Duitse ‘middengeneratie’ een op de twee vindt eigen oudedagsvoorziening onvoldoende

De middengeneratie in Duitsland, 30 – tot 59-jarigen,  maakt zich steeds meer zorgen over de eigen oudedagsvoorziening. Dat blijkt uit de jaarlijkse enquête van het Allensbach Instituut voor Opinieonderzoek in opdracht van het Dutse Verbond van verzekeraars GDV.

De “middengeneratie” vindt zichzelf financieel slecht uitgerust voor haar pensioen. “Slechts 30 procent van de 30- tot 59-jarigen vindt zijn eigen oudedagsvoorziening toereikend. Vijf jaar geleden was dat nog 38%”, zegt GDV-chef Jörg Asmussen. Tegelijkertijd is de overtuiging van de ‘middengeneratie’ gestegen van 41 naar 48% dat hun eerdere inspanningen om te voorzien in de tijd na hun werkzame leven niet voldoende zijn.Tegelijkertijd is de overgrote meerderheid zich ervan bewust dat het wettelijke pensioen over het algemeen niet voldoende is om de levensstandaard op oudere leeftijd te handhaven.”

60 procent verwacht aanzienlijke bezuinigingen op de oude dag

Volgens de enquête gaat bijna 60% van de respondenten ervan uit dat ze aanzienlijk zouden moeten bezuinigen op hun huidige levensstandaard als ze alleen van het pensioen afhankelijk zouden zijn, of dat de AOW hen hoogstens een bestaansminimum zou bieden. Slechts 24% verwacht dat zij slechts zeer beperkt zouden moeten bezuinigen. Deze inschatting is de afgelopen vijf jaar slechts marginaal veranderd.

“Tegen deze achtergrond vindt de meerderheid van de ‘middengeneratie’ het belangrijk om het staatspensioen aan te vullen met een particuliere voorziening”, aldus Asmussen. Volgens de enquête is het staatspensioen nog steeds de basisbouwsteen van een solide oudedagsvoorziening voor 30- tot 59-jarigen. “In principe is de middengeneratie zich bewust van wat de demografische veranderingen betekenen voor de socialezekerheidsstelsels”, zegt Asmussen. Volgens de Allensbach-enquête beschouwt 73% van de respondenten het staatspensioen als een ideale oudedagsvoorziening. Daarna volgen vastgoedbezit (67%), een bedrijfspensioenregeling (43%), een particuliere pensioenverzekering (36%) en inkomen uit huis- en grondbezit.

Burgerpensioen staat voor onbureaucratische subsidie

Tot de particuliere pensioenverzekeringen behoort ook het door de overheid gesubsidieerde Riesterpensioen, dat met 10,5 miljoen contracten een belangrijk onderdeel van de oudedagsvoorziening blijft, maar vanuit het oogpunt van de verzekeraars aan hervorming toe is. Het Verbond heeft daarom een concept geïntroduceerd voor een gestandaardiseerd oudedagsvoorzieningproduct voor brede lagen van de bevolking met een onbureaucratische subsidie van 50 cent per gestorte euro.

Want oudedagsvoorzieningen zijn noodzakelijk, zo blijkt nadrukkelijk uit de resultaten van het onderzoek van Allensbach. “Vanuit ons oogpunt is het bijzonder verontrustend dat slechts een minderheid van de middengeneratie ervan uitgaat dat zij op hun oude dag geen financiële zorgen zullen hebben”, zegt Asmussen. 41% verwacht rond te komen met hun financiële middelen, maar alleen op voorwaarde van een zuinige levensstijlervan uit dat de eigen financiële middelen uiterst schaars zullen worden of helemaal niet toereikend zullen zijn om op oudere leeftijd de eigen levensbehoeften te kunnen financieren. In de zwakkere sociale lagen is dit aandeel zelfs 50%.”Door de huidige algemene gespannen economische situatie neemt het aandeel van de middengeneratie dat de eigen financiële situatie op de oude dag al heeft geregeld af”, aldus Asmussen. Twee jaar geleden was dit aandeel stabiel op 62%, nu nog maar 56%.

Nauwelijks ruimte voor meer pensioenuitgaven

Van de ‘middengeneratie’ ziet momenteel zelfs slechts één op de vijf ruimte om de uitgaven aan de eigen particuliere oudedagsvoorziening te verhogen. De meesten van deze groep zien ruimte tot maximaal 200 euro, maar velen slechts tot maximaal 100 euro per maand.Slechts een minderheid heeft dan ook concrete plannen om op dit moment meer te investeren in de eigen particuliere oudedagsvoorziening: elf procent wil dit jaar meer investeren in de particuliere oudedagsvoorziening, drie procent minder; de overgrote meerderheid heeft geen concrete plannen om hun oudedagsvoorziening te veranderen. Als het gaat om oudedagsvoorzieningen, verhoogt de stijging van de inflatie eigenlijk de behoefte aan voorzieningen vandaag”, zegt Asmussen.

“Maar uit onze ervaring weten we dat langdurige voorzieningen en bescherming in tijden van crisis vaak naar de toekomst worden verschoven.”Opvallend is ook dat hoe dichter men bij de pensionering komt, hoe meer men zich bezighoudt met de eigen situatie op oudere leeftijd. Terwijl slechts een minderheid van de respondenten onder de 40 jaar zich heeft beziggehouden met de eigen financiële situatie op oudere leeftijd, is dit het geval voor 57% van de 40- tot 49-jarigen en voor driekwart van de 50- tot 59-jarigen