Gedurende de feestdagenperiode – van zaterdag 22 december t/m woensdagochtend 2 januari – hebben 112 slachtoffers zich in de brandwondencentra in Groningen, Beverwijk of Rotterdam gemeld na een brandwondenongeval. Bijna de helft van het totaal aantal slachtoffers viel tijdens Oud & Nieuw. Vuurwerk was bij meer dan een derde (34,8%) de oorzaak. Onder de brandwondenslachtoffers was weer een hoog aantal kinderen jonger dan vijf. De meest voorkomende oorzaak bij deze groep was een hete vloeistof zoals thee, soep of kokend water.
In de tweeënhalve week rond Oud en Nieuw werden 23 mensen in één van de drie brandwondencentra opgenomen, 2 werden er in een dagopname behandeld en 56 mensen zijn poliklinisch behandeld. Ook werd voor 31 personen het telefonisch advies van een professional uit het brandwondencentrum ingewonnen. Het hoge aantal vuurwerkslachtoffers (39) baart de drie brandwondencentra zorgen. Deze ongevallen werden veroorzaakt doordat bijvoorbeeld vuurwerk in een capuchon belandde, een steekvlam veroorzaakte of te vroeg ontplofte in de hand. Bij het carbidschieten liepen zes mensen brandwonden op.
Jonge kinderen slachtoffer
Tijdens de feestdagen was bijna één op de vijf slachtoffers (20) in de brandwondencentra jonger dan vijf. In het Brandwondencentrum Rotterdam was dit zelfs één op de drie. In de meeste gevallen was hete vloeistof de oorzaak. Denk aan een kind dat een kop hete thee van tafel pakt of aan het snoer van de waterkoker op het aanrecht trekt. Naast hete vloeistofverbrandingen zagen we contactverbrandingen. Bijvoorbeeld doordat een kind zijn handjes tegen de hete kachel of ovendeur houdt. Omdat de dagelijkse routine in deze feestperiode ontbreekt, ligt een brandwondenongeval op de loer.
