Twintiger vaakst cliënt van Slachtofferhulp Nederland

Ruim één van de vijf (21,04%) van de cliënten van Slachtofferhulp Nederland is twintiger is en dat driekwart van meeste slachtoffers worden geholpen naar aanleiding van een vermogensdelict (38,4%) of een geweldsdelict (36,4%)- of vermogensdelict. Dat blijkt uit vandaag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over het aantal cliënten dat Slachtofferhulp Nederland in 2018 heeft geholpen.

Slachtofferhulp Nederland heeft in 2018 met bijna 172.000 Nederlanders contact gehad naar aanleiding van een delict of een verkeersongeval. Verreweg de meeste cliënten (75%) hadden te maken gehad met vermogens- of geweldsdelicten. Op ruime afstand volgen verkeersongevallen (15,3%), zedendelicten (4,1%) en overige delicten (5,8%).

Van de hulp die Slachtofferhulp Nederland in 2018 heeft aangeboden werd het grootste deel, 96%, gegeven aan slachtoffers van delicten en ongevallen. Naast hulp aan slachtoffers helpt de organisatie ook betrokkenen zoals vrienden of familieleden van het slachtoffer, omstanders en getuigen. In 2018 was 3 % van de cliënten (5 300 mensen) zo’n betrokkene. Zo’n 2.000 cliënten waren op een andere manier in contact gekomen met Slachtofferhulp, bijvoorbeeld als nabestaande.

Grootste deel cliënten is slachtoffer van vermogensdelicten

Van de cliënten van Slachtofferhulp Nederland was drie kwart (129.000 mensen) slachtoffer van een gewelds- of vermogensdelict. Met bijna 66.000 cliënten, 38%, is het aandeel slachtoffers van vermogensdelicten het grootst. Daarna volgt het aantal slachtoffers van geweldsmisdrijven. Meer dan 26.000 slachtoffers (15%) hadden contact met Slachtofferhulp Nederland na een verkeersongeval, 4% als gevolg van zedendelicten.

Van alle leeftijdscategorieën hebben twintigers het meest contact met Slachtofferhulp (21,04%), gevolgd door 50- tot 65-jarigen (19,61%), 30- tot 40-jarigen (16,79%), 40- tot 45-jarigen (15,68%), jongeren tot 20 jaar (13,63%) en 65-plussers (13,26%). In 2018 betrof het meer dan 36.000 twintigers, meer dan één op de vijf cliënten van Slachtofferhulp. Twintigers hebben veel te maken met geweldsincidenten. Iets meer dan een kwart van de cliënten die contact hebben gehad met Slachtofferhulp in verband met geweldsdelicten, zat in deze leeftijdscategorie.

Twintigers hebben daarnaast ook naar verhouding veel te maken met zedenmisdrijven. 25% van de cliënten die vanwege een zedenmisdrijf met Slachtofferhulp in aanraking kwam, is tussen de 20 en 30 jaar. Per 100.000 inwoners hebben meer dan 1 600 twintigers contact gehad met Slachtofferhulp Nederland. Ouderen vanaf 50 jaar kwamen juist in contact met Slachtofferhulp vanwege vermogensdelicten. Van alle vermogensdelicten zit 45% van de aangemelde cliënten van Slachtofferhulp Nederland in deze leeftijdscategorie.

Tiener vaker cliënt bij zedenmisdrijf

Tieners en 65-plussers komen met respectievelijk 616 en 690 per 100.000 inwoners het minst vaak voor in het cliëntenbestand van Slachtofferhulp Nederland. Voor de zedenmisdrijven is dat heel anders. Zeker tieners zijn hier relatief vaak cliënt. Van de cliënten van Slachtofferhulp Nederland die in verband met zedenmisdrijven in contact met hen kwamen, is 43% tussen 10 en 20 jaar. Het grootste deel (54%) van de cliënten van Slachtofferhulp Nederland was in 2018 man. Het ging om 1.084 op de 100.999 mannelijke inwoners van Nederland. Mannen hebben vaker contact met Slachtofferhulp in verband met verkeersongevallen en vermogens – en geweldsdelicten.

Met 907 op de 100.000 zijn vrouwen minder vaak cliënt van Slachtofferhulp Nederland. Alleen bij de zedenmisdrijven zijn vrouwen vaker cliënt. Vrouwen komen daarvoor 7 keer zo vaak bij Slachtofferhulp als mannen. Van de zedenmisdrijven is 87% van de slachtoffers, die in contact met Slachtofferhulp is geweest een vrouw.