvoering voldoende is. “Dit kan duiden op een gebrekkige vastlegging. Zo is het niet altijd duidelijk of en op welke wijze opvolging is gegeven aan de interne bevindingen en actiepunten uit het doorlopen van het PARP. Dat is wel van belang, omdat een verzekeraar moet waarborgen dat bij de productontwikkeling op een evenwichtige wijze rekening wordt gehouden met het klantbelang. Ook blijkt dat bij het toetsen van kostenefficiëntie niet altijd voldoende gekeken wordt naar het klantbelang. De betrokken verzekeraars ontvangen nog een individuele terugkoppeling en daar waar nodig spreekt de AFM hen aan op de tekortkomingen.”

De ACM heeft recent ook naar de markt voor autoverzekeringen gekeken, naar aanleiding van de harmonisatie van de terugval van schadevrije jaren. De ACM heeft geconstateerd dat er voldoende concurrentiemogelijkheden tussen verzekeraars blijven bestaan. De effecten van die harmonisatie zijn voor sommige verzekerden in praktijk gunstiger dan voor anderen. Daarom raadt de ACM-consumenten aan om verzekeringen te blijven vergelijken en daarbij goed te kijken naar alle productvoorwaarden want dat kan lonen.

Foto DNB