2018 gaat voor de Britse reisverzekeringssector de boeken in als ‘het jaar van de schaderecords’. Op vrijwel alle fronten groeiden zowel het aantal claims als de schadelast naar recordhoogtes, zo blijkt uit cijfers van het Britse Verbond van Verzekeraars ABI.
Zo overschreed het gemiddelde schadebedrag voor medische kosten voor het eerst in de geschiedenis de grens van £ 1.300: £ 1.388. Dat is bijna twee keer zoveel als het gemiddelde schadebedrag in de afgelopen tien jaar van £ 768. In totaal keerden Britse reisverzekeraars een bedrag uit van bijna £ 400 miljoen aan landgenoten die in het buitenland in de problemen zijn gekomen, het hoogste schadebedrag sinds 2010. Ook het gemiddelde schadebedrag was met £ 800 een nieuw record.
Zowel het gemiddelde schadebedrag als de totale schadelast werd onder meer beïnvloed door een groot aantal grote schadeclaims, waarvan onder meer één schadeclaim voor een medische behandeling in de VS van bijna £.600.000. Medische kosten zorgden voor de grootste schadelast: 153.000 claims zorgden voor een totale schadelast van £ 209 miljoen.
Daarnaast keerden reisverzekeraars voor 167.000 annuleringsclaims £ 145 miljoen aan schade uit met een gemiddeld schadebedrag van £ 869 en voor 79.000 bagageclaims een bedrag van £ 17 miljoen met een gemiddeld bedrag van £ 214. Ondanks alle toenames daalde het gemiddeld premiebedrag naar £ 38.
