De in 2020 ingezette daling van het aantal voertuigdiefstallen zet stevig door, zo blijkt uit cijfers van het landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit (LIV). In het eerste halfjaar van 2021 werden er in totaal 8.363 motorvoertuigen gestolen. Iets meer dan de helft daarvan betrof brom- en snorfietsen: 4.423, een daling met 27%. Daarnaast werden er 2.578 autodiefstallen geregistreerd, 21% minder dan een jaar eerder. Verder werden er in de eerste zes maanden van dit jaar 588 motoren gestolen (+ 24%), 491 lichte bedrijfsvoertuigen (min 42%), 266 aanhangers/opleggers (min 30%) en 17 zware bedrijfsvoertuigen (min 51%).
De kans op terugvinden van een gestolen voertuig is de eerste dag na de diefstal het grootst en is licht gestegen met ruim 2%. Het terugvindpercentage is het hoogst bij zware bedrijfsvoertuigen (41%), gevolgd door lichte bedrijfsvoertuigen (40%), personenauto’s (39%) en brom- en snorfietsen (27%. De terugvindkans is het kleinst bij motoren (20%) en aanhangers/opleggers (21%).
“Alert blijven”
Toch betekenen de dalende diefstalcijfers niet dat we achterover kunnen leunen, aldus manager Landelijk Informatie- en expertisecentrum Voertuigcriminaliteit Rudi Welling: “Het gaat nu erg goed en dergelijke forse dalingen hebben we niet eerder meegemaakt. Dat Covid invloed heeft op de autodiefstallen is wel aannemelijk, maar anderzijds bewijst de diefstaltoename bij Mazda en Nissan dat niet alle autodieven erdoor worden afgeschrikt. Kortom, laten we ons niet rijk rekenen en alert blijven op preventie en het terugvinden van gestolen voertuigen. Een goedgekeurd alarmsysteem is en blijft de eerste aanbeveling”.
