Uitkomsten onderzoek ‘Strafrechtelijke reactie op verkeersdelicten’

 

De huidige strafmaat bij verkeersmisdrijven doet onvoldoende recht aan het leed en de behoeften van slachtoffers en nabestaanden. Dit wordt bevestigd door nieuw wetenschappelijk onderzoek dat is uitgevoerd door INTERVICT (Tilburg University) in opdracht van het Fonds Slachtofferhulp. Slachtoffers vinden de opgelegde straffen te laag. Uit het onderzoek blijkt ook dat de hoogste schuldgradatie ‘roekeloosheid’ door rechters te weinig wordt toegepast. Het onderzoek geeft een aantal interessante aanbevelingen voor verbetering van de wetgeving, de rechtspraak, het OM en de handhaving. De belangrijkste daarvan is een aanpassing van de wet waardoor verkeersdelicten voortaan kunnen worden veroordeeld als gevaarzetting.

Ineke Sybesma, directeur Fonds Slachtofferhulp: “Het onderzoek bevestigt de signalen die wij kregen van veel slachtoffers. Namelijk dat opgelegde straffen bij ernstige verkeersmisdrijven vaak veel te mild zijn in vergelijking tot de straffen bij geweldsmisdrijven. Het is zorgelijk dat de rechters de mogelijkheden in de wet niet gebruiken om strenger te straffen. Dat raakt aan de erkenning die slachtoffers verdienen voor wat hen werd aangedaan. Het is mooi dat het rapport een advies geeft over hoe de wet kan worden veranderd om in de toekomst bij verkeersmisdrijven wel strenger te gaan straffen. Na lezing van het rapport lijkt het bovendien een goed idee om, net als bij gewelds- en zedenmisdrijven, een gestructureerd reclasseringssysteem op te zetten. Slachtoffers willen naast een straf vooral dat een ander niet datgene overkomt wat met henzelf is gebeurd. De samenleving moet beschermd worden tegen iemand die onverantwoordelijk is en zijn auto in herhaling als wapen gebruikt.”

Aanleiding onderzoek strafmaat in het verkeer
Het Fonds Slachtofferhulp kreeg veel signalen dat slachtoffers ernstig teleurgesteld waren in de strafmaat bij verkeersmisdrijven en hun leed daarmee onvoldoende werd erkend. Een onderzoeksteam van INTERVICT (Tilburg University) bracht daarom, onder leiding van dr. mr. Suzan van der Aa, in kaart hoe invulling wordt gegeven aan de begrippen schuld, (voorwaardelijke) opzet en roekeloosheid en welke invloed dit heeft op de huidige strafmaat. Ook is onderzocht hoe slachtoffers van verkeersdelicten de (uitkomst van de) strafprocedure ervaren en wat hun ervaringen zijn ten aanzien van de schadeafwikkeling.

Volgens de onderzoekers past gevaarzetting beter bij wat er feitelijk gebeurt bij een verkeersdelict. Een voordeel is dat opzettelijke gevaarzetting eenvoudiger te bewijzen zal zijn dan doodslag en roekeloosheid. De onderzoekers verwachten ook dat hiermee beter tegemoet gekomen kan worden aan de beleving en wensen van slachtoffers en nabestaanden.