De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) is aansprakelijk voor de immateriële schade van gedupeerden van aardbevingen als gevolg van gaswinning in Groningen. De NAM moet daarom aan een deel van de inwoners van het Groningenveld een schadevergoeding betalen. Dat heeft de rechtbank in Assen beslist. Onder immateriële schade valt aantasting van het woongenot door angst, spanning en stress bij bewoners van huizen die schade hebben geleden.
Niet alle gedupeerden krijgen een schadevergoeding. Bij de boordeling van de claims wordt gekeken naar een reeks van omstandigheden, zoals de frequentie en de zwaarte van de bevingen waarmee een eiser te maken kreeg, de ernst van de schade aan de woning, de afhandeling daarvan en de klachten die iemand aan de bevingen heeft overgehouden.
Zorgplicht
Of mensen recht hebben op een schadevergoeding en de hoogte daarvan, moet in afzonderlijke rechtszaken worden vastgesteld. De zaak was aangespannen door 127 gedupeerden van de aardbevingen in het Groningenveld.De rechtbank vindt dat de Staat der Nederlanden niet aansprakelijk kan worden gesteld voor immateriële schade. Wel heeft minister Kamp de zorgplicht van de Staat in de periode van januari 2013 tot november 2015 “onvoldoende ingevuld”. De rechtbank beoordeelt dat als een onrechtmatige daad van de Staat. Omdat de NAM de vergunninghouder is, draait alleen de NAM voor de kosten van immateriële schade op.
Bron NOS