Rob van Dorland (KNMI): “Tempo klimaatverandering en extremiteit  buien extremer dan verwacht”

 

“We moeten rekening houden met klimaatveranderingen. Het tempo ligt hoger dan we hadden verwacht en dat betekent dat we nu moeten nadenken hoe en welke maatregelen we gaan treffen. Op mondiaal, landelijk, regionaal, maar ook op lokaal niveau.” Die boodschap gaf Rob van Dorland, senior adviseur bij het KNMI,  mee aan de bezoekers van het Klimaatevent dat vorige week werd georganiseerd door het Verbond van Verzekeraars. Volgens hem verloopt ook de extremiteit van de buien  veel extremer dan was verwacht. “Alleen weten we daar nog niet van of dat structureel is. Op dat terrein zullen we nog veel onderzoek moeten doen, maar dat zullen we tegelijk met onze nieuwe scenario’s presenteren.”

Van Dorland benadrukte in zijn verhaal dat actie is geboden. “We moeten ons aanpassen aan klimaatveranderingen, maar we moeten ook ons best doen om de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer te verminderen. Het belangrijkste broeikasgas (CO2) trekt zich niet zoveel van grenzen aan. Of we het nou hier uitstoten of in China, maakt niet zoveel uit. De totale hoeveelheid bepaalt onze temperatuurontwikkeling. We moeten echt in actie komen, allemaal!”

KNMI-scenario’s

 Hogere temperaturen, een sneller stijgende zeespiegel, nattere winters, hevigere buien en meer kans op droge zomers. Dat is in het kort wat de KNMI-scenario’s voorspellen. Van Dorland zegt zich de meeste zorgen te maken over de stijgende zeespiegel. “Het is een langzaam proces, maar wel heel ernstig.  Dertig procent van Nederland ligt onder de zeespiegel en zestig procent van ons land is gevoelig voor overstroming (zee en grote rivieren). Die zeespiegelstijging is een langzaam proces. Zelfs als we richting die anderhalve graad zouden gaan, dan nog blijft die zeespiegel eeuwenlang doorstijgen.”

Sinds 1900 is de gemiddelde jaartemperatuur met ruim een graad gestegen en voor  ons land zelfs twee graden. Van Dorland “De gevolgen voor één graad zijn al aanzienlijk. Op de lange termijn stijgt de zeespiegel enkele meters per graad. Hoe sterker die opwarming, hoe groter de stijging van de zeespiegel en hoe meer neerslag er gemiddeld valt. De hoeveelheid neerslag neemt toe, maar er zijn ook droge regio’s die fors droger zullen worden. Voorbeeld is het Middellandse Zeegebied.”

 Wat kunnen verzekeraars doen? Van Dorland: ““Ik denk dat verzekeraars vooral baat hebben bij goede informatie, zodat ze de risico’s kunnen doorrekenen naar hun polissen. Ze zullen dus veel sectoren en alle ontwikkelingen moeten volgen, en liefst bij zoveel mogelijk adaptiemaatregelen betrokken moeten zijn. De Nederlandse zomer kent twee gezichten: zware buien tegenover perioden van droogte. Die intensieve zomerbuien zitten in al onze scenario’s en daar zijn maatregelen tegen te nemen. Denk bijvoorbeeld aan een goede waterafvoer, maar tegelijkertijd moet je ook buffers aanleggen die in geval van droogte weer van pas komen.”

 Bron: Verbond