Buro DFO: Verbod provisie raakt meest kwetsbaren bij ORV

Deze week zijn de resultaten gepubliceerd van het jaarlijkse onderzoek van Bureau DFO met betrekking tot Overlijdensrisicoverzekeringen. Het onderzoek bestaat uit een waardering door financieel adviseurs van de dienstverlening van aanbieders en gevolmachtigden op het gebied van ORV en een uitgebreid verslag van interviews met aanbieders en gevolmachtigden.

Het onderzoek onder het intermediair is gehouden in de periode 25 mei tot en met 21 juni. De resultaten zijn gebaseerd op 758 waarnemingen. Op jaarbasis sloten de deelnemende kantoren gemiddeld 51,1 ORV’s bij gemiddeld 3,4 aanbieders/gevolmachtigden. Respondenten geven aan dat de hoogte van de premie en de vaste premie de belangrijkste criteria zijn waarop hun uiteindelijke keuze wordt gebaseerd.

Relevantie keuze-elementen

Gevraagd naar de relevantie bij de uiteindelijke keuze voor advisering van een bepaalde aanbieder of gevolmachtigde blijkt onderstaande rangorde te bestaan.


TAF en Scildon hoogst gewaardeerde van 2021

Van de verschillende partijen waarmee de respondenten samenwerken wordt gevolmachtigde TAF en aanbieder Scildon het hoogst gewaardeerd.

Op alle keuze-elementen waarvan de respondenten aangeven deze belangrijk te vinden wordt Scildon hoog gewaardeerd.

Hoge waarderingen TAF

Op alle keuze-elementen waarvan de respondenten aangeven deze belangrijk te vinden wordt TAF hoog gewaardeerd.

ORV te veel gepositioneerd in domein Hypotheken

Uit de interviews met aanbieders en gevolmachtigden blijkt dat het overgrote deel van de nieuw afgesloten ORV’ plaatsvindt binnen het domein hypotheken. Dit terwijl de ORV ook op vele andere gebieden consumenten financiële zekerheid kan bieden. Ook de gevolgen van het verbod van provisie uit 2013 lijken onvoldoende in beeld.

Jurjen Oosterbaan Martinius, directeur Bureau DFO: “Het maatschappelijk belang van de overlijdensrisicoverzekeringen is groot. Veel leed kan tegen verwaarloosbare kosten worden voorkomen. Wet- en regelgeving hebben echter tot een sterke daling geleid in de bereidheid van de meest kwetsbare consumenten om deze verzekering af te sluiten. Dezelfde wet- en regelgeving heeft er ook toe geleid dat onderhoud en nazorg niet plaatsvindt in een mate die voor de consument van belang is.Bij de toezichthouder en politiek lijkt sprake van een collectieve blokkade om zich open te stellen om de negatieve gevolgen van op goede gronden genomen maatregelen te analyseren en gegeven de uitkomsten het eerder ingezette beleid aan te passen. In bepaalde mate zie je hier een zelfde proces voltrekken als rondom de Toeslagaffaire: signalen niet willen zien en eigen beslissingen uit het verleden niet ter discussie willen stellen.”

Hij vervolgt: “De sector zelf draagt ook verantwoordelijkheid van de huidige ongewenste situatie. Onder meer door het product ORV te veel te koppelen aan het product hypothecair krediet. Terwijl juist de ORV op zoveel andere gebieden noodzakelijke, financiële zekerheid kan bieden aan personen die onverwacht en ongewild in een vaak emotioneel en financieel kwetsbare positie komen te verkeren, maar ook door, in de gesprekken rondom het hypothecair krediet, niet altijd die aandacht aan het risico op (voor)overlijden te geven waar deze consumenten belang bij hebben.Voor overlijdensrisicoverzekeringen geldt het adagium dat de kans dat het risico optreedt klein is, maar de impact zeer groot, aldus Jurjen Oosterbaan Martinius.