DNB verwacht dat verzekeraars zich goed voorbereiden op de Brexit

 

DNB verwacht dat verzekeraars zich goed voorbereiden op de Brexit. Dat stelt Paul Hilbers, divisiedirecteur financiële stabiliteit bij DNB, in een interview op de website van DNB.

Op de vraag wat de DNB verwacht dat verzekeraars gaan doen met betrekking tot het Britse uittreden uit de EU, antwoordt  hij: “DNB wil dat de financiële sector zich voorbereidt op verschillende scenario’s rond de Brexit en heeft daartoe vanuit het Financieel Stabiliteitscomité van 13 februari en 31 mei oproepen gedaan. Het VK en de EU hebben een voorlopige afspraak gemaakt over een transitieperiode tot en met eind 2020, waarbinnen het VK tijdelijk toegang behoudt tot de interne markt. Dit is een positieve stap, maar deze afspraak is (nog) niet juridisch bindend verankerd. Indien het VK en de EU geen overeenstemming bereiken over de vormgeving van de toekomstige relatie kan ook de transitieafspraak weer komen te vervallen. Het risico op een harde Brexit is dus nog niet uitgesloten en instellingen moeten zich daarop voorbereiden.’

Hieronder de antwoorden van Hilbers op andere vragen:

Op 29 maart 2019 verlaat het VK de EU. Wat is de impact voor de financiële stabiliteit en instellingen? 
Hilbers: “De Brexit komt nu snel dichterbij: over negen maanden is het zover. We weten nog niet wat de precieze impact zal zijn. Alles hangt af van het scenario: of er al dan niet een akkoord komt tussen het VK en de EU vóór 29 maart 2019. Als er duidelijke afspraken worden gemaakt waarin het VK en de EU in belangrijke mate toegang houden tot elkaars financiële markten, inclusief passende afspraken over een transitieperiode, dan zal de impact van de Brexit op de financiële stabiliteit en op financiële instellingen beperkt zijn.”

In welke situatie kan de Brexit een grotere impact hebben? 
Hilbers: “Nog altijd is het scenario mogelijk waarin er geen akkoord wordt gesloten vóór 29 maart 2019 en waarin tevens een transitieperiode ontbreekt: een harde Brexit. Hierbij kan bijvoorbeeld ook sprake zijn van een situatie waarin equivalentieverklaringen – waarvoor bepalingen zijn opgenomen in verschillende financiële EU-wetgevingsteksten – door de Europese Commissie mogelijk niet (direct) worden afgeven voor het VK. Dan ontbreken dus afspraken over de toegang van bedrijven en financiële instellingen tot elkaars markten en kan de Brexit een grotere impact hebben.”

Wat doet DNB om zich voor te bereiden op de Brexit? 
Hilbers: “Wij analyseren de risico’s van een harde Brexit voor onder toezicht staande instellingen, financiële markten en de financiële stabiliteit. Waar nodig doen we ook uitvragen bij onder toezicht staande instellingen om scherper in beeld te krijgen hoe zij zich voorbereiden op het scenario van een harde Brexit. Veel werk vindt natuurlijk ook op Europees niveau plaats. Zo werkt DNB actief mee aan verschillende Opinies die de Europese toezichtautoriteiten zoals EIOPA over de Brexit hebben uitgebracht. Tot slot zal DNB de implicaties van Brexit voor de financiële sector de komende periode ook aan de orde stellen in overleggen met brancheorganisaties zoals de NVB, het Verbond van Verzekeraars en de Pensioenfederatie.”

Wat heeft de Europese Commissie gedaan? 
Hilbers: “De Europese Commissie heeft al eerder naar marktpartijen gecommuniceerd over de gevolgen van de Brexit. Voor verschillende relevante financiële EU-wetgevingsteksten is inzichtelijk gemaakt wat de implicaties zijn wanneer het VK na de Brexit terugvalt tot de status van derde land. Instellingen kunnen deze informatie gebruiken bij het in kaart brengen van de materiële risico’s in het geval van een harde Brexit. Waar nodig moeten zij vervolgens maatregelen nemen om deze risico’s tijdig te mitigeren.”

Wat zijn concrete risico’s die zich kunnen voordoen bij een harde Brexit? 
Hilbers: “Een risico voor verzekeraars is de impact van een harde Brexit op de kapitaalpositie. Ook bestaan risico’s voor de uitvoering van doorlopende verzekeringscontracten afgesloten tussen in de EU en in het VK gevestigde partijen. Belangrijk voor verzekeraars is daarnaast het risico dat zij niet langer – of niet langer onder de huidige voorwaarden – toegang hebben tot in het VK gevestigde infrastructuur zoals Central Counterparty Clearing houses (CCP’s). Ook kan de uitvoering van (OTC) derivatencontracten, die zijn afgesloten met in het VK gevestigde tegenpartijen en die doorlopen na de Brexit-datum, in de knel komen. Deze tegenpartijen beschikken mogelijk niet langer over de benodigde autorisaties om beleggingsdiensten aan EU-tegenpartijen te verlenen of beleggingsactiviteiten te verrichten die gerelateerd zijn aan deze derivatencontracten.”