Slachtoffer Gerard Eggebeen richt samen met letselschade-expert Judith Dingemanse de Stichting SeroxatClaim op

 

Gerard Eggebeen, slachtoffer van het voor hem op jeugdige leeftijf voorgeschreven geneesmiddel SeroxatClaim,  heeft samen  met letselschade-expert Judith Dingemanse van belangenbehartiger LetselVerhalen de Stichting SeroxatClaim (www.stichtingseroxatclaim.nl) opgericht. Doel van de stichting is de belangen te bundelen van de vele andere kinderen-slachtoffers van Seroxat te bundelen. Vorige week vrijdag is de stichting opgericht en inmiddels hebben tientallen slachtoffers zich al gemeld”, meldt Judith Dingmanse. “Het kan gezien de omvang van het gebruik van Seroxat destijds door kinderen potentieel om een miljoenenclaim gaan.”

 De Rechtbank Midden-Nederland heeft in een recente uitspraak https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBMNE:2018:2298) farmabedrijf Glaxosmithkline (GSK) aansprakelijk gesteld voor de schadelijke gevolgen bij kinderen van het door het bedrijf op de markt gebrachte geneesmiddel Seroxat, dat niet aan kinderen had mogen worden voorgeschreven. Gerard  Eggebeen is één van de slachtoffers. Hij  kreeg voor een depressie die hij op jeugdige leeftijd doormaakte als gevolg van de directe confrontatie met het overlijden van diens vader, het geneesmiddel Seroxat voorgeschreven.

Gerard Eggebeen merkte al snel na de start van het gebruik van Seroxat ernstige bijwerkingen: angstige gevoelens, agressie, en uiteindelijk ook suïcidaliteit, maar bracht die niet met Seroxat in verband. Ook zijn arts niet. Het gebruik van Seroxat ging voort, en de bijwerkingen namen toe.
Deze bijwerkingen waren bij GSK nadrukkelijk bekend. GSK waarschuwde daarvoor echter niet.
Ten onrechte, zo oordeelt Rechtbank Midden-Nederland in zijn vonnis van 30 mei 2018. De rechtbank heeft geoordeeld dat GSK wist dat Seroxat voor kinderen of jongeren niet of nauwelijks effectief was (de werkzame stof paroxetine liet naar uit de zogenoemde Study 329 volgt op slechts vier van de relevante criteria enig positief effect zien, maar op 23 andere criteria in het geheel niet). Uit een andere studie (Study 377), bleek zelfs van geen enkel effect van paroxetine. De Rechtbank trekt daaruit de conclusie dat GSK alle reden had om ten minste te vermoeden dat het effect van paroxetine bij jongeren op zijn best beperkt was.

Van groot belang is dat de Rechtbank vervolgens de stellingen van Gerard Eggebeen ook overigens heeft gevolgd: GSK wist dat paroxetine (de ‘werkzame’ stof in Seroxat geproduceerd door GSK) voor jongeren ernstige risico’s had, met name waar het gaat om zelfmoordgedrag: suïcide(pogingen), zelfbeschadiging en gedachten daaraan. De Rechtbank komt daarom tot conclusie dat GlaxoSmithKline gehandeld heeft in strijd met de zorgvuldigheid die volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, en dus onrechtmatig tegenover de gebruikers van Seroxat, die (zonder waarschuwing) aan de risico’s daarvan werden blootgesteld.

GSK is veroordeeld tot vergoeding van de schade geleden door Gerard Eggebeen.