Toename diefstallen motorvoertuigen zet zich in maart verder voort

Daar waar in 2021 in alle voertuigcategorieën sprake was van een afname van het aantal voertuigdiefstallen – variërend van 7% tot 48% – laat 2022 tot dusver verrassend genoeg in alles tegenovergestelde beeld zien, zo blijkt uit de laatste diefstalcijfers van motorvoertuigen van het Landelijke Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit (LIV). In maart steeg het aantal gestolen motorvoertuigen met bijna 40%  ten opzichte van dezelfde maand een jaar eerder en in januari en februari bedroegen die stijgingspercentages resp. 21,4% en 75,2%.

Bij het LIV werden vorige maand 1.926 motorvoertuigdiefstallen geregistreerd, een toename met 39,9% ten opzichte van de 1.377 diefstalgevallen in februari 2021. In slechts drie van de 13 voertuigcategorieën lag het aantal voertuigdiefstallen lager dan een maand eerder: personenauto’s t/m drie jaar (96/107, min 10,3%, opleggers (6/10, min 40%) en zware bedrijfsvoertuigen (4/5, min 20%).

De grootste diefstaltoename deed zich voor bij brom- en snorfietsen: met 309 stuks (+ 43,4%) naar 1.021. Vooral door toedoen van een diefstalexplosie bij de oudere personenautomodellen (+ 103, + 35,9%) naar 444 lag het totaal aantal gestolen personenauto’s  20,5% (92 stuks) hoger dan in maart 2021. Bij motoren beliep de diefstaltoename zelfs 130%:  van 80 naar 184.  Van een diefstalstijging was ook sprake bij lichte bedrijfsvoertuigen (106/78, + 35,9%), aanhangers (45/41, + 9,8%), caravans (4/3, + 33,3%) , land- en bosbouwtrekker (9/0), en motorrijtuigen  met een beperkte snelheid (7/0). Net als vorig jaar maart werd er vorige maand geen enkele bus gestolen.

 Eerste drie  maanden  

Uit de cijfers van het LIV komt verder naar voren dat in de eerste drie  maanden van dit jaar tot dusver in totaal 5.292 motorvoertuigen werden gestolen, een toename van 42,7% ten opzichte van de 3,709 diefstalgevallen in dezelfde periode in 2021. Alleen  bij de jongere automodellen  (284/288, min 1,4%) en opleggers (20/25, min 20%) lag het aantal diefstalgevallen  lager  dan een jaar geleden, terwijl bij caravans (8) en bussen (o) het aantal gestolen voertuigen gelijk was als in het eerste kwartaal van 2021.

Meer dan de helft van het aantal gestolen motorvoertuigen betrof brom- en snorfietsen: 2.905 (was 1.675, + 54,9%). De grootste toename, zowel in aantallen als procentueel, viel te noteren bij brom- en snorfietsen: met 63,3% van 1.163 naar 1.899. Ook bij motoren (372/213, + 74,6%) en personenauto’s was de diefstalstijging hoog (1.489/1.244, plus 19,7%), vooral door toedoen van de toename bij de oudere modellen (1.205/956, + 26%).

Daarnaast werden er tussen 1 januari en 31 maart  236 zware bedrijfsvoertuigen gestolen (162, + 45,7%), 118 aanhangers (96, + 22,9%), 14 land- of bosbouwtrekkers (0), eveneens 14 motorrijtuigen met een beperkte snelheid (0) en 10 zware bedrijfsvoertuigen (9, + 11,1%). 

Slechts 28% van de  gestolen voertuigen teruggevonden

Van de 5.292 gestolen motorvoertuigen werden er in de eerste twee drie maanden  van dit jaar slechts 1.475  teruggevonden, een terugvindpercentage van 28%. Die was  procentueel het hoogst bij opleggers en zware bedrijfsvoertuigen (beide 40%), gevolgd door personenauto’s van zowel  vier jaar en ouder als de jongere modellen (beide 35%),  en lichte bedrijfsvoertuigen (28%).

Procentueel het slechtst scoren caravans (13%), gevolgd door land- of bosbouwtrekkers  (7%), motoren en motorrijtuigen met een beperkte snelheid (beide 14%), aanhangers (22%) en bromfietsen (26%).

Voertuigclassificatie Gestolen Teruggevonden Percentage
Personenauto 0 t/m 3 jaar 284 100 35%
Personenauto 4 jaar en ouder 1205 421 35%
Bedrijfsvoertuigen zwaar (>3500) 10 4 40%
Bedrijfsvoertuigen licht ( <= 3500) 342 110 32%
Bromfiets 2905 751 26%
Motorfiets 372 51 14%
Aanhangers 118 26 22%
Caravans 8 1 13%
Bus                             –                               –   0%
Oplegger 20 8 40%
Land- of bosbouwtrekker 14 1 7%
Motorrijtuig met beperkte snelheid 14 2 14%
Totalen 5.292 1.475 28%