DNB: Pensioenfondsen verkopen voor recordbedrag aan beleggingen

Pensioenfondsen verkochten in de eerste helft van 2022 voor 88 miljard euro aan beleggingen, blijkt uit cijfers van DNB. De opbrengsten werden deels gebruikt om te voldoen aan zogeheten margeverplichtingen van afgesloten derivatencontracten, die stegen als gevolg van de opgelopen rente. Vooral aandelen werden van de hand gedaan, mede gedreven door herbalancering van de beleggingsportefeuille van pensioenfondsen.

De 88 miljard euro aan verkopen bedroegen ongeveer 4,6% van het totaal belegd vermogen van pensioenfondsen. Niet eerder verkochten deze instellingen in een half jaar tijd zo’n groot deel van hun beleggingen.Onderverdeeld naar het type beleggingen werden voornamelijk participaties in beleggingsfondsen (57 miljard euro) en in geldmarktfondsen (8 miljard euro) verkocht. Ook werd er voor 25 miljard euro aan beursgenoteerde aandelen van de hand gedaan. Pensioenfondsen kochten daarentegen in beperkte mate obligaties (2 miljard euro).  

Stijgende rente leidt tot hogere margeverplichtingen

De rente steeg de eerste helft van 2022 sterk. Dit is goed nieuws voor pensioenfondsen, die hiermee de actuele waarde van hun verplichtingen zagen dalen en dekkingsgraad toenemen. De gestegen rente heeft ook een andere consequentie. Pensioenfondsen dekken een deel van het renterisico dat zij lopen over hun verplichtingen af door rentederivaten af te sluiten (zie box). Wanneer de rente daalt, stijgen deze derivaten in waarde en compenseren zo voor een deel de hogere actuele waarde van de toekomstige pensioenverplichtingen. Omgekeerd daalt de waarde van deze derivaten wanneer de rente stijgt.

De waarde kan dan ook omslaan in een schuld aan de tegenpartij. Tegenpartijen waarmee deze contracten zijn afgesloten vragen onderpand tegenover deze schuld in de vorm van een margeverplichting, oftewel een afgeschermde bankrekening. Nu de rente snel stijgt neemt de waarde van de rentederivaten af (wordt sterker negatief) en nemen de hieraan verbonden margeverplichtingen toe.

Pensioenfondsen hebben in de eerste zes maanden van 2022 82 miljard euro op margerekeningen bijgestort, onder meer bekostigd vanuit de opbrengst van de verkochte beleggingen.

Renterisico pensioenfondsen en de rol van derivaten

De verplichtingen van Nederlandse pensioenfondsen – bestaande uit toekomstige pensioenuitkeringen – liggen ver in de toekomst en zijn daarom sterk afhankelijk van de rentestand. Bij een dalende rente neemt de actuele waarde, de waarde die is gebaseerd op actuele marktprijzen, van deze pensioenverplichtingen toe. Omgekeerd neemt deze bij een stijgende rente af. Pensioenfondsen kunnen besluiten dit renterisico (gedeeltelijk) af te dekken en daarmee hun dekkingsgraad stabiliseren.

Pensioenfondsen dekken hun renterisico onder meer af door te beleggen in vastrentende waarden, zoals langlopend schuldpapier (obligaties) en hypotheekleningen. Daarnaast maken pensioenfondsen gebruik van derivaten zoals renteswaps om de rentegevoeligheid van de beleggingen meer in lijn te brengen met die van de verplichtingen. Tegenpartijen waarmee deze contracten zijn afgesloten vragen een margeverplichting in de vorm van een afgeschermde bankrekening. Naarmate deze contracten in waarde toenemen – wanneer de rente stijgt – nemen deze margeverplichtingen navenant toe.

Herbalancering van aandelen naar schuldpapier

Bezien naar hun directe en indirecte beleggingen (via een beleggingsfonds), verkochten pensioenfondsen in het eerste halfjaar van 2022 veel aandelen (circa 82 miljard euro, of 14%) terwijl zij beperkt obligaties kochten (circa 2 miljard euro, of 0,4%).

De grote verkoop van aandelen kan gedreven zijn door herbalancering van de beleggingsportefeuille: het in lijn brengen van de verhouding van aandelen en obligaties met de strategische doelstellingen van een pensioenfonds. In 2021 is door de sterke koersstijging van aandelen de relatieve omvang van aandelen in de beleggingsportefeuille toegenomen. Door middel van verkopen brengen pensioenfondsen deze terug tot binnen de gestelde strategische marges.

Bij het verkopen van aandelen hielden pensioenfondsen de verdeling van hun beleggingen over sectoren over het algemeen intact. Posities in alle economische sectoren werden afgebouwd, met slechts beperkte verschillen per sector. De verkopen waren procentueel het grootst binnen de delfstoffensector: in totaal werd voor netto -18% (2,4 miljard euro ) aan aandelen in deze sector verkocht. Dit volgt een eerder ingezette trend waarin pensioenfondsen hun blootstelling aan de delfstoffensector verminderen.

Gekeken naar obligaties was er een positieve netto aankoop van in twee sectoren: de chemische industrie (+5%, of 0,2 miljard  euro) en de financiële dienstensector (+3%, of 4,4 miljard euro). In de farmaceutische industrie werden posities in obligaties relatief het sterkst afgebouwd (-17%, of -0,7 miljard euro).

  •